312
parkeerplaatsen moet afnemen a raison van 5.000,— voor€ 85.000,—. Dat is voor zo'n bedrijf
gewoon niet te betalen. Hoe gaat u daar nou verder mee om?
WETHOUDER AKINCI:
Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik even geen uitspraak durf te doen over die specifieke casus om 2
redenen. Ik weet, het college spreekt altijd met een mond maar ik zat nog niet in deze functie toen
die specifieke casus speelde en volgens mij is hij, maar dan ga ik misschien al net iets verder dan
mijn kennis reikt, uiteindelijk ook binnen de redelijke grenzen die er zijn, opgelost.
Maar het is met name de bedoeling, en wij hadden bijvoorbeeld, een van de voorbeelden die
genoemd zijn vorige keer was de Wijnbar. Dat was ooit een electronicazaak. Daar komen relatief
weinig mensen op af. En als ze er al op af komen, parkeren ze kort. Die zijn niet met z'n achttienen
tegelijkertijd daar binnen. Overigens dateert die functie ook nog van voor die parkeernormering.
Maar een Wijnbar heeft tegelijkertijd meer klanten waarvan een deel, of gasten moet je zeggen in
de horeca, waarvan een deel tegelijkertijd en misschien voor een deel ook wel met de auto komt.
Ik adviseer hen trouwens om dan niet meer dan 2 wijntjes te drinken...,
DE HEER LIPS:
Mijnheer de voorzitter, ik wil een interruptie.
Het lijkt me verstandiger om met de taxi naar de Wijnbar te gaan.
DE HEER AKINCI:
Nou ja, dat wilde ik net zeggen. Maar goed, als je het houdt bij een wijntje...,
DE VOORZITTER:
Zullen we even proberen, gezien de tijd, even de zaak kort en beknopt te houden.
Dus wethouder, gaat u verder.
WETHOUDER AKINCI:
Maar nogmaals, die afkoop in het Parkeerfonds is goedkoper dan het zelf moeten realiseren van
een parkeerplaats en bedoeld voor kleine ondernemers, bijvoorbeeld bij een
bestemmingsplanwijziging om toch hun onderneming te kunnen blijven uitvoeren. Ik wil dat heel
helder hebben. Het is niet het frustreren van kleine ondernemers.
DE HEER STUBENITSKY:
Daar ben ik, als ik even mag interrumperen voorzitter, daar ben ik het direct mee eens dat dat niet
is om die kleine ondernemer te duperen. Maar waarom wordt er dan wel toegestaan dat er dan bij
Achter de Lange Stallen 800 parkeerplaatsen komen terwijl er volgens de normen 1610 zouden
moeten? Is daar geen enkel dwangmiddel te bedenken om daar 1610 parkeerplaatsen te krijgen?
WETHOUDER AKINCI:
Ik moet heel eerlijk zeggen dat op basis van, er ligt nog geen specifiek bestemmingsplan volgens
mij. Dus over de normen in die zin bij zulke grote aantallen moetje dus op een gegeven moment
gaan kijken is er sprake van dubbel gebruik, is er sprake van mobiliteitsplannen, komen mensen
op een andere manier. Dus daar kijkje dan bij die grote, echt grote ontwikkelingen, iets
genuanceerder naar. Maar in beginsel geldt ook voor zo'n grote ontwikkeling de parkeernorm en
moet de ontwikkelaar eerst maar eens bewijzen dat het er echt te veel zijn voordat we aan onze
kant gaan meedenken over ja maar welk aantal parkeerplaatsen is dan daadwerkelijk reëel. Dat
even over dat punt.
De rest van de discussie ging volgens mij met name, en dan hoeven een hele hoop zaken over
mobiliteitsplannen en dergelijke niet te behandelen omdat we dat in de commissie al gedaan
hebben. Want ook dat is een mogelijkheid. Kom met een goed mobiliteitsplan waardoor mensen op
een andere manier dan met de auto komen. En dan kun je ook op die manier als ondernemer die
parkeernorm beïnvloeden. Dat zijn pilots waarmee we in de toekomst willen gaan experimenteren.
Maar het majeure punt volgens mij is die wethouder die de wens van de bewoners in de wijk
helemaal naast zich neer legt om eigenstandig maar te bepalen of er ergens een
vergunningengebied bij moet komen of niet. Dat is niet de bedoeling. Niet in de groteske wijze
waarop het wordt neergezet.
In de richting van de heer Veenenbos. Ik heb niet gezegd dat bij onvoldoende respons het college
zal besluiten tot het verlenen van een vergunningengebied. Ik heb gezegd: op het moment dat de
uitslag niet geldig is vanwege gebrek aan respons, of op het moment dat je net niet die 60% in een
vergunningengebied haalt, het college bij zwaarwegende argumenten anders zou kunnen besluiten.
DE HEER VEENENBOS:
Voorzitter...,