288 Dan is het woord..., Pardon, mijnheer Van Lunteren, gaat uw gang. DE HEER VAN LUNTEREN: Dan heb ik toch een korte vraag aan mevrouw Schokker. Want ik kan me herinneren dat we in de commissie een voorstel deden van een paraplubestemmingsplan. Zou dat een optie zijn die mevrouw Schokker wel ziet zitten? En dan ook meteen een vraag aan de wethouder of dat een mogelijkheid is. DE VOORZITTER. Helder. Eerst mevrouw Schokker. Korte reactie. MEVROUW SCHOKKER: Als het juridisch kan, dan zou ik daar wel een voorstander van zijn. Dan besparen we ons misschien een hele hoop werk. DE VOORZITTER: Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER ARBOUW: Ja voorzitter, dit is een systematiek die wij vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken ook na bespreking ervan, van hoe lossen we dit soort problemen op, het met name natuurlijk gaat over hele oude afspraken en rechten die in een bestemmingsplan zitten, om dat in feite weer op te schonen. Ik heb er geen weet van dat andere gemeenten ook al zo ver zijn om dat te doen. Maar ik stel voor, omdat wij in de 2e Voortgangrapportage stedelijke programmering, dan hebben we het over alle instrumenten, om tegen die tijd er nog eens een beeld van te geven, ook bij de VNG nog even navraag te doen hoe dat precies zit. Kijk het bijzondere van Steenakker is natuurlijk dat, - een aantal insprekers heeft dat ook aangegeven -, dat dat mensen zijn die vanwege de ontwikkeling van het gebied Steenakker moesten verplaatsen en sommigen zelfs onteigend werden en dat er toen in die tijd private afspraken zijn gemaakt, privaatrechtelijke afspraken zijn gemaakt met de gemeente waarin er gecompenseerd werd. En die compensatie vond plaats middels een bouwrecht. En het lastige is dat in al die gevallen al die contracten weer een beetje anders zijn. Dat betekent dat dit altijd vraagt om maatwerk. En bij de stedelijke programmering hebben we altijd met elkaar besproken we gaan niet sturen op de enkele woning maar we werken met generieke maatregelen. En dat betekent dat zo'n generieke maatregel voor dit bestemmingsplan, die hebben we bijvoorbeeld bij Princenhage ook toegepast, alleen daar is die casus totaal anders. Dus daar vindt u ook niemand terug die daar tegen reclameert omdat dat natuurlijk op een hele andere wijze vorm heeft. En dat geeft eigenlijk al aan, op de vraag van mevrouw Van Mourik, dat dat over die 3 jaar, als vanwege de wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid is om op een gegeven moment een bestemming er uit te halen, dat dus altijd maatwerk is per definitie, dat je dat per locatie moet bekijken of dat aan de orde is of niet, dat je natuurlijk met eigenaren in gesprek zult moeten gaan. En dat is gewoon echt. Daarom is een wijzigingsbevoegdheid een collegebevoegdheid omdat u niet op elke woning al die gesprekken wilt voeren. Want het gaat natuurlijk uiteindelijk over de hele stad best wel, zeker in de beginperiode, over grote aantallen waarin we die afweging moeten maken. Ik heb in de brief inderdaad aangegeven, enerzijds de heer De Beer wees op de balans, dat we natuurlijk recht moeten doen aan de afspraken die er met partijen zijn gemaakt. Ik heb ook al meerdere mensen aan de telefoon gehad vandaag daarover. En ik heb ook al aangegeven in de brief dat ik op korte termijn met name met de mensen die die contracten hebben, in gesprek wil gaan om punt 1, het ook even uit te leggen want het is best complex, punt 2, te vertalen en wat betekent het nu voor u en dat is afhankelijk van elk contract zoals het er ligt, en ook te kijken van wat zijn nou de wensen van de verschillende partijen zodat we uiteindelijk ook af kunnen van al die oude contracten die soms uit 1995 dateren. En natuurlijk ben ik van zins dat als al die gesprekken gevoerd zijn, en we daar ook een goed overzicht over hebben, om dat ook even met u terug te koppelen zodat u weet wat daar uiteindelijk de balans van is. Ja en het punt van mevrouw Schokker, ook voor de grote ontwikkelingen, dan wijs ik toch weer even naar de systematiek van die stedelijke programmering in de sturing die we met elkaar hebben afgesproken waarin natuurlijk de sturing op verborgen plancapaciteit een andere is dan sturing met een bestemmingsplan op een bouwontwikkeling. Een termijn van 3 jaar voor een grote bouwontwikkeling bijvoorbeeld van 30 of 40 woningen is een irrealistische termijn omdat daar veel meer bij komt kijken, veel complexer is, veel meer onderzoeken gedaan moeten worden, veel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 28