357
u tot nu toe gewerkt heeft, heeft alleen maar mensen van ons afgedreven. En ja, dat er nu
pareltjes omhoog komen..., Ik zei laatst gekscherend: mijn oma vond bloembollen halverwege de
oorlog ook lekker. Op een gegeven moment is men creatief genoeg natuurlijk, en overlevingsdrift
is er altijd. Maar we moeten toch eens als gemeente op een heel andere manier de stad tegemoet
treden, lijkt mij. Dat bent u toch wel met mij eens dat dit nu echt een trendbreuk is met wat we
de afgelopen 3 jaar hebben gedaan.
MEVROUW VAN BEEK:
Nee, ik ben het daar absoluut niet mee eens. Ik zie pareltjes ontstaan omdat juist bewoners die
initiatiefnemer zijn en de gemeente elkaar vinden. Ik ben ook van mening dat we tot een
efficiëntere besteding van het belastinggeld, dat we maar een keer kunnen uitgeven, zijn gekomen.
En het is soms beter om niet altijd te blijven steken in stenen maar ook juist ook gericht op
activiteiten en hoe dat op een andere manier kan. En dan zie je juist nog veel meer van dat soort
parels ontstaan.
DE VOORZITTER:
Dan mijnheer Hardorff, Partij van de Arbeid.
DE HEER HARDORFF:
Ja voorzitter
DE VOORZITTER:
En dan mijnheer Van den Berg.
DE HEER HARDORFF:
Ik zou graag een vraag stellen aan mevrouw Van Beek. Want ik snap ook wel waarom de heer Van
Lunteren die opmerking maakt. Ook wat ons betreft, lijkt er een beetje sprake van een soort
spijtoptantenpolitiek bij het CDA. En waarom een spijtoptantenpolitiek? Omdat er diverse
ontwikkelingen door u zelf in gang worden gezet. U maakt deel uit van dit college om vervolgens
een soort halfslachtige redder uit te hangen.
Er zijn meerdere voorbeelden van. U heeft zelf in de kerntakendiscussie besloten om bijvoorbeeld
het Bredaas Museum bijna de nek om te draaien waar vervolgens de heer Elbertse zich opstelde als
iemand die het wilde redden.
We hebben de loketten gehad; die schaft u zelf af. Dat is een meerderheidsbeslissing van uw
college. Nou komt er een soort van loket van de toekomst in uw eigen motie.
We hebben de buurthuizen gehad. Ta da, daar was het Buurthuis van de Toekomst. En vervolgens
hebben we ook al die initiatieven van die mensen die op geen enkele manier konden beklijven bij
dit college. En dan komt u met een motie om eindelijk eens een andere attitude aan te nemen.
Heeft het CDA eigenlijk spijt van deelname aan dit college? Het lijkt wel een beetje zo.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Het CDA staat 100% achter dit college omdat wij juist ook zien dat dit college heel veel oog heeft
ook voor de maatschappelijke initiatieven en die waar mogelijk ook faciliteert. Je kunt nu eenmaal
het belastinggeld wat we hier hebben, maar een keer uitgeven. En wij denken dat dat op de juiste
manier is uitgegeven waardoor we in staat zijn gebleven om bijvoorbeeld een goed fatsoenlijk
armoedebeleid in stand te houden, om onderwijsvoorzieningen in stand te houden, etcetera, en
daarnaast ook de maatschappelijke initiatieven die waar het geld misschien niet altijd op efficiënte
manier naar toe ging, nu wel op een efficiënte manier naar toe gaat en waardoor juist extra veel
activiteiten kunnen plaats vinden.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, als ik daar toch nog heel even op mag reageren. Ik zie heus wel dat er keuzes gemaakt
zijn. En die moesten ook gemaakt worden. Alleen, wat er hier aan de hand is bij het CDA en wat
als patroon lijkt terug te keren, is dat u eerst moeilijke maatregelen neemt, en in plaats van dat u
daar voor staat, gaat u zoete broodjes bakken met een soort halfslachtige oplossingen waar u het
bordje "van de toekomst" achter plakt. De heer Van den Berg zei daar ook al iets over.
MEVROUW VAN BEEK:
Wij hebben altijd op het moment dat er beslissingen genomen werden, altijd gekeken naar wat
alternatieve mogelijkheden zijn, en juist om ook te bevorderen dat ook activiteiten door kunnen
gaan, omdat dat, wat dat betreft, voor ons voorop staat.