428 Ik heb de andere motie en die spreekt over het omarmen van het initiatief tot oprichten van het tennispark vanuit de lijn die de initiatiefnemers al al die tijd hanteren, dat is namelijk uitgaan van die eigen verantwoordelijkheid en het organiseren en onderzoeken op zelfstandige wijze. En naar de mening van D66 en de andere indienende fracties zijn er echt nog wel mogelijkheden voor deze initiatiefnemers om dit te realiseren. Vandaar de motie, voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Verzoekt het college het initiatief tot oprichting van een tennispark in Breda Zuid West te omarmen als een mooi voorbeeld van burgerkracht en het nemen van eigen verantwoordelijkheid door onze inwoners. Met de initiatiefnemers pro actief te wisselen over mogelijke kansen en locaties die voor het initiatief tot realisatie van het tennispark in Breda Zuid West in aanmerking komen. Ondertekend, D66, GroenLinks, VVD, CDA, Partij van de Arbeid, Trots op Nederland. Maakt deel uit van de beraadslagingen. Dank u wel. Nog andere leden van DE HEER DE BEER: Ik wil er nog aan toevoegen dat wij content zijn met het plan wat er ligt voor de Dreef. Maar we zullen de realisatie zeer scherp in de gaten houden. We zijn ook blij met het tot stand komen van het bestemmingsplan. We hebben er veel positieve geluiden over gehoord. Dank u wel. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen aan de heer De Beer? Want hij trok een motie in die hij inderdaad had verspreid. U refereerde wel even aan de motie van GroenLinks maar hoe beoordeelt u die nu in het licht van de woorden die de burgemeester net sprak? Pardon, amendement van GroenLinks. DE HEER DE BEER: Ik heb zelf veel onderzoek gedaan in de aanloop naar de vergadering van vorige week. En toen kwam ik tot dezelfde conclusie zoals de burgemeester die net heeft verwoord. En dan had ik nog het zachtere instrument van een motie gekozen. Dus het is goed. Dank u wel. DE VOORZITTER: Ik geef nu het woord aan wethouder Arbouw. WETHOUDER ARBOUW: Ja voorzitter, in principe is er slechts een vraag gesteld die ik meepak. Dat is de vraag van het CDA van de heer Hendrickx inzake de 10 meter afstand van het perceel van de heer Van Campenhout. Daar heb ik nadrukkelijk met u naar gekeken. In de gesprekken die hiervoor ten aanzien van de initiatiefnemers voor de Dreef zijn gevoerd. Er ligt ook een akoestisch onderzoek onder die dat beoordeeld heeft en dat is ook de reden waarom in de omslag staat dat die 10 meter als aanvaardbaar wordt beoordeeld op grond van alle regels die we hebben. Natuurlijk moet het nog verder in gedetailleerde vorm uitgewerkt worden en zullen we natuurlijk ook goed kijken naar die afstand of het helemaal in overeenstemming is met het onderzoek wat is uitgevoerd. Voorzitter, wat dat betreft, dan het plan van de Dreef en zijn wij heel erg blij dat het op het laatste moment nog gelukt is. Ik moet wel zeggen dat het, wat mij betreft, eens maar nooit meer is om het op deze manier te doen. Het toeval was omdat de originele versie we dit al meegenomen hadden voor de rechtstreekse bestemming dat dus ook de belangen van alle mensen die er rondom heen wonen in ieder geval niet in het geding zijn deze keer. Daarom konden we dit doen met uitstel. Maar het is natuurlijk geen normale gang van zaken. Ten aanzien van het tennispark wil de heer Bergkamp volgens mij nog even reageren. DE VOORZITTER: Wethouder Bergkamp. WETHOUDER BERGKAMP: Mijnheer de voorzitter, met uw goedkeuring. De. wethouder Sport stelt vast dat we in Breda stadsbreed een overcapaciteit van tennisbanen hebben. Dus het nu toevoegen van tennisbanen leidt tot concurrentie elders. De wethouder Wijkontwikkeling is heel erg enthousiast over het burgerinitiatief wat uit het dorp komt. Maar de wethouder Grondbedrijf maakt zich zorgen over het financiële consequenties van met name het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 101