396
In onze motie 6 willen we inderdaad in het dictum die aanpassing doen om daar het Regionaal
Platform Arbeidsmarktbeleid te noemen. Het is niet onze bedoeling om een heel nieuw netwerk op
te bouwen, alleen om het met deze partners te verstevigen en wel het UWV daarbij expliciet bij te
nemen. Dat lijkt ons van belang.
Onze motie over de Startersbeurs. Goed om te horen van de wethouder dat hij er in ieder geval
ook echt iets in ziet voor een bepaalde doelgroep die juist nu ook op de arbeidsmarkt komt. Er zijn
een hoop jongeren, die met diploma, en die ook op een gegeven moment niet meer kunnen
doorleren, nu klaar voor die arbeidsmarkt. En als we die op deze manier bezig kunnen houden, is
dat gewoon ontzettend belangrijk. U zei: ik neem het mee, ik meld het u terug. Ik wil dan wel echt
een dringend beroep op u doen omdat echt snel te doen zodat je juist die schoolverlaters van nu
ook de mogelijkheid gaat geven. Dus ik wacht in spanning tijdens het reces die terugkoppeling af.
Dan even naar de Buurtpreventie. Ik zou daar nog iets over zeggen. Ik denk dat het leuk is, en we
hebben daar met de fractie ook over gesproken, als je ziet hoe de Buurtpreventie begonnen is hier
in Breda, zeer kleinschalig, eigenlijk in hele moeilijke sociaal ingewikkelde wijken waar de buren
ook elkaar niet eens kenden, om het eerste contact te hebben en een stuk veiligheid te creëren, als
je ziet hoe dat gewerkt heeft in die wijken, nu breed over de stad verspreid, is dat absoluut goed
voor Breda. En je ziet ook dat een hoop gemeenten het Buurtpreventietraject overnemen in onze
regio. Heel erg goed, bewust, in die motie staat in het dictum staat: los van Surplus als
financiering. Wat ons betreft, zijn meerdere mogelijkheden mogelijk als het maar continuïteit
behelst. Maar we zijn blij dat de wethouder dat als een steuntje in de rug ervaart.
De motie over Peutertuinen en Voorscholen. Het college is daar mee bezig. Heel erg goed. Maar wij
vinden het toch belangrijk om in ieder geval mee te blijven geven: blijf vanuit dat kind kijken, blijf
vanuit die peuter kijken. En waar je ook, uit welk gezin je ook komt, of je ouders nou allebei
werken of niet, het is van belang voor je ontwikkeling. Of je nou een taalachterstand hebt of
misschien voorop looptvroeg met elkaar omgaan en met elkaar samen dingen ervaren is van
belang. Dus die toegankelijkheid moeten we vooral breed houden.
De motie Breda maakt werk van Arbeid. Wethouder Meeuwis geeft daar eigenlijk heel helder aan:
iedere euro die we hier meer aan kunnen besteden, zal een hele hoop opleveren. En we moeten
alle zeilen bijzetten. Als nu blijkt dat Breda meer geld ontvangt in het Gemeentefonds omdat het
aantal bijstandsuitkeringen ook omhoog is gegaan, als dat een deel is van die meevaller, dan
vinden wij het niet meer dan normaal dat je ook een deel van die meevaller terug sluist...
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, mag ik even
MEVROUW HAAGH:
daar waar het het hardst nodig is.
MEVROUW VAN MAANEN:
Even ter interruptie.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Maanen. Gaat uw gang.
MEVROUW VAN MAANEN:
Mevrouw Haagh, u bent het toch wel met ons eens dat als er meer mensen in de bijstand zitten,
dat er meer uitkeringen betaald moeten worden en dat het zo is dat als wij daar meer middelen
voor hebben, dat we in ieder geval de uitkeringen moeten betalen. Hoe ziet u dat dan?
MEVROUW HAAGH:
Dat is een wettelijke bevoegdheid en natuurlijk is dat zo. Maar dat zit hem ook niet in die
meevaller. Die meevaller waar het ons om gaat, en daarom hebben we bewust gezegd, na de
Septembercirculaire, als je daar echt een beter beeld van hebt. Maar dan moet je ook wat ons
betreft nu die keuze durven te maken. En dat is een politieke keuze om echt naar werk toe te
geleiden. Want iedere euro is daar keihard nodig. En mijnheer Stubenitsky, dat moet zeker niet
alleen naar Atea, juist onze motie zegt andere trajecten in de stad, die mensen op een andere
manier aan werk heipen, want wat ik ook in mijn inleiding al zei, met een sollicitatiecursus bij Atea
krijg je vandaag de dag geen baan. Dus bekijk het juist breed; zo doen wij het ook.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, mag ik dan nog heel even, nog een keer ter verduidelijking?
DE VOORZITTER:
Korte verduidelijking.
