271
nog besproken in de commissie. We zullen dat zeker niet allemaal herhalen. Maar wij hadden als
Partij van de Arbeid wat zorgen omtrent parkeren, geluid en verkeer. We hebben de wethouder...,
MEVROUW KOGER:
Mijnheer de voorzitter, kunt u uw lampje uit doen, dan kunnen we ook mevrouw Haagh op het
beeld zien.
DE VOORZITTER:
Het lampje is al uit.
MEVROUW HAAGH:
O. Nou bent u in beeld.
Goed, parkeren, verkeer en geluid. We hebben er onze zorgen over geuit en het is denk ik aan de
wethouders om in heel goed overleg en goed contact met omwonenden, bedrijven en de wijkraad
daar vanaf het begin de vinger aan de pols te houden.
Een ander punt waar we wel mee blijven worstelen, is de detailhandel. Wethouder Arbouw heeft
duidelijk aangegeven er alles aan gedaan te hebben om het try &n buy concept echt goed te
verankeren in de privaatrechtelijke overeenkomsten. Dat zien wij ook terug op die manier. Maar
toch weten we allemaal dat branchevervaging aan de orde van de dag is. En we zijn niet gebaat bij
schuivende panelen en zo dadelijk toch een heleboel sportmode alleen maar op de Bavelse Berg.
Dat blijft onze zorg houden. En daarom ook wel de vraag aan de wethouder op welke manier hij
ons mee kan nemen in dat proces, dat wij ook als raad de vinger aan de pols kunnen houden en
we er ook zeker van kunnen zijn dat er straks geen concessies gedaan worden als er bijvoorbeeld
echt leegstand dreigt, als de concepten zoals ze in de plannen stonden, niet door kunnen gaan.
Een ander punt waar ik echt wel even op terug wil komen, is een punt wat we bespraken in de
commissie en waar wij over gesproken hebben en waar D66 ook uitgebreid over gesproken heeft.
Dat is de termijn die afgesproken is met Maver om tot ontwikkeling te komen. Dat is namelijk 7
jaar. Ook dat ligt vast in de privaatrechtelijke overeenkomsten. Wij willen graag dat ook terug zien,
deze afspraken, in het bestemmingsplan. En waarom? Nou iedereen wordt door schade en schande
een stuk wijzer, ook wij, ieder dag weer. En ik denk dat bijvoorbeeld het faillissement van Heja ook
bij ons, de gemeente Breda, voor wat ontwikkelingen heeft gezorgd die we van tevoren niet
hadden voorzien maar die wel onwenselijk zijn. En dat wil je voorkomen als stad en volgens mij wil
de wethouder dat ook. Wat ons betreft, regelen we daarom die periodes die zijn afgesproken in de
privaatrechtelijke overeenkomst en zien we die ook terug in het bestemmingsplan, zodat, mocht
het ervan komen, - dat hopen we natuurlijk niet -, maar dat deze ontwikkelaars toch niet tot
realisatie komen, om welke reden dan ook, dat we dan niet verrast kunnen worden door een claim
die gelegd wordt later op ons bestemmingsplan omdat daar een veel langere tijd de mogelijkheid is
om een evenementenhal met bijbehorende zaken te gaan realiseren.
DE VOORZITTER:
Kunt u afronden?
MEVROUW HAAGH:
Dat wil ik zeker. En dat doe ik door u een amendement te geven waarin we die wijziging
voorstellen. Maar ik spreek de hoop uit en we geven Maver en de wethouder ook het vertrouwen,
dat we over een aantal jaren gewoon die eerste evenementen op de Bavelse Berg kunnen houden.
Maar als dat er niet van komt, dat we geen ongewenste gevolgen voor de gemeente gaan krijgen.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Besluit in het ter vaststelling voorliggend besluit te wijzigen als volgt:
In de toelichting in hoofdstuk I, paragraaf 1.1. onderaan een verwijzing op te nemen naar de
gesloten samenwerkingsovereenkomst SOK en alle daaruit voortkomende nog af te sluiten
uitvoeringsovereenkomsten en daarbij te vermelden: indien na 7 jaar na onherroepelijk worden
van het bestemmingsplan geen gebruik is gemaakt van de met dit plan gecreëerde bouwtitel voor
de evenementenhal, zal deze worden wegbestemd.
Ondertekend door Partij van de Arbeid en D66.
Mevrouw Van Hasselt.
MEVROUW VAN HASSELT:
Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen aan mevrouw Haagh?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.