275
Voorzitter, wat ons tijdens de commissiebehandeling wel opviel, was een erg groot als/dan vraag
gehalte. Met dit soort majeure projecten is het uiteraard goed om een back up plan te hebben.
Maar het is in onze ogen ondoenlijk om een 2e, 3e of 4de plan te moeten maken. De afwikkeling van
de SOK was al complex genoeg en wij zijn content met de inzet van de wethouder in deze. Het zou
Breda'97 dan ook erg mooi lijken als de voltallige raad vanavond een sterk signaal zou afgeven dat
we dit een goed plan vinden.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Nog andere leden van uw raad?
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Ja voorzitter, een turbulent plan natuurlijk, een turbulente geschiedenis daarachter. Maar als je nu
kijkt waar we zijn beland, dan kunnen we niet anders dan een groot compliment ook aan de
wethouder geven waarin hij toch in verschillende invalshoeken heeft moeten laveren en wachten
om toch tot een goed plan te komen. En dat plan gaat, als het goed is, resulteren in een nieuwe
evenementenhal voor Breda. En dat is natuurlijk fantastisch nieuws. Want een nieuwe
evenementenhal heeft onze stad keihard nodig. En dat aspect, daar is D66 dan ook heel
enthousiast over, dat we weer uitzicht hebben op een nieuwe evenementenhal.
Dus we hebben in de commissie een aantal punten naar voren gebracht waar het gaat om
ruimtelijke inpassing. Daarover is gewisseld. Ik ga het niet allemaal herhalen. Daar hebben we ons
punt naar voren gebracht. Een heel belangrijk punt vinden we wel, en dat blijkt ook uit het
amendement wat we samen met de Partij van de Arbeid hebben gemaakt, en dat is dat die 7
jaarstermijn wel echt een harde termijn is. Want zolang dat plan van de Bavelse Berg in de
planfase blijft zitten, en stel toch, en ik hoop van niet, wantje hoopt nu op realisatie, maar je moet
je niet naïef tonen, zeker niet. Kijk maar naar Achter de Lange Stallen en wat MAB is overkomen,
je moet ook borgen dat het toch wel eens tegenwind kan hebben. En dan moetje ook zorgen dat
het claimrisico voor de gemeente echt op 0 staat.
En daarom dat amendement en dat vinden we wel heel hard nodig.
Daar wil ik het even bij laten, voorzitter.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u.
Mevrouw Schokker, GroenLinks.
MEVROUW SCHOKKER:
Dank u wel, voorzitter.
GroenLinks staat positief ten aanzien van de ontwikkeling van de evenementenhal en detailhandel
aan de voet van en op de Bavelse Berg en wij geven daarmee invulling aan de wens in het
coalitieakkoord om tot een volwaardige evenementenhal te komen. Dit ondanks dat wij vinden dat
de natuurcompensatie en de stikstofbelasting op het Ulvenhoutsebos niet goed in het
bestemmingsplan geregeld zijn. Ook kijken wij anders aan tegen het bedrijventerrein in de oksel.
Vanaf de eerste planvorming heeft onze fractie aangegeven dit een vreemde eend in de bijt te
vinden die niets met de ontwikkeling van de evenementenhal van doen heeft. Wij betreuren dat er
nooit is overwogen om het consortium elders binnen de compacte stad ontwikkelruimte te geven.
Door op deze kwetsbare locatie ontwikkelingsmogelijkheid te bieden, wordt de ontwikkeling van
het evenementencomplex in onze ogen moeilijker. Door de aanleg van het bedrijventerrein
ontstaan de problemen met de waterberging. Daardoor moet overal ruimte gezocht worden voor
het water: op het parkeerterrein, in het natuurgebied, en zelfs in de funderingen. En nog is het niet
zeker dat het voldoende is. Ook de agrariërs in het gebied zijn er niet gerust op. Zij zijn bang dat
zij daar nadeel van gaan ondervinden. Dat bleek ook gisteravond op de bijeenkomst over de
Structuurvisie. Het probleem wordt naar de toekomst verschoven terwijl we nu wel het plan voor
de verharding en de verstening vaststellen. Bovendien vinden we de onderbouwing van nut en
noodzaak in de reactie op de zienswijze erg wankel. Als enige onderbouwing wordt aangevoerd dat
vanwege het feit dat de grond in eigendom van de gemeente is, het bedrijventerrein op korte
termijn gerealiseerd kan worden. Wij vinden dat de realisatie van dit terrein niet los gezien mag
worden van de situatie in de hele stad waarin de leegstand op bedrijventerreinen schrikbarend aan
het toenemen is en er nauwelijks nog grond wordt uitgegeven. Ook de ondernemers op Hoogeind
hebben in hun zienswijze hierop gewezen.
DE VOORZITTER:
Kunt u tot een afronding komen, mevrouw Schokker?