398 Mevrouw Van Maanen, tot slot. MEVROUW VAN MAANEN: Nog even terug op de motie die wel serieus was. Deze ook ja? Dit vind ik echt een voorbeeld van overbodige regulering eerlijk gezegd. Deze regel kunnen we als eerste afschaffen dan. DE VOORZITTER: Goed. MEVROUW VAN MAANEN: Maar uw motie rept wel over dat miljoen. Maar kunt u dan uw motie ook aanpassen in de zin van die u net ook gestipuleerd heeft? Want dan zouden wij hem misschien wel in mijn fractie willen bespreken. Maar misschien dat wij er dan wel wat positiever tegenover staan. MEVROUW HAAGH: Ja, in de motie staat bewust om in ieder geval dat plan voor te bereiden, een stuk inhoud, - fijn om te horen dat u dat deelt -, en voor de kosten van dat plan, die meevaller aan te wenden. En dan heb ik het over de meevaller die er is na de Septembercirculaire. Dat staat in het 3e dictum. We hebben bewust die Septembercirculaire als uitgangspunt genomen want dat gaf het college ook aan dat het dat belangrijk vond. DE VOORZITTER: Goed. Ik dank u zeer. Ik geef het woord aan het CDA, mevrouw Van Beek en dan mijnheer De Beer. Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Ja, dank u wel, voorzitter. Ook ik zal in mijn bijdrage in de 2e termijn vooral ingaan op de verschillende moties die zijn ingediend. Het is zo dat we, zoals we van elkaar gewend zijn, dat we veel moties sympathiek vinden. Maar toch zijn we ook wel kritisch ook op een aantal moties. Het heeft eigenlijk met 2 dingen te maken. Een aantal moties betreft discussies die naar onze mening een grondigere overweging en beraadslaging vereisen dan de avond die we vanavond met elkaar hebben om op die manier eigenlijk ja onomkeerbare uitspraken te doen zonder dat we alle argumenten en overwegingen kennen. Wat ons betreft, lijkt dat niet verstandig. En dan gaat het eigenlijk om motie 4, Breda maakt werk van Arbeid. Nou ja, dat moeten we nog maar zien, is er echt een miljoen voor nodig. Wij kunnen dat op dit moment nog niet beoordelen. Dus ik denk datje Atea toch ook moet blijven oproepen om efficiënt te blijven werken. En om daar nu al een miljoen tegenover te stellen terwijl we het geld nog niet hebben, dus we gaan het besteden voordat we het hebben, dat lijkt ons sowieso niet verstandig. Motie 16, NAC-kwartier, heeft absoluut, vinden wij een van de goede voorbeelden MEVROUW HAAGH: Voorzitter, mag ik mevrouw Van Beek een vraag stellen? DE VOORZITTER: Korte vraag. MEVROUW HAAGH: Want zoals ik net ook al even uitlegde aan mevrouw Van Maanen, gaat het ons er om dat het wel een realistisch bedrag moet zijn. Dus vandaar na de Meicirculaire die miljoen die komt niet van ons. Die komt van het college genoemd. Maar als daar nou staat een deel van de meevaller? Want het is ons ook niet om dat bedrag genoemd. Het gaat ons om het plan en het gaat ons om wat de financiële ruimte is op dat moment. Wat kunnen we er aan besteden? En we hangen niet aan op dat miljoen. Die miljoen halen we uit de Meicirculaire. En als dat een deel is, wat overigens na september..., kan dat ook ingezet worden. Voor ons hangt het daar niet op maar..., DE VOORZITTER: Helder. MEVROUW HAAGH: Hoe kijkt u er dan tegen aan? DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 71