374
Voorzitter, ik denk dat dit natuurlijk een hele exercitie wordt om de hele toelichting hoe de hele
regio onder supervisie van 19 gemeenten in West Brabant opereert. Er liggen plannen voor die
Het RPA is een uitvoeringsplatform van de Regio. Breda voert het voorzitterschap daarvan. Maar
daar zitten 19 plus ik denk iets van bij elkaar 31 achterbannen achter die allemaal iets vinden. Dus
hoe dat helemaal gelegitimeerd wordt, ja
DE VOORZITTER:
Ik stel voor dat we daar nu niet op ingaan.
WETHOUDER MEEUWIS:
Nee.
DE VOORZITTER:
We hebben daar vorige week al even bij stil gestaan en dat brengt ons vanavond niet verder.
Ik stel voor dat de wethouder verder gaat met de beantwoording.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, dan heel even nog. Want ik vraag het omdat wanneer natuurlijk zo n plan zonder dat,
want we hebben het in de mededelingensfeer in de raad gehad -, zo doorgeleid wordt naar het
Rijk, dan kunnen wij feitelijk aan de voorkant er niks meer van vinden blijkt nu, maar alleen aan de
achterkant. Is dat dan wat de wethouder bevestigt?
WETHOUDER MEEUWIS:
Nee, waar u van uit mag gaan is dat staand beleid van deze gemeente de lijn is waarop deze
gemeente haar inbreng doet in dit soort overleggen. En dan is het uiteraard een kwestie van
discussie en onderhandelen. U heeft een nieuw inzicht. Dat respecteer ik. En dat kan voor Breda
interessant zijn en dat kan voor de regio interessant zijn. Dus ik zeg u toe: u geeft mij die
opdracht; ik breng dat in. Daarin zit de legitimatie en dus ook de verantwoording van wat u vindt
en wat uw college dus heeft uit te voeren.
DE VOORZITTER:
De wethouder gaat verder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Dan kom ik bij de motie Sociaal akkoord.
Ik denk dat dit verstandig is; een verstandig voorstel. Op Brabantse schaal hebben we een jaar
geleden ook een dergelijk initiatief gezamenlijk ondernomen. Er is op dit moment natuurlijk wat
meer aan de hand met het Sociaal akkoord wat ook echt oproept om in de arbeidsmarktregio zoals
West Brabant die zal zijn, of is en zal zijn, om daar een uitvoeringsprogramma te gaan opstellen.
Een akkoord wat daaronder ligt, wat ook ter toetsing aan u kan worden voorgelegd, lijkt mij een
verstandige zet. Ik zou u dan echter willen voorstellen om in uw motie het college de opdracht te
geven om dit niet zozeer aan het Algemeen Bestuur van de Regio te doen maar het daar te leggen
waar zeg maar, de vertegenwoordigers die u oproept, die erbij zouden moeten zijn, al zitting
hebben. En dat is het RPA, dus het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid waarin dus ook alle
onderwijsinstellingen vertegenwoordigd zijn van West Brabant: het UWV, de werkgevers- en ook
de werknemersorganisaties. Dus het advies is om het zo dan op te pakken.
Dan heb ik nog het innovatief re-integratieproject van het NAC-kwartier. Dit is nou zonder enige
cynische ondertoon een hele sympathieke motie. Maar zoals in uw overwegingen ook al blijkt, zijn
er natuurlijk ook meer van dergelijke initiatieven die onze sympathie behoeven omdat ze namelijk
iets bijdragen aan de problemen waar wij als stad wel voor staan en waar wij ook, zeker met de
verantwoordelijkheden die ons toebedeeld worden in de komende jaren, een rol moeten pakken.
Het knelpunt in de formulering van deze motie is dat die vooruit loopt op een ontschotting van
budgetten en het op dit moment zo is dat wij geen participatiemiddelen, - dat is ons wettelijk niet
toegestaan -, voor deze doelgroepen moeten inzetten, omdat het bijvoorbeeld gaat om budgetten
die nu vanuit Rijksmiddelen worden ingezet via de lijn van de onderwijsinstellingen. Ik wil u wel de
volgende toezegging doen dat ik deze en ook de andere initiatieven die hier over tafel zijn gegaan,
wel wil meenemen in ook de discussie die we nog gaan hebben over, - hij is net aangekondigd;
mevrouw Koger heeft het eerder aan de orde gesteld hier -, de innovatie die we zoeken ook op het
gebied van zorg. En daar willen we volgens mij ook, althans als ik goed naar u heb geluisterd, al
een soort van voorschot nemen op die ontschotting en ook met innovatie en participatie kijken.
Daar zie ik mogelijkheden om dergelijke zaken te financieren. Ik vind het misschien te ver gaan om
nu in een raadsvergadering bijzondere, individuele projecten te gaan beoordelen want dan lijkt het
alsof dit een oplossing is voor een groot vraagstuk. Dit probleem moet worden opgelost. Dat ben ik
met u eens. We moeten ook zoeken naar financiering voor dit soort vraagstukken. Maar we moeten