347
uitvalsbasis van criminelen worden. En we willen dat ook bij de continuering van de taskforce ook
de aandacht verbreed wordt naar de hele regio.
DE VOORZITTER:
Verzoekt het college het initiatief taskforce B5 evenals de Provincie heeft besloten ook de komende
2 jaar te continueren en bij de Begroting hiertoe met een voorstel te komen en bij de overige
steden binnen de B5 een soortgelijk verzoek neer te leggen.
De mogelijkheden te onderzoeken voor een samenwerking die breder is dan die van de huidige B5.
Is ondertekend door de VVD.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER ERNST:
Volgens mij kan ik dan ruim voor de verstreken tijd mijn laatste zin uitspreken:
Want samengevat, werkt de VVD dus aan minder regels, aan meer veiligheid en wil de VVD dat
iedereen meedoet.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Zijn er nog vragen?
Mijnheer Stubenitsky en Mijnheer Van den Berg.
Mijnheer Stubenitsky.
En dan Mevrouw Haagh, ja, ja.
Mijnheer Stubenitsky.
Het was nog geen 6 minuten.
Gaat uw gang.
DE HEER ERNST:
Dat is het fijne als je gewoon tijd
DE HEER STUBENITSKY:
Ik kon net niet interrumperen omdat mijnheer Ernst nog niet aan die 6 minuten zat. Maar in de
commissievergadering kunnen de jongeren inspreken.
En dan heb ik nog een vraagje. Ik denk dat dat dezelfde vraag is als mijnheer Ernst, correctie,
mijnheer Van den Berg. Dus ik laat die even aan mijnheer Van den Berg over. Als die hem niet
stelt, wil ik hem stellen.
DE HEER ERNST:
Ik zal even reageren, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Ernst.
DE HEER ERNST:
Kijk, het manifest werd ludiek hier aan de deur gespijkerd. Dat is een verwijzing naar Maarten
Luther die dat ook deed. Wat wilden die? Die wilden in gesprek gaan. En die wilden niet dat er over
hen gesproken werd en vooral niet met een leuk puntig lijstje waar we dan in 4 commissies..., en
daarvan heb ik gezegd: dat lijkt me niet de juiste manier. En volgens mij is wat wij nu besloten
hebben: laten we hen lekker uitnodigen en met elkaar gewoon van gedachten wisselen en het
daarna afsluiten met iets gezelligs. Dar lijkt me een veel probater middel om met jongeren in
gesprek te gaan dan hier in een vergadersetting.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Ik heb nog een vraagje over de motie deregulering dienstverlening. Volgens mij heb ik jaren
geleden dat al eens langs de snelweg gezien: minder regels, meer VVD, als een van uw bekende
leuzen. Maar nu heeft u 3 jaar de tijd gehad en nu komt u coalitiebreed met een dergelijke motie.
Is dat nou een motie van wantrouwen tegen het eigen college? Maar goed, op zich vinden we hem
niet verkeerd want ik kan daar best wel mee meegaan. En eigenlijk vragen wij in onze motie van
de buurthuizen niet veel anders: denk gewoon mee en faciliteer. Dus als ik nu met u mee stem,
doet u dan met mij mee?
