289
meer partijen betrokken zijn en dus ook veel meer tijd kost. Dus dat maatwerk moeten we wel
willen toepassen, dus bij elk plan apart, daar hebben we regelmatig ook hier in de raad het gesprek
over, wederom even die balans, wat regelen we in de overeenkomsten, wat regelen we in
bestemmingsplannen, die combinatie daarvan, het debat van daarnet, moet zorgen dat er prikkels
zijn, dat men ook daadwerkelijk snel aan de gang gaat en gaat bouwen. U weet dat we al haakjes
hebben...,
MEVROUW SCHOKKER:
Voorzitter, zou ik daarop mogen reageren?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
MEVROUW SCHOKKER:
Die vraag heb ik vooral gesteld omdat we niet de indruk moeten wekken dat de kleintjes
aangepakt worden en de grote niet. Als je nou bijvoorbeeld kijkt naar het Digit Pare, dat wordt nu
bijna 4 jaar en ook daar zou je deze systematiek kunnen toepassen en gewoon kijken van nou dat
het geen 3 jaar is, maar dat we laten zien dat aan de kleine ontwikkelaars, dat we dat ook met de
grote doen. Want anders is dat niet uit te leggen en ik vind gewoon dat iedereen over dezelfde kam
geschoren moet worden
WETHOUDER ARBOUW:
Voorzitter, ik snap wat mevrouw Schokker zegt. Ik vind ook zeker dat dit een onderwerp is wat we
bij de 2e Voortgangsrapportage stedelijke programmering straks met elkaar moeten bespreken.
Maar dat is dus afhankelijk van eik plan. En als het gaat over Digit Pare, gelden er weer andere
termijnen die redelijk zijn waarin een bepaalde partij tot ontwikkeling kan komen. Je moet ook
goed kijken hoe dat natuurlijk juridisch geborgd is, dat op het moment dat je daar het gesprek
over aangaat of zelfs dingen wil doen of in wil grijpen, dat je ook voor een rechter wel je gelijk
haalt. Maar laten we daar dan even verder opin gaan bij de 2e Voortgangsrapportage op dit punt.
Dank u wel.
2e termijn.
DE VOORZITTER:
Is er behoefte aan een 2e termijn?
Mevrouw Van Mourik nog.
MEVROUW VAN MOURIK:
Dank u voorzitter.
Dank voor de heldere beantwoording en de verduidelijking van
horen dat die afspraken gemaakt zijn en we horen graag terug
gesprekken zijn.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mijnheer de Beer.
DE HEER DE BEER: _i k .t.
Ja voorzitter ik was in de le termijn eerlijk gezegd iets vergeten en dat was de ontsluiting via de
Moskesweg. O excuses, dan heb ik het daarna ook gemist. Kan de wethouder daaR nog iets over
zeggen, wou ik zeggen. Maar dat heb ik dan net gemist. Excuses.
DE VOORZITTER:
Maar hij wil dat met alle genoegen zeker voor u vandaag nog eens herhalen.
Mijnheer Arbouw.
WETHOUDER ARBOUW: u -i u-
Voorzitter, die ontsluiting daar hebben we het in de commissie ook uitgebreid over gehad bij die
Moskesweg. Het bestemmingsplan is niet het middel om dit soort dingen vast te leggen. Maar we
hebben natuurlijk de boodschap goed begrepen. En ook in de organisatie kijken we even hoe we
dat goed kunnen borgen dat die afweging, die terecht door mensen wordt aangegeven, tegen die
tijd op een juiste wijze wordt gemaakt.
de wethouder. Het is goed om te
wat de uitkomsten van die
DE VOORZITTER: