DE VOORZITTER: Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Ik hoor wat u zegt. En we zien de beroerdste niet om initiatieven ook weer zelf op te pakken aangezien we dat ook zo waarderen in de stad, initiatieven die er zijn, zien we ook in uw oproep van kom ga dat zelf dat initiatief ook verder uitwerken. Dus ik denk dat we daar wel uit kunnen komen. Een vraag is wel, maar misschien is dat meer een vraag dan ook aan wethouder Boelema, wij zagen ook de mogelijkheid om op de website daar meer aandacht aan te besteden. En er waren eigenlijk meerdere ideeën tijdens Breda denkt mee die daar om vroegen. En ik weet niet of we daar dan toch tot een soort coproductie kunnen komen. WETHOUDER BERGKAMP: Ja voorzitter, ik denk dat ik namens mevrouw Boelema kan antwoorden als we zeggen dat in dat proces, als het daarin past, om ook via de website ook daar ondersteuning aan te geven, we dat doen Ik maak even het vergelijk naar de transitie vanuit de AWBZ naar de WMO, waarin we met die inspiratietafels met in feite heel veel organisaties in de stad spreken. Daar hebben we ook, op initiatief dacht ik van GroenLinks maar ook van anderen, daar gaan we ook een hoofdstukje toevoegen waarin we ook inzicht geven in de verschillende ideeën en initiatieven en pilots en experimenten in de stad. En dan is dat dus een onderdeel van een breder programma. Dus als u, laat ik zeggen dat thema verder oppakt, en in die verdere uitwerking past dat je in het kader van de website ook daar wat faciliteiten in biedt, dan zijn wij daar absoluut toe bereid want dan is het onderdeel van een wat bredere aanpak. DE VOORZITTER: Oké, Dan is wethouder Akinci. WETHOUDER AKINCI: Voorzitter, dank. En dank ook u voor alle vragen. Ik zal een aantal kort beantwoorden, de vragen die u in uw bijdragen heeft gesteld. Het Bredaas Museum, vroeg de heer Van Lunteren, gaan we dat redden voor 31 december. Zorgvuldigheid voor spoed zeg ik daarbij. Het is natuurlijk absoluut de intentie om dat te doen maar we hebben ook een traject als het gaat om hoe vervlecht je nou organisaties, hoe ga je om met het personeel en wat is de situatie van het gebouw. Die pellen we zorgvuldig af. Daar boeken we voortgang in. Het gaat ook om de partners die je erbij wil betrekken waarmee we in gesprek zijn. Ook daar doe ik niet van elke vergadering u de notulen toekomen omdat, u heeft een passage uit het Jaarverslag gehanteerd voor een blik op de hele organisatie, laten we dan even puur voor het Bredaas Museum kijken omdat de rust die we daar ook nodig hebben niet daarbij gediend is. Maar ik zal na het reces u een update geven over wat op dat moment de stand van zaken is zodat u ook weer even bij bent op dat punt. Duurzaamheid, vroeg de heer Van den Berg. Ja volgens mij, als ik even kijk, u had het onder andere over de windmolens, als ik kijk naar bewonersinitiatieven als Duurzaam Breda, of nee, Breda Duurzaam, Energiek Moerdijk, Duurzaam Drimmelen de LCAM, de bedrijven op Hazeldonk, die daar allemaal mee bezig zijn en bij ons aankloppen, van: gemeente faciliteer dat. Waarom zouden wij dat dan niet doen. En we trekken daar samen mee op. Dat past volgens mij bij de investeringen in duurzaamheid die we met de samenleving willen oppakken. Van de jaarstukken van MOTI zal ik zorgen dat die zo snel mogelijk voor u ter inzage komen te liggen of via de mail uw richting op komen. De heer De Jong is benieuwd naar de uitzendingen van BredaNu. Ik ook, aangezien daar een camera staat. En dan kom ik nu bij de moties. En dan begin ik bij moties 11 en 14 met betrekking tot de Afvalstoffenheffing. De heer vraagt in motie 11 om inzichtelijk te maken hoe het tarief voor eenpersoonshuishoudens er uit zou zien en voor meerpersoonshuishoudens er uit zou zien bij een eerlijke verdeling naar huishoudgrootte van de variabele kosten. Ik wil dat graag voor u in zicht brengen voor zover is terug te redeneren wat precies de variabele kosten zijn. U maakt zelf de schatting 1/3 plus een beetje. Als ik dan even goed doorreken, - ik had net even niks te doen en heb dus de achterkant van mijn aantekeningen gepakt -, dan kom ik op 230,-- voor een eenpersoonshuishouden. En een meerpersoonshuishouden, als je alle eenpersoonshuishoudens er af haalt, heeft een gemiddelde gezinsgrootte van 2,9. Ik weet niet precies hoe dat er uit ziet maar 2,9 mensen in een huishouden. Dan kom je op ongeveer 325,—. Dat is een relatief groot verschil als je kijkt naar een- en meerpersoons, als je kijkt naar de landelijke kengetallen. Maar ik zal het in de loop van de Begroting nog verder voor u uitwerken. Of het ook het voorstel wordt wat u vervolgens krijgt van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 53