382
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, mag ik toch nog een vraag hierover stellen?
DE VOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Want ik hoorde u eigenlijk zeggen, en daar struikelde ook ik eigenlijk een beetje over, dat 2e
dictum, geld teruggeven van een jaar wat we al afgesloten hebben met de Jaarrekening. Is dat een
realistisch dictum voor dit college?
WETHOUDER AKINCI:
U heeft vorige week de Jaarrekening vastgesteld. Dus ik weet niet of u die discussie nog een keer
wilt overdoen.
Nee, maar ik kan hem natuurlijk ruim opvatten door te zeggen: compenseer dat door voor het
volgend jaar minder te heffen dat strikt noodzakelijk is zodat je over 2 jaar weer op 0 uitkomt.
Maar dan zeg ik vervolgens vanuit de reservepositie die Afvalservice vervolgens ook nodig heeft,
en die omlaag gegaan is de komende jaren, de egalisatiereserve bij wijze van spreken, om dat niet
te doen. Om een voorbeeld te geven: wij zitten op dik een miljoen reserve terwijl een gemeente
als Tilburg op 8 miljoen zit. Dat geld hebben we ook nodig. Op het moment dat de economie weer
aantrekt, afvalstromen weer anders..., want daar is een gedeelte van die meeropbrengst van vorig
jaar aan te danken, hebben we dat geld ook weer nodig. Dus ik zou dan niet doen. Maar het is uw
keuze. U bent budgethouder.
DE VOORZITTER:
Goed.
De wethouder gaat verder.
WETHOUDER AKINCI:
Voorzitter, de moties over de bibliotheken. En dan blader ik weer even.
Motie 12 verzoekt het college, en waarschijnlijk mij in het bijzonder, om het concept van een
flexibel filiaal uit te werken en dat in te zetten bij de transitie naar de bibliotheek van de toekomst.
Ik vind deze motie wat moeilijk te wegen. Aan de ene kant vraagt de motie volgens mij: doe nou
iets in de transitie, maak de omslag wat minder heftig. En daar kan ik me iets bij voorstellen. Maar
als een flexibel filiaal een bibliotheekbus is, en dat hebben we ook in de commissie gezegd, of een
soort overbruggingsvoorziening voor een halfjaar of een jaar per filiaal, ja dan zou ik zeggen: trekt
u de beurs maar open want dan heb ik bij elkaar toch weer 5, 6, 7 ton nodig voor die
transitieperiode voor al die filialen.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, volgens mij interpreteert de wethouder nu de motie wel heel erg op zijn manier. Want
dit is natuurlijk slechts een verzoek om het uit te werken bij het Bibliothekenplan. En daar hoeft u
dus niet zeg maar het schrikverhaal van enorme budgettaire consequenties bij te hebben.
WETHOUDER AKINCI:
Nee, maar ik bereid u ook goed voor, voor als we dit zouden uitwerken. Want ik doe geen
uitwerking zonder prijskaartje. Dan krijgt u ook een offerte bij wijze van spreken. Want dat wilt u
ook weten. Dus die kunt u krijgen.
En een flexibel filiaal, ja nogmaals, je kunt het net zo groot of zo klein maken als je zelf wil maar ik
zet die waarschuwing er al wel bij. En ik denk dat we ook moeten uitkijken dat we nu weer niet
allerlei verwachtingen gaan wekken die we niet kunnen waarmaken.
En in die zin vind ik motie 13 wel een concretere invulling geven omdat we daar ook een specifieke
casus aan hebben hangen en u ook al wat meer kleuring geeft in de zin van hoe zou je dan zo'n
transitiefase dan wel kunnen invullen. En laat ik dan die gedachtestreepjes even met u aflopen, als
het mag voorzitter, want ik vind het toch wel belangrijk om dat zorgvuldig te beantwoorden...,
DE VOORZITTER:
Zorgvuldig en snel.
DE HEER AKINCI:
Ja, ik had geloof ik net bij het Bredaas Museum gezegd dat dat soms een lastige combinatie is.
U wilt in Vuchterhage wat een van de haal- en brengpunten wordt in Noord, als onderdeel van het
pkan bibliotheek van de toekomst naast het haal- en brengpunt, in de tijdelijkheid, ook de
