303 niet over. En nee, noch de Rekenkamer, noch minister Plasterk en zelfs niet de vurige en ferm gebrachte hartstochtelijk gemeende argumenten van de heer Van Lunteren hebben mij kunnen overtuigen. Nee, wat Leefbaar Breda betreft, is kennelijk het belangrijkste punt van het jaarverslag, de stelselwijziging, rechtmatig en kan ik met het jaarverslag, de resultaatbestemming en het pre advies akkoord gaan. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Nog andere leden van uw raad? Dan kijk ik even naar de wethouders. Wil het college, willen de wethouders eerst reageren? Of zal ik eerst? Wethouder Boelema. WETHOUDER BOELEMA: Dank u wel, voorzitter. Ja, volgens mij is aan u ook iets gevraagd als voorzitter van de raad om daarop te reageren..., DE VOORZITTER: Ja, dat doe ik ook. WETHOUDER BOELEMA: Ik denk dat het gepast is om dat even eerst te doen. DE VOORZITTER: Er is natuurlijk een motie ingediend met toch een bijzonder verzoek en ik denk dat het goed is dat ik daar toch mijn appreciatie, mijn opvatting, daarover geef. Laat ik eigenlijk gewoon zeggen dat het naar mijn mening gaat om een kwestie waarin uw raad zelf in eerste instantie, maar ook in de laatste instantie, bevoegd is. En verschillen van mening tussen fracties ten spijt, - zo komt dat vaker voor -, is dat volgens mij altijd ook de uitkomst van het debat. En de stemming en het besluit van de raad is daarin bepalend. Zo werkt de democratie. Ik ga er ook op in. Ik had ook op formele gronden kunnen zeggen: de opvatting is pas aan de orde als het tot een besluit is gekomen. Maar dan ben ik erg formalistisch en dat wil ik niet. Dan doe ik het debat tekort. En ik zie ook wel dat de taak- en rolopvattingen en het denken over de positie van de burgemeester aan vele veranderingen onderhevig is. Maar ik heb nog wel een positie zoals die is. En om vervolgens de burgemeester op te roepen denk ik om een besluit waarin u als fractie zich niet in kunt vinden, - en dat wil ik en moet ik en mag ik respecteren -, maar om dat ter beoordeling voor te dragen komt om die burgemeester, en laat ik daar ook helder in zijn, primair niet over als getuigend van een goed begrip en het respect voor een democratisch proces waarin u hier tot een opvatting moet komen. En er zijn andere overheden en die kunnen daar een rol in pakken, aan de voorkant, aan de achterkant. Maar ik stel wel vast dat die in de voorkant tot heden niet terminologieën hebben gehanteerd zoals hier toch ook behoorlijk zwaar wel gebezigd zijn. En laat ik maar meteen helder zijn. De bevoegdheid om een raadsbesluit ter vernietiging voor te dragen, is voor de burgemeester nog altijd een discretionaire bevoegdheid. Wat betekent dat? Laat ik daar ook maar duidelijk over zijn: dat de burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan en niet als voorzitter van uw raad daarin zijn eigen afweging maakt. En dat zal ik altijd blijven doen. En u kunt wat dat betreft, en dat zeg ik ook in algemene zin, zoveel mogelijk moties indienen als u wilt, maar het is niet aan u als raad om de burgemeester tot gebruik van deze bevoegdheden te leiden. Ik vind dat principieel onjuist. En dan kom ik in een andere rol. En die rol wens ik niet te hebben. Maar u mag er wel op vertrouwen als bij enig voornemen bij het voordragen voor een beoordeling, of laten we misschien het gevoelen daarachter ook maar durven uit te spreken, tot vernietiging, - want zo moet u dat eventueel ook zien -, dat ik dan een voornemen altijd bij u tijdig bekend zal maken. En daarin maak ik altijd nog mijn eigen afweging. En meer heb ik u hierover niet te melden. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, ik wil hier misschien nog wel een opmerking over maken. Een motie heeft pas kracht als deze door de raad bekrachtigd is. Maar ik leg het voor aan de raad om dat verzoek met mij te delen en u op te dragen. Dat dus om dat even helder te hebben. En ik zou heel graag dat politieke debat hier in de raad voeren en mijn gelijk daarover krijgen. Maar blijkbaar lukt dat niet en krijg ik geen meerderheid voor die motie. Maar dan is het wel duidelijk dat dat signaal geprobeerd is. DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 43