MEVROUW VAN MOURIK:
Er staat ook in de motie: vooraf. En dat wil ik even benadrukt hebben.
WETHOUDER AKINCI:
Ja pardon. Evident. Ja. Verantwoording achteraf is ook leuk, maar verantwoording vooraf is wat
zinvoller. We hebben ook nog zoiets als een raad, met een Vragenuur en de mogelijkheden om de
wethouder een opdracht te geven die als die zich naast zich neer legt vermoedelijk leidt tot een
andere vorm van moties. Ik vermoed dat op het moment dat u als commissie zegt, wethouder we
zijn het niet met u eens, uw argumenten om af te wijken zijn niet zwaarwegend genoeg, dat ik of
mijn opvolger daar ook naar zullen luisteren.
U zegt waarom niet, of althans dat vroeg volgens..., ja u vroeg dat, anderen vroegen dat ook.
Waarom ligt de beslissing nou niet helemaal bij de raad? Wij hebben in het verleden tal van zaken
gemandateerd. Als u dit weer helemaal bij de raad zou willen leggen..., U heeft overigens wel de
bevoegdheid om het beleid vast te stellen nietwaar; dat doet u nu. Als u zegt wij willen op
individueel vergunningengebied die beslissingsbevoegdheid helemaal terug naar de raad, dan zult u
op tal van andere gebieden volgens mij ook de mandatering naar het college moeten intrekken. Ik
durf even niet te zeggen, - dan moet u echt een jurist hebben, ik had me op die vraag niet
voorbereid -, in hoeverre dualisme het mandaat ook niet gewoon zo letterlijk bij het college neer
legt. Maar ik hoop met het tegemoet komen aan uw motie, althans met het uitvoeren van uw
motie indien uw raad hem aanneemt, voldoende waarborgen te hebben in het systeem. Ik denk in
ieder geval van wel.
Tot slot nog 2 vragen voorzitter. Ik denk dat ik impliciet de vraag van mevrouw De Bie ook al heb
beantwoord: wanneer zou de wethouder willen afwijken. Ik denk dat die in de overige
beantwoording al is meegenomen.
2 Vragen nog van de heer Scheltens. U baalt er enerzijds, - als ik dat woord mag gebruiken een
beetje van dat dit college met het ophogen van de normering het autogebruik verder faciliteert.
Nou nee, dat is niet de bedoeling. Maar met het vaststellen van de normen proberen we wel te
zorgen dat die auto's, die toch op een bepaalde voorziening af komen, ook een plek hebben.
Anders parkeren ze namelijk op het fietspad of op het voetpad en daar zit niemand op te wachten.
Dat gebeurt er wanneer er meer dan 100% bezetting is in een bepaald gebied qua
parkeerplaatsen. Of de auto's worden op elkaar gestapeld maar...,
Het tweede, het verlagen van de parkeernormen, vindt u een goed idee. Daar waar dat kan, is dat
misschien een goed idee maar we doen dat onder andere bij studentenwoningen in het centrum
waarbij we denken: studenten hebben al niet het hoogste autobezit in de stad en in het centrum
zullen zij nog meer met het openbaar vervoer of met de fiets doen. Ja, maar op een aantal punten
gaan we ook verhogen om te zorgen dat ontwikkelaars van grote projecten ook zelf
verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de auto aantrekkende werking die zij zullen
hebben in de stad.
Het allerbelangrijkste, - en dat is ook meteen mijn slotopmerking voorzitter is dat we in ons
mobiliteitsbeleid, en daar komen wij later nog over te spreken, ook proberen werk te maken, zelf
als gemeente, maar ook verantwoordelijkheid leggen bij andere ontwikkelaars, om te zorgen dat zij
initiatieven nemen om te komen tot een andere verdeling van de mobiliteit, namelijk iets minder
auto en iets meer fiets en openbaar vervoer, zodat de stad voor iedereen, hoe je ook komt,
bereikbaar blijft.
2e termijn.
DE VOORZITTER:
Ik dank u wel.
Wie van u voor een 2e termijn?
Het woord is aan de heer Veenenbos.
DE HEER VEENENBOS:
Dank u voorzitter.
Nou goed, wij zullen de motie steunen. De motie is wel een verbetering van het voorstel maar wij
vinden hem nog niet ver genoeg gaan. En nou ja goed, in de beantwoording van de wethouder
hebben we ook zoiets van: nou ja goed, als die spelregels zoals hij die nu schetst niet in het stuk
staan, waarom neemt hij dat dan niet meteen op.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Mijnheer Stubenitsky.
