bedrijventerrein opgeofferd worden. Wij zijn voor de evenementenhal en voor de try buy detailhandel. Maar we willen wel vasthouden aan de compacte stad. DE VOORZITTER: Nog andere leden van uw raad? Dan is het woord aan de wethouder. De wethouder wil schorsing. Dan schors ik de vergadering tot 17.15 uur. SCHORSING. DE VOORZITTER: Mag ik vragen de plaatsen in te nemen? Gelieve de plaatsen in te nemen. Mag ik u vragen de plaatsen in te nemen; de beraadslagingen zijn heropend. Het woord is aan wethouder Arbouw. WETHOUDER ARBOUW: Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Schokker vroeg nog ten aanzien van wat ik in de le termijn aangaf over dat bedrijventerrein versus evenementenhal en de volgorde die daarover in het contract is afgesproken, dat in ieder geval met die bouw van de evenementenhal begonnen moet worden voordatje met het bedrijventerrein aan de slag gaat, hoe dwing je dat nou af. Nou, daar hebben we in de overeenkomst natuurlijk over nagedacht en we hebben daar een mogelijkheid om per kavel voorkeursrecht te vestigen, we hebben een boeteclausule opgenomen die we daarvoor kunnen hanteren. En zoals u al weet, - en dat is onmiddellijk dan een antwoord op de vraag van de heer De Beer -, heeft de gemeente het recht om het terrein terug te kopen tegen de geïndexeerde verkoopprijs. Dat betekent dat het een mogelijkheid is. Het is geen verplichting. Daarmee, met dat drieluik, hebben we behoorlijk wat mogelijkheden om het gestelde in de overeenkomst ook daadwerkelijk af te dwingen. De SP vroeg nog voorzitter, waarom nu. Waarom niet straks nadat de Structuurvisie is vastgelegd? Nou goed, ik heb dat in de commissie ook uitgelegd dat dit natuurlijk een punt is wat in het coalitieakkoord door de 4 partijen met elkaar is afgesproken, dat het natuurlijk een beetje vreemd is om alles wat je in het coalitieakkoord afspreekt, wat een ruimtelijk effect heeft, dat je dat opschuift nadat de raad zeg maar die Structuurvisie heeft vastgesteld. Sterker nog, het bestemmingsplan is in feite een planologische vastlegging van datgene wat we in een contract een jaar geleden al hebben afgesproken. En daarmee, als u dat dan zou doen, zou gaan zitten wachten..., DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter..., WETHOUDER ARBOUW: gaat u punt 1 een stukje onzekerheid in de markt brengen, punt 2, het is planologisch vertalen wat we al hebben afgesproken, suggereert u dat u misschien wat anders wilt dan wat u hebt afgesproken, om het nog eens een keer te verduidelijken. En het 3e is: u gaat dus bewust vertraging inbouwen, daar waar partijen staan te popelen om aan de slag te gaan. Dat is een onbetrouwbare overheid. DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ja voorzitter, er wordt verwezen naar het coalitieakkoord. We zitten natuurlijk in een dualistisch stelsel. En dat stond volgens mij ook in dat coalitieakkoord, dat dualisme best een belangrijk onderdeel was en dat, mochten er belangrijke argumenten zijn om dat niet te doen, dat daar de coalitie ook best voor open staat. Maar ik begrijp dat alle argumenten om daarvoor open te staan, het niet hebben gehaald, bij deze, en dat de wethouder dan zo zijn eigen plannetje doordrukt ondanks alle negatieve effecten voor de stad. WETHOUDER ARBOUW: Voorzitter, kijk het is heel simpel. Natuurlijk heeft u een punt als u zegt: u moet open staan voor de argumenten. Daarvoor heb ik zelf ook gepleit, zelfs in de vorige periode. Maar ik heb wel degelijk een opdracht van een meerderheid van uw gemeenteraad gekregen ook bij het bespreken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 23