349
Mijn vraag heeft betrekking op de motie over de taskforce tegen de aanpak van de georganiseerde
criminaliteit. Wij zijn van mening dat de taskforce een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de
aanpak daarvan. In de Provincie is er inderdaad de intentie om daar mee door te gaan. Het is mij
niet bekend hoeveel budget de Provincie daar tegenover zet, om daarin te blijven investeren en
wat dus ook de financiële consequentie is van uw motie. Dus dat is eigenlijk mijn vraag. Hoe schat
u die financiële consequentie in en welke dekking heeft u daarvoor?
DE HEER ERNST:
Zoals ik al eigenlijk bijna begon, vragen wij niet meteen om geld maar om het uitwerken van
scenario's. Dat is ook de strekking van de motie. We willen hem ook breder trekken, breder in de
regio en kijken hoe mensen daarbij betrokken kunnen worden. We zijn daar de afgelopen tijd, per
jaar geloof ik, zijn we daar een ton aan kwijt geweest, De Provincie en de landelijke overheid
hebben daar veel, veel meer geld ingestoken, en ik denk dat je in ieder geval moet kijken, ook als
je het breder trekt, wat dan de financiële consequenties zijn. Daarom vraag ik ook om uitwerkingen
van scenario's en willen we ook niet ook al er een besluit over nemen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
3a voorzitter, sowieso mooi dat de VVD nu ook eindelijk wel de stad ziet en wil luisteren naar de
stad Ik zie dat meer als winstpunt dan dat ik daar kritiek op heb. Welkom.
Maar mijn vraag is meer. U heeft het over veiligheid en het op orde houden van de begrotingen
van de gemeente. Maar de vraagstukken die voorliggen, die op ons af komen, zijn
werkgelegenheid, goede zorg voor mensen, hoe houden we hen uit de armoede, hoe houden we
het een beetje leefbaar in de stad. En daar hoor ik u eigenlijk heel weinig over zeggen. Heeft u er
geen mening over hoe we werkgelegenheid in de stad moeten hebben en hoe we de zorg
organiseren? Want dat is toch iets wat keihard op ons af komt.
DE HEER ERNST:
Ja
DE VOORZITTER:
Mijnheer Ernst.
DE HEER ERNST:
Dat zijn inderdaad grote zaken die op ons af komen. Heel veel dingen zijn al in gang gezet me
Meedoen@Breda. Een aantal accenten willen wij daar nog bij benadrukken. Daar hebben we oo
aangesloten bijvoorbeeld bij een PvdA. Maar het is niet zo dat wij zeggen van: de dingen die nu op
ons af komen, die moeten we nu in deze vergadering helemaal aftikken. Daar hebben wij volgens
mij in deze hele coalitieperiode ook met elkaar in deze raad en in deze setting heel hard aan
gewerkt.
DE VOORZITTER:
Tot slot nog een interruptie en dan stel ik voor dat we tot een afronding proberen te komen.
Mijnheer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Ja nog een vraag voor mijnheer Ernst en iets concreter dan mijnheer Van den Berg die stelde. U
stélt in uw motie, dienstverlening, die wilt u verbeteren en de dienstverlenende houding verder
verbeteren. Betekent dit dat u de motie van Breda'97 over de burgerloketten in de dorpen steunt.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Ernst
DE HEER ERNST:
Nee want ik vind, kijk je kunt niet zeggen dat alles wat met dienstverlening te maken heeft, dat
we dat in stand houden. Je moet het allemaal beoordelen. Het is ook deze week in de commissie
geweest. Daarbij is toch wel enige twijfel gerezen bij het sluitend maken van de businesscase. De
gronden waarop namelijk de initiatiefnemers menen dat het namelijk wel kan, dat is toch een hele
grote mate van vrijblijvend en vrijwilligheid. En daar kun je natuurlijk geen businesscase op
bouwen Dus ja, goed nadenken hoe we bijvoorbeeld saamhorigheid en een serviceniveau op orde
kunnen maken. Volgens mij heeft het college bij monde van de wethouder daarvoor ook een
aantal suggesties gedaan die volgens mij daar heel erg goed in de buurt komen en die ook