369 WETHOUDER BOELEMA: Dat frame wat u kiest, dat heb ik u net ook al gezegd en weersproken dat dat zo is. De algemene uitkering uit het Gemeentefonds staat los van de doeluitkeringen die wij krijgen van Zorg en de doeluitkeringen die wij krijgen voor bijstandsgerechtigden om onze uitkeringen van te bekostigen en te zorgen dat mensen natuurlijk uiteindelijk ook weer aan het werk raken. Het Gemeentefonds is een algemene pot die op basis verdeeld wordt tussen alle gemeenten op basis van een aantal kenmerken. Nou, daarin zijn een aantal variabelen veranderd en dus verandert ook de bijdrage die wij krijgen uit die pot als gemeente Breda. Dat gaat overigens gewoon ten koste van een aantal andere gemeenten waar die inwonersaantallen bijvoorbeeld gezakt zijn. Zo moet u dat zien. Dat is een pot en die verdelen we over 408 gemeenten. En uw aanname klopt ook niet waar het gaat over de budgetten in de zorg. Alle doeluitkeringen die Breda krijgt ten behoeve van de Zorg, die zetten wij ook in voor de zorg. Sterker nog, uit die algemene uitkering van het Gemeentefonds potten (proppen?) wij bepaalde dingen ook gewoon bij omdat wij met het niveau wat we met u zijn overeen gekomen ook zien zeg maar dat wij nou ja ook af en toe wat moeten bijplussen om dat ook te kunnen waar maken. Dus ik snap uw politieke stellingname maar hij klopt gewoon niet met de financiële feitelijkheid. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, maar dan gaat er dus geen geld ten koste van mensen nu de algemene middelen in? Dat is wat de wethouder zegt? WETHOUDER BOELEMA: Exact. De Meicirculaire laat zien dat onze eigen inschattingen, voorzichtige inschattingen, over wat wij uit het Gemeentefonds konden verwachten, soberder waren ingesteld dan nu uiteindelijk uit de Meicirculaire blijkt omdat een aantal kengetallen veranderd zijn waaronder bijvoorbeeld ons inwoneraantal en het aantal bijstandsgerechtigden. Dat betekent dat wij ten koste van een aantal andere gemeenten iets meer geld krijgen omdat de kengetallen iets naar beneden zijn bijgesteld en dat betekent dat wij daar vrijelijk over kunnen beschikken met wat we doen. En de lijn van het college is altijd geweest: incidentele meevallers zetten we in ter versterking van het weerstandsvermogen. Maar vanzelfsprekend komt die discussie vanzelf met de Begroting straks weer terug. Als we wat meer zicht hebben op of die meevallers zich daadwerkelijk gaan voordoen. En dan is het natuurlijk aan u hoe u daarmee omgaat. Het college komt met een voorstel maar het is aan u. DE VOORZITTER: Goed. Gaat u verder. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, ik denk dat de mensen die de indicatiestelling afgelopen jaren achteruit hebben zien gaan, daar heel anders over denken. DE VOORZITTER: Goed. Ik denk dat dit voldoende gewisseld is voor dit moment. Ik stel voor dat de wethouder verder gaat. WETHOUDER BOELEMA: Ja, dank u wel voorzitter. Dan zijn er een aantal inhoudelijke moties die mijn portefeuille raken. Om even te beginnen van voor af aan, de motie van de PvdA, over de toegang van ieder kind tot de Voorschool en de Peutertuin. En van D66. Ik kreeg een boze blik. En na dat compliment kan ik me dat niet veroorloven. Ik kijk even naar het dictum en ik begrijp wat u daarmee bedoelt. Laat ik zeggen: dit gaat met name om de kostwinnersproblematiek. En daar ben ik met verschillende oudercommissies over in gesprek geweest die mij daar ook op gewezen hebben. Dit is iets waar ik toevalligerwijze vanmorgen nog met zowel Kober als Surplus als de uitvoerders van dit verhaal over aan tafel heb gezeten en met hen naar het zoeken ben naar oplossingen. En die hebben ook te maken met een overgangsregeling. En die geldt wat mij betreft zolang dan tot minister Asscher een ei heeft gelegd over waar hij gisteren eigenlijk ook over rapporteerde, onder andere in de Volkskrant waarin hij eigenlijk zegt: het moet een soort basisvoorziening worden, 2 dagdelen ongeacht of ouders werken of niet voor peuters tussen 2,5 en 4. En de rest is op basis van, zeg maar, of een indicatie met een taalachterstand of op basis van het aantal gewerkte uren waarin kinderopvang in de toeslagsystematiek vergoed wordt. Dus wat mij betreft, als ik het zo mag uitleggen, kom ik denk ik een heel eind met de aanbieders omdat we eigenlijk diezelfde conclusie ook al getrokken hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 42