404 DE HEER ELBERTSE: Vervolgens is daar een initiatief en dat wordt niet omarmd. Ik bedoel, burgers komen daar zelf met een initiatief om daar uitvoering aan te geven en dat in stand te houden wat ze graag in stand willen houden. U heeft zelf besloten met betrekking tot het sluiten van filialen wat betreft de bibliotheken en daar gaat u gewoon op terug komen nu. Heel selectief. DE HEER DE BEER: Dat is helemaal niet waar. Dat is helemaal niet waar. Ik heb in al mijn bijdragen duidelijk gemaakt dat ik 100% sta achter de visie DE HEER ELBERTSE: Wat is dan het doel..., DE HEER DE BEER: Voorzitter, nou mag ik ook even. DE HEER ELBERTSE: Wat is het doel dan van die DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer, mijnheer Elbertse, mijnheer De Beer. Even rustig allemaal. Ik bepaal de volgorde. We gaan even respectvol om. Het is 21.55 uur. We hebben nog even te gaan. Het moet rustig en fatsoenlijk blijven. Mijnheer Elbertse het woord. En dan krijgt mijnheer De Beer de gelegenheid om te antwoorden. DE HEER ELBERTSE: Wat is dan voor u het doel om tijdelijk een filiaal open te houden? Wat is dan het doel? Er zit toch maar een doel achter, omdat u in oktober wilt bespreken om het dan vervolgens volledig open te houden? DE VOORZITTER: Goed. Ik denk dat dit helder is. Dat is al een paar keer gewisseld. Nu mijnheer De Beer. Als reactie. DE HEER DE BEER: Voorzitter, in onze beleving is het plan gewoon nog niet vastgesteld. De kaderstelling, ook bij verzelfstandigde situatie, doe je niet even door een labeltje van een paar ton er op te plakken en vervolgens te zeggen: nou laat maar lekker waaien, succes ermee. Zo werkt het niet, zo werkt het volgens u nog niet bij MOTI, en zo werkt het volgens u ook niet in andere gevallen en om de een of andere reden werkt het voor u nu zo wel bij de bibliotheek. En dat is het punt wat ik net maak met professionaliteit van bestuur. Je hebt een visie op hoe je omgaat met verzelfstandigde organisaties, daar heb je een andere manier van sturing op en dat doe je dan op alle beleidsterreinen. En dat is professioneel bestuur, mijnheer Elbertse. En niet het ene wel en het andere niet. DE VOORZITTER: Goed. Ik stel vast dat dit gewisseld is. 2e termiin college. DE VOORZITTER: Ik zal als eerste antwoorden, gezien een 2-tal moties en een vraagstelling en dan de wethouder van Financiën. Ik zou mevrouw Van Hasselt willen vragen even voor te zitten. DE BURGEMEESTER: Er is nog een vraag over De Lange Stallen maar die zal de wethouder zo meteen beantwoorden. En de passie over het onderwijs. Maar een opmerking mijnerzijds naar aanleiding van een 2 tal moties. En mag ik even uw aller aandacht. Ik wil dat het raadswerk serieus is en blijft. Mijnheer Stubenitsky, ik weet zeker dat ook u trots bent op het werk in het bestuur van de stad en in datgene wat iedereen in deze raad met ieders eigen intentie probeert te doen. Dat is een van de redenen dat ik op de indieners van de moties 29 en 30 wil vragen onder andere betreffende de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 77