310
MEVROUW KOGER:
Mijnheer de voorzitter, ik begrijp het niet.
Wilt u even uitleggen wat u bedoelt?
MEVROUW VAN MOURIK:
Mijnheer de voorzitter, liever niet.
Dank u voorzitter.
Ik krijg het er warm van.
Bij de behandeling in de commissie gaven we aan dat de Partij van de Arbeid zich kan vinden in het
overgrote deel van de herijking van het parkeerbeleid. We kunnen instemmen met de wijziging van
de parkeernormen.
De voorgestelde werkwijze bij de aanwijzing van een nieuwe vergunninggebied, lijkt heel
zorgvuldig. Een pro actief beleid ten aanzien van vergunningen op basis van gedegen onderzoek
kan op instemming van de Partij van de Arbeid rekenen en het beperken van de
vergunningsgebieden is een goed idee.
We hadden in de commissie onze twijfels over een zin in de werkwijze namelijk dat het college de
uitslag van de parkeerenquête niet meer als bindend beschouwt. In de commissie gaf de
wethouder aan dat het er in uitzonderlijke gevallen en weloverwogen soms afgeweken moet
kunnen worden van de uitslag van de parkeerenquête om eventuele parkeerproblemen in een wijk
aan te kunnen pakken. Dat vonden wij een redelijke uitspraak maar volgens de Partij van de
Arbeid, geeft de uitkomst van de parkeerenquête wel een duidelijke indicatie van het draagvlak
voor invoering van het vergunningengebied wat wij een heel belangrijk feit vinden bij het invoeren.
Daarnaast vindt de Partij van de Arbeid dat alleen gemotiveerd en met zwaarwegende argumenten
afgeweken zou mogen worden van de mening van de bewoners en dus van de uitkomst van de
parkeerenquête en dat als er afgeweken wordt van de uitkomsten van de parkeerenquête, dit voor
dat het besluit wordt genomen, besproken moet zijn in de functionele raadscommissie.
Zoals mijnheer Lips van het CDA al zegt, we hadden het het liefst ter advisering willen voorleggen,
maar we hebben begrepen dat het procedureel niet mogelijk is in verband met mandatering aan
het college. Kan de wethouder daar een toelichting op geven? Anders dan is namelijk een zinnetje
in de motie zo veranderd. Want in de commissie gaf de wethouder aan dat als de raad dat wilde,
dat wanneer het college toch een vergunningsgebied wil aanwijzen, in afwijking van de uitkomst
van de parkeerenquête, zij dit terug zal melden aan de raad. Nou, wij willen dat heel graag. En
daarom dien ik een motie in die mede ondertekend is door de SP, Leefbaar Breda en Breda'97.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Draagt het college op indien het college in afwijking van de uitkomst van een gehouden
parkeerenquête wenst over te gaan tot invoering van een vergunningenzone in een wijk of gebied,
dit besluit voornemen ter bespreking voor te leggen aan de functionele raadscommissie.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Het woord is aan mevrouw De Bie namens D66.
MEVROUW DE BIE:
Dank u wel, voorzitter.
Ook wij hadden in de commissievergadering wat vragen over de democratische legitimering wat
betreft het probleemgestuurd instellen van de vergunningenzone. Dat is wel een heel erg lange zin.
Het antwoord bleef, wat ons betreft, ook nog wat ongewis. Wij willen we de wethouder dus nog
eens vragen op welke wijze hij gaat bepalen wanneer hij geen gebruik gaat maken van de
uitkomsten van een enquête. Worden de opkomst en de meerderheidscriteria van 60% hier nou
voor gebruikt of niet? En als het andere criteria zijn, dan wil D66 graag weten welke dat zijn.
Daarbij hoort, wat ons betreft, meteen ook de vraag hoe en op welk moment in het proces de
wethouder de raad hierbij gaat betrekken.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Mijnheer Scheltens, GroenLinks, gaat uw gang.
DE HEER SCHELTENS:
Dank u wel.
Prettige volgorde van het geven van spreektijd, want mevrouw Van Mourik heeft mij ook
gestimuleerd om dat woord nog maar een keer te gebruiken. Dus we kunnen grotendeels