405
heffingen voor artikel 41 vragen en de naamgeving van moties, of zij nu werkelijk willen dat wij
hier als stadsbestuur over gaan en zouden moeten willen stemmen. De motie van Breda'97 zie ik
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter...,
DE BURGEMEESTER:
Mag ik even?
MEVROUW HAAGH:
Ik wil toch wel meteen reageren.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
De burgemeester mag even zijn zin afmaken.
DE BURGEMEESTER:
Ik wil de motie van Breda'97 laat ik zeggen ludiek serieus beschouwen. Maar serieus gezien, kun je
het recht op informatie niet beperken met een heffing ook als u kijkt naar dat u zonder last en
ruggespraak en vanuit de wet acteert. Maar als u bedoelt: kijk naar je eigen gedrag, dan zeg ik:
akkoord. Dat kan ik begrijpen en dan kun je daar iets mee doen. En dat zou ik als boodschap willen
geven. Als in de motie van de Partij van de Arbeid gezegd wordt, laten we nog eens kijken hoe we
dat doen, dan denk ik dat er andere momenten zijn om daar met elkaar nog eens over te spreken.
Dat wilde ik u qua inhoud even meegeven.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Ja voorzitter, ik had maar een termijn en ik kan hem niet indienen en tegelijkertijd intrekken. Maar
het was wel even een signaal vanavond van laten we alsjeblieft niet zo doorgaan door alleen maar
onze eigen namen boven dingen te zetten. Wantje zag de griffie een worsteling maken om toch in
de overzichten duidelijk te maken wat de moties dan behelzen. En ik denk: neem het serieus. Als
wij aan onze burgers duidelijk willen maken waar we voor staan, laten we moties dan zo ook
benoemen, zodat mensen het op internet ook zo terug kunnen vinden. Het was ludiek bedoeld, wel
even om onder de aandacht te brengen. Maar wij zullen de motie niet in stemming brengen.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed.
Mijnheer Van den Berg.
Of wilt u nog reageren?
DE BURGEMEESTER:
Nee, nee.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
Mijnheer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Ja zoals zo vaak heeft de burgemeester uiteraard helemaal gelijk. En wij danken hem voor dit
moment van reflectie en we zullen de motie terug trekken.
DE BURGEMEESTER:
Dat zie ik.
En dan ben ik nog een inhoudelijk antwoord schuldig aan de heer De Beer over de taskforce. Ik
heb u al gezegd in de le termijn qua beantwoording: er ligt een zware uitdaging voor de taskforce
en de betreffende middelen. Er is een enorme toename aan informatiebehoefte. In ik stel mij voor
met de collega's in het college daarover te spreken. Dat moet collegiaal plaats vinden. En dan denk
ik in de opmaat met de commissie daar even een moment voor te vinden hoe we dat zien met
elkaar.
Dat zijn mijn antwoorden.