377 verantwoordelijkheid van het UWV. Het UWV krijgt participatiemiddelen, zij het beperkt, om mensen in de Wajong te ondersteunen. Wij kunnen uiteraard die verantwoordelijkheid wel nemen. Maar wat het Rijk doet als wij dat ontschotte voorschot zouden nemen, is dat wij gekort worden op onze participatiemiddelen. DE HEER DE BEER: Voorzitter, is het dan niet zo dat de wet Participatiebudgetten in 2009 al een ontschotting heeft meegemaakt waar re-integratie en volwasseneneducatie die zeg maar zijn ontschot, dat de gemeente een participatiebudget kan inzetten voor personen met een UWV uitkering, voor een inwoner van een andere gemeente, voor jongeren vanaf 18 jaar die dreigen voortijdig de school te verlaten? Nou, zo kan ik nog wel even doorgaan. DE VOORZITTER: Wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: De focus..., Kijk, wat de heer De Beer ook weet voorzitter, is dat wij in die periode een participatiebudget hadden wat ongeveer 4 x zo groot was als nu het geval is. Dus in die zin, is de ambitie om mensen te re-integreren niet lager geworden. Dus als u zegt, kunnen we daar een voorschot op nemen, dan zou mijn voorstel zijn om dat niet met de participatiemiddelen te doen maar om dat te doen met de middelen die we binnen de organisatie met elkaar moeten organiseren. DE HEER DE BEER: Maar daarmee zegt u dus eigenlijk: het kan wel maar het is een kwestie van schaarste geworden. Maar het kan wel? WETHOUDER MEEUWIS: Nou, het zou, ik moet even, even, dan wordt het een juridische definitie. Dan denk ik dat het niet risicoloos is. Laat ik het zo zeggen. DE VOORZITTER: Ik denk dat dit even voldoende gewisseld is. Mevrouw Groeneweg, nog een urgente vraag? MEVROUW GROENEWEG: Ik had nog een vraag over de zorg omdat dat ook te maken heeft met die motie. Is het niet zo dat we nu ongeveer een miljoen over hebben rond die scootmobielen maar dat de manier waarop het dan door de SP en misschien ook wel door de PvdA, dat weet ik niet, ingezet kan worden, bijvoorbeeld mensen eerder uit bed halen, dat dat op dit moment nog helemaal niet in onze taak ligt, dat dat nog bij de AWBZ en bij de zorgverzekeraar ligt en dat dat pas in 2015 naar ons toe komt met een kwart korting? WETHOUDER MEEUWIS: Ja dat klopt. Dat is correct. DE VOORZITTER: Goed. Dan stel ik voor dat de wethouder verder gaat. De wethouder is klaar? Wethouder Arbouw. WETHOUDER ARBOUW: Dank u wel, voorzitter. Ik wilde graag even reageren op de motie over Buurtpreventie niet meer weg te denken in Breda. Nou, van de slogan denk ik dat die niet alleen door het college gedeeld wordt, dat Buurtpreventie niet meer weg te denken is uit Breda. Maar dat blijkt ook uit de cijfers dat onze inwoners er ook zo over denken, gezien het feit dat pakweg zo'n 453 vrijwillige straatcoördinatoren inmiddels gewoon actief verantwoordelijkheid pakken als het gaat om veiligheid en leefbaarheid en het voorkomen van inbraken in de stad. Kortom, het college onderschrijft volledig het belang van Buurpreventie en op artikel 41 vragen van het CDA hebben we al eerder ons voornemen uitgesproken om tenminste voor de komende 3 jaar te voorzien in middelen om die Buurtpreventie ook te ondersteunen, dus voor een langere periode dan alleen maar de subsidieverlening voor een jaar. En in die zin, - en dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 50