350
namelijk van andere buurten zijn overgenomen,waar het initiatief namelijk helemaal uit de wijk
kwam.
DE VOORZITTER:
Goed. Dan dank ik u.
En het woord is aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, vanavond bespreken we de laatste Voorjaarsnota in deze bestuursperiode. Het is een
Voorjaarsnota waarin het college aangeeft haar eigen koers krachtig door te zetten. Dat is een
koers die de Partij van de Arbeid deels goed vindt. Bijvoorbeeld de wijze waarop wethouder Arbouw
met zijn ambtenaren zorgvuldig nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen oppakt en bestemmingsplannen
actualiseert.
En ook zijn de financiële cijfers op orde. Geen sinecure in deze tijd. En daarvoor verdient de
wethouder Financiën respect.
Maar de Partij van de Arbeid deelt de koers van het college zeker niet als het gaat om het sluiten
van bijvoorbeeld sommige buurthuizen, als het gaat om de miljoenen voor het ophogen van een
brug voor een paar plezierboten en als het gaat om het gebrek aan ruimte en nieuwe ideeën vanuit
burgers en organisaties. De keuzes die het college maakt op deze terreinen, zijn zeker niet de
keuzes van de Partij van de Arbeid. Maar daarmee vertel ik vanavond niets nieuws.
De 3 speerpunten van de Partij van de Arbeid, werk, werk, werk, zijn ook niet nieuw voor u. Werk
is de beste vorm van participatie, werk is de beste sociale zekerheid die er is. En als er op het
terrein van werk grote tegenslagen zijn, dan moet een goede kapitein een nieuwe koers uitzetten
en niet de oude koers blijven varen. En het is die bijstelling van die ambitie die volledig mist in
deze Voorjaarsnota. En de Partij van de Arbeid begrijpt daar niks van. Want tegenslagen zijn er
volop in tijden van crisis. En de tegenslag waar helaas heel veel Bredanaars mee geconfronteerd
worden, is het verlies van hun baan of, wat veel jongeren treft, niet eens een kans hebben op een
eerste baan. Mensen verliezen zekerheid, en verliezen ook vertrouwen in de toekomst. Werk is dus
de grootste uitdaging voor het komend jaar.
Nu zult u denken: ja, wat kunnen we daar in Breda nou precies allemaal aan doen in tijden van
crisis. Je moet dat ook niet als Breda alleen willen doen. Je moet dat samen doen, met werkgevers,
het UWV, onderwijs, regio en vakbonden. Samen moeten we alle zeilen bijzetten. De Partij van de
Arbeid wil namelijk dat Breda straks boven aan de lijst staat van de sterkst groeiende
arbeidsregio's en niet boven aan de lijst van de sterkst groeiende bijstand of de top van de
jeugdwerkeloosheid. En het kan niet anders zijn dan dat u ook een andere ambitie heeft.
De Partij van de Arbeid wil met een 3 tal moties op het gebied van werk en participatie een stap
vooruit zetten naar een krachtige ambitie op het gebied van werk.
Met ons le voorstel willen we investeren, investeren in het Bredase leerwerkbedrijf en vooral ook
investeren in andere Bredase trajecten om mensen aan werk te helpen. Zoals bijvoorbeeld, - en
het is maar een voorbeeld -, de aanpak van Tientjes. Een extra investering in 2013 en 2014, met
een extra investering kan de kwantiteit en de kwaliteit omhoog, zodat ten eerste aanvragen tijdig
worden behandeld, binnen de wettelijke termijnen sowieso, ten tweede mensen uitstromen met
voor hen geschikte trajecten waar ze ook gelukkig mee zijn en ten derde werkgevers in de regio
intensief worden benaderd en op andere manieren worden betrokken om mensen aan het werk te
helpen door hun vacatures ook daadwerkelijk open te stellen voor mensen met een uitkering. Het
is met de huidige arbeidsmarkt namelijk niet zo dat je als je een sollicitatiecursus volgt bij Atea, er
daarna een baan op je wacht. Er is echt veel meer voor nodig. En die slag maken naar een andere
aanpak duurt te lang op dit moment. Investeren dus in kwaliteit en kwantiteit op het gebied van
participatie en werk zodat hier meer mensen in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. En
naar de toekomst durven te kijken.
Het 2e voorstel van ons op het gebied van werk betreft jongere werklozen. Vanuit het Rijk zijn er
extra middelen vrij gemaakt voor het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. En voor 1 juli moest
daar ook een plan vanuit de regio worden ingediend. De Partij van de Arbeid heeft ons college in
april al gevraagd om in ieder geval hier aan de slag te gaan met de Startersbeurs. Het college zei
toen dat het daar later op terug zou komen. En tot onze grote verbazing zit de Startersbeurs niet in
de aanpak die nu wordt voorgesteld. Maar wethouder Meeuwis heeft het voor elkaar gekregen om
de Baanbonus nu ook extra voor de jeugd in te zetten. Waar de jeugd behoefte aan heeft, deze
doelgroep, is kansen op leerwerktrajecten, kansen op hun eigen niveau. Ze moeten daar ook zelf
vooral naar gaan zoeken. Kansen op netwerken, contacten en een stukje scholing, omscholing als
het nodig is. En daar is de Startersbeurs precies voor bedoeld. Vandaar dat we een voorstel zullen
doen om juist in Breda waar 1/3 van deze werkloze jongeren zitten in deze regio, de Startersbeurs
te gebruiken om hen echt te sturen in hun goede richting.
Een 3e voorstel, en ik zei het al even bij mijn inleiding: Breda kan het niet alleen en heeft als
centrumstad een hele belangrijke en trekkende rol in de regio. Landelijk is er een sociaal akkoord
