403 DE HEER ELBERTSE: Voorzitter DE VOORZITTER: Mijnheer Elbertse. DE HEER ELBERTSE: Daar wil ik toch wel heel erg graag op reageren want je kunt hem ook gewoon omdraaien. Want we hebben hier al wel veelvuldig over gesproken. We hebben al DE HEER DE BEER: Heeft u een vraag of heeft u een extra bijdrage? DE VOORZITTER: Ik denk dat mijnheer Elbertse even in de gelegenheid moet zijn om tot zijn vraagstelling te komen. Gaat uw gang, mijnheer Elbertse. DE HEER ELBERTSE: Ik begrijp dat u er nerveus van wordt. Dat snap ik helemaal want het is ook niet niks wat u doet. U zadelt de Nieuwe Veste met een gigantisch probleem op en via u, - en ik wil hem ook aan u vragen want u zegt, en daar ben ik ook benieuwd naar, wat u dan in oktober gaat bespreken, en wat gaan we dan inderdaad weer bespreken, want ook de Partij van de Arbeid aangeeft, binnen het kader zoals zij hem dus zien en stellen, nog weer over wel of niet sluiten van filialen, want ik bedoel, dat is dan wat aan bod komt. Ik moet zeggen dat ik daar ook de wethouder niet duidelijk over gehoord heb. Dus daar ben ik ook heel benieuwd naar hoe hij dat dan ziet. Dus dat is een vraag. Dus waar gaan we het dan En hebben we het dan alleen over Noord of zou het ook kunnen zijn dat er gewoon ook andere filialen komen. U kunt er van uitgaan dat wij dan wel met een lijstje komen. DE VOORZITTER: Goed. Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Mijnheer Elbertse heeft het echt gewoon nog niet begrepen. Deze motie gaat over een tijdelijk filiaal op een plaats waar het huurcontract door een ongelukkige omstandigheid na de koppeling met de Rabobank, zeg maar die publiekprivate samenwerking die u dan beoogt op een nader vlak, dus dat betekent namelijk wel publiekprivate samenwerking dat door een private ontwikkeling de publieke de maatschappelijke borging van een publieke taak wel ineens op de tocht kan komen te staan. Dat is precies wat er gebeurd is bij de bibliotheek. En daar gaat het om dat je dat tijdelijke filiaal hebt tot het moment, tot en met het moment van bespreking, omdat dat recht doet aan professioneel bestuur en de volgtijdelijkheid waarin je zaken behandelt ongeacht het onderwerp. En dan los even van het proces, op de inhoud. Het verwondert mij wel dat u een fysieke locatie waar burgers 1 x per 5 jaar naar toe gaan, aan het beschermen bent, en dat u zeg maar de professionaliteit van bestuur als het gaat om het uitwerken van dat bibliotheekplan op die scherpe manier benadert. Dat vind ik ongelooflijk en eigenlijk niet goed te plaatsen. DE VOORZITTER: Goed. DE HEER ELBERTSE: Ik wil hier toch nog wel even op reageren. DE VOORZITTER: Korte reactie mijnheer Elbertse. En dan ronden we het af. Gaat uw gang, mijnheer Elbertse. DE HEER ELBERTSE: Kijk, wat betreft Ulvenhout en de loketten, het volgende. U zegt: een stad, geen gedeelde stad nietwaar? Ik bedoel: dat geldt daar dan voor en dat geldt dan niet voor de bibliotheken. Vervolgens is daar een initiatief, vervolgens is daar een initiatief, vervolgens, ja DE VOORZITER: Even mijnheer Elbertse laten uitspreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 76