371 MEVROUW VAN BEEK: Voorzitter DE VOORZITTER: Tot slot, want ik denk dat hier al veel over gewisseld is. Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Vindt u echt dat er sprake is van piepen op het moment dat er zoveel handtekeningen verzameld worden en men serieus overweegt hoe men het zelf kan gaan oppakken? Ik vind dat een goed voorbeeld van een burgerinitiatief waarin men echt mee wil denken ook met de overheid. En ik neem aan dat u die woorden piepen op een andere manier..., of dat u die, nou ja, niet zo bedoelt. WETHOUDER BOELEMA: Ja tegelijkertijd concludeer ik dan, ik heb ook waardering en dat heb ik ook gezegd, ook in mijn contacten die ik de afgelopen dagen ook weer heb gehad met de Dorpsraad Ulvenhout over deze problematiek, dat ik enorm waardeer wat zij voor inspanning hebben gedaan. Ik heb dat ook afgelopen dinsdag gezegd. Bijvoorbeeld hoe zij zijn omgegaan met de verhuurder. Ik heb hen daar complimenten voor gemaakt. Want laat ik zeggen: wat wij niet voor elkaar kregen, kregen zij wel voor elkaar, een huurkorting. Dus in die zin denk ik dat dat alle lof verdient. Maar het is wel zo dat voor mij wel heel erg geldt: de stad is een en ondeelbaar. Dat staat in ons coalitieakkoord en dat betekent ook dat waar het voor het een geldt, het ook voor het ander zou moeten gelden. Ik vind dat dat wel een principe is wat we met elkaar wel zouden moeten hanteren. Voor Ulvenhout geldt, - en dan wil ik dan toch nog het een en ander over zeggen, en dan ben ik er klaar mee voorzitter, met de Loketten, maar u gaat er over natuurlijk -, dat de discussie was tussen 1 mei sluiten of 1 oktober. Ik ben met hen overeen gekomen dat wij de dienstverlening tot 1 oktober daar willen handhaven om hen ook de kans te geven om te kijken hoe je op een andere manier niet de service van het Burgerloket maar wel de kansen die zij zien voor vrijwilligers op een ruimere manier kunnen oppakken. Ondertussen loopt er ook bijvoorbeeld een initiatief rondom, dat noemen zij dorp U, dat heeft te maken met het Pekhoevecomplex. En ik zie daar hele goede mogelijkheden om het een en ander met elkaar te verbinden wat niet leidt tot, wat mij betreft in ieder geval, een hernieuwd Burgerloket ergens anders. MEVROUW GROENEWEG: Voorzitter, waren de mensen in Ulvenhout daar tevreden mee? WETHOUDER BOELEMA: Dat moet u zelf aan hen vragen. Wij zijn daarin netjes uit elkaar gegaan. Maar ik kan niet spreken voor andere mensen. Zij waren in ieder geval blij dat de discussie over 1 mei of 1 oktober hiermee van tafel was. DE VOORZITTER: Ik stel voor dat u dit afrondt. WETHOUDER BOELEMA: Dat is wat ik kan concluderen. DE VOORZITTER: We hebben hier al veelvuldig over gesproken. Er komen nog meer wethouders aan het woord en we hebben ook de afspraak om enige balans in spreektijden te hanteren. Dus ik vraag aan u allen ook om dat mogelijk te maken voor de portefeuillehouders zover dat kan. Dit is voldoende gewisseld. De wethouder gaat door. WETHOUDER BOELEMA: Dan ligt er nog een motie van de SP waarin wat selectief gewinkeld wordt in het Jaarverslag over de ambtelijke organisatie. Het klopt overigens dat die passage er staat op pagina 160. Dat gaat met name over de culturele instellingen. En nou ja goed, we weten al langer, ook in de onzekerheid waar bijvoorbeeld het Bredaas Museum met de toekomst zit is dat zo'n passage in zo'n Jaarrekening komt. Maar dat is absoluut niet een verhaal wat voor de hele organisatie geldt. U kunt namelijk in datzelfde Jaarverslag ook een uitgebreide paragraaf Bedrijfsvoering lezen van 4 pagina's waarin we uitgebreid verslag doen over de stand van zaken in onze organisatie rondom de reorganisatie en de doorontwikkeling daarvan. En afgelopen dinsdag heb ik u ook al toegezegd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 44