294
Over de stelselwijziging is al veel gesproken. Wij zouden het beter gevonden hebben als het college
ons eerder hierover zou hebben geïnformeerd. Met meerdere accountants is hierover gesproken en
pas vrij laat kwam de raad in beeld. Ook toen de Provincie bezwaren had, opereerde de gemeente
eigenstandig. We hebben veel tijd besteed om dit proces te kunnen volgen maar er was geen
overleg hoe we de provincie tegemoet konden treden.
Als raad trekken we samen op als het gaat om de aanpak van de financiële situatie. Sinds dit jaar
hebben we als raad ook overleg met de Provincie over de financiële situatie. De PvdA vindt het
belangrijk dat alternatieven met ons besproken worden voordat er een keuze voor een nieuw
instrument of stelsel wordt gemaakt. Het college hoort hier niet alleen in te opereren. Dit proces
moet in de toekomst echt anders.
Ik sluit positief af met een mooi moment uit 2012, namelijk de opening van het Sociaal Pension De
Vliet. Eindelijk hebben verslaafde daklozen de kans om iets van hun leven te maken. Het doet ons
dan ook goed om deze week te vernemen dat zowel de bewoners van De Vliet als de omwonenden
prettig met elkaar samen leven.
Dank u wel.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Om de motie helemaal te duiden. Want u bent enthousiast over de stelselwijziging begrijp ik
inmiddels en die zou eigenlijk de oplossing zijn voor alle verliezen die we de komende jaren gaan
pakken op de grondpositie. En nu dient u een motie in om een uitwerking voor financiële dekking
voor de verliezen die we gaan lijden op Via Breda. Vertrouwt u niet op de stelselwijziging of hoe
ziet u dat dan in relatie tot elkaar? Het is wel belangrijk dat we dat gedekt hebben nu.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Blankenstein.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Nou, zo zie ik dat niet. De stelselwijziging is een methode om de huidige problemen aan te pakken.
En bij Via Breda zien wij nog problemen op ons af komen. Vandaar dus de motie.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Dan...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik dan nog? De stelselwijziging wordt nu naar voren gehaald, al dat geld, voor een
deel wordt dat gebruikt voor huidige verliezen en de rest zal allemaal nuttig zijn voor de
toekomstige verliezen. Maar daar heeft u dus blijkbaar geen vertrouwen in.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Zo hebben wij de stelselwijziging niet geïnterpreteerd, zoals u die nu voorstelt.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer en ik geef nu het woord aan mevrouw Van Beek namens het CDA.
Gaat uw gang, mevrouw.
Het woord is aan mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Dank u wel, voorzitter.
De jaarrekening is het moment waarop we de financiële situatie van de gemeente Breda in beeld
brengen en waarop inzichtelijk wordt gemaakt wat de meevallers en de tegenvallers van het
afgelopen jaar waren en welke gevolgen die hebben voor het meerjarenperspectief. Het is tevens
het moment om terug te blikken en te bezien welke resultaten het ingezette beleid heeft gehad. De
uren die ik doorbracht met het dikke boekwerk van de jaarrekening voor me, deden ook mijn
gedachten terug voeren naar de start van deze coalitieperiode. Een start die begon met de
boodschap dat er drastisch bezuinigd zou moeten worden. Er zijn wel eens leukere boodschappen
aan de start van een coalitieperiode. Aan de ene kant een noodzakelijk kwaad om de financiële
huishouding weer op orde te krijgen, waarbij we maar liefst 130 miljoen verlies op grondposities
hebben moeten nemen. Aan de andere kant zag het CDA dit ook als een uitdaging. Laten we kijken
