379 in het kader van een workshop te kijken van wat is er al en wat zijn nou verschillende aanpakken waar we de komende tijd nog verder inzet op kunnen plegen zodat we daar ook voortgang in boeken, maar aan de andere kant u ook kunnen laten zien welke beperkingen er nu eenmaal zitten aan het feit dat je met vergunningen en systemen moet werken. Dus om dat in een wat interactieve manier samen te doen. En ik hoop dat ik u met die toezegging, ik wil u ook graag nog even betrekken bij de inhoud van het programma, dat doen we niet nu maar na afloop, dat we dan op een laten we zeggen veel actievere manier samen eens kunnen kijken waar hebben we het voor de komende tijd over, waar kunnen we nog meters maken en ja, waar kun je gewoon niet verder omdat je met vergunningen en systemen en voorwaarden zit. DE HEER DE BEER: Voorzitter, hoewel de motie nog niet is ingediend..., DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Pak ik toch maar even het moment. Want ik denk dat het wel goed is dat de wethouder er even op in gaat. Maar hoeveel vergunningsverplichtingen kent Breda dan? WETHOUDER BERGKAMP: Ja..., DE HEER DE BEER: Maar dat is natuurlijk wel als je de omvang, vanwege de omvang van de exercitie iets ontraadt. En dat is precies het punt. Dus misschien dat we nog iets in de termijn kunnen doen als de termijn te kort is, maar ik vind denk ik als het gaat om de meerwaarde van het in kaart brengen van de vergunningsverplichtingen Ik ben er nog niet van overtuigd dat het niet kan, zeg maar. WETHOUDER BERGKAMP. Maar goed, ik heb 2 minuten. Als ik u ga voorlezen alleen al wat het advies is wat ik vanuit de organisatie krijg, wat dat beeld schetst, dan heb al 10 minuten nodig. Dus ik zit ook even met het feit dat wij wel goed begrijpen wat u bedoelt, maar dat wat u vraagt, op zichzelf al een dusdanige operatie is, die bijna niet uit te voeren is op deze manier. Maar we zullen u ter voorbereiding van die bijeenkomst wel informeren. Want we begrijpen goed wat u bedoelt. Alleen is wat u vraagt bijna niet uitvoerbaar en heeft heel veel aspecten en kanten in zich en schiet dan denk ik ook zijn doel voorbij. Dus als u mij, ons, de ruimte geeft om daar met een voorstel bij u op terug te komen, dan bent u op dat moment opnieuw in staat om te beoordelen of dat wat wij u leveren, ook in aanpak is wat u bedoelt. En we hebben de overtuiging dat dat kan op een veel, laat ik zeggen toegankelijkere manier dan alleen het maken van een overzicht en het op zoek gaan naar heel veel gegevens die uiteindelijk toch niet leiden tot wat u en wat zij samen zoeken. Dus dat is het voorstel wat ik u doe. En als u vindt dat u daarna nog steeds niet goed bediend bent, dan komt er vanuit de Voorjaarsnota ook nog een Begroting. Dus dan zou dat misschien een moment kunnen zijn om nog eens opnieuw te zeggen wat u er dan van vindt. Dat is ons voorstel. En de 3e motie waar ik op reageer voorzitter, is de motie van het CDA, als het gaat om die broedplaatsen. Ook daarvan zeggen we als college ook naar aanleiding van eerdere inbrengen van bewoners uit de stad: we begrijpen wel iets van de intentie die erachter zit. Overigens heb ik al eerder aangegeven dat we het met beperkte middelen met en beperkt aantal mensen moeten doen, dus dat we gewoon ook niet in staat zijn op alle initiatieven, hoe sympathiek die ook zijn, misschien de tijd en de energie te brengen die indieners van verzoeken en ideeën wel hebben. Dat is nou eenmaal wel het spanningsveld waar we in zitten met een fors krimpende organisatie met beperkte middelen. Maar de intentie die achter de motie zit, begrijpen we. Alleen,we zouden, ook een beetje in de aanpak van eigen initiatief en eigen verantwoordelijkheden, u eigenlijk willen uitdagen om met andere fracties gewoon eens even op zoek te gaan naar wat bedoel je nou precies met die broedkamer en wat stel je je er bij voor. Dus daarin vragen we eigenlijk aan u om met elkaar en ook met de indieners op zoek te gaan naar verdere inhoud. En op het moment dat we daar als college een bijdrage in kunnen leveren, doen we dat natuurlijk graag. Maar om het initiatief nu bij het college neer te leggen, vinden we eigenlijk ook niet zo passen bij de intentie van de motie zelf. Dus MEVROUW VAN BEEK: Voorzitter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 52