406
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan wethouder Boelema.
Wethouder Boelema heeft het woord.
WETHOUDER BOELEMA:
Dank u, voorzitter.
Ja er staan nog een paar verduidelijkingen open wat mij betreft en niet zozeer concrete vragen.
Met name over de een miljoen. Want daar hoorde ik wat over. Ik heb daarvan duidelijk gezegd:
kijk hoe u uw budget inzet. Dat is altijd uw budgetrecht van de raad. En met de Begroting 2014
kunt u ook kijken hoe u daarmee omgaat. Het standpunt van het college in deze is helder maar u
gaat daar zelf over maar het is natuurlijk ook überhaupt en ik hoor ook uw discussie daarover,
natuurlijk wel logisch dat als je ergens budget voor wilt aanwenden, dat je daar ook een plan onder
legt. Dat lijkt mij op zichzelf altijd een goed idee. Nou ja goed, dat is in ieder geval wat ik u nog wil
meegeven daarover.
Dan is er
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, mag ik heel kort...,
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
MEVROUW HAAGH:
Ik had u even een aanpassing doen toekomen van die motie, 2e dictum. Maar die heeft u nog niet
voorgelezen. Over die miljoen. Misschien kunt u dat nog even doen. Want dan is het wel prettig als
iedereen die aanpassing ook kent.
DE VOORZITTER:
Wacht even. Er zijn een paar aanpassingen.
Dat is dan 2: Voor de kosten van dit plan een deel van de meevaller zoals bekend na de
Septembercirculaire..., en dan: aan te wenden. Ja.
Dus nogmaals: voor de kosten van dit plan een deel van de meevaller zoals bekend na de
Septembercirculaire aan te wenden.
Dat is de gewijzigde tekst.
WETHOUDER BOELEMA:
Nou ja, dan blijft volgens mij nog steeds fier overeind dat ik net heb gezegd dat er ook dan een
plan onder moet liggen. En nou goed, daar gaat u over, in hoeverre u voldoende in de motie
uitgewerkt vindt dat daar een plan wel of niet onder ligt. Dus ja, in die zin geef ik het u dan toch
even terug.
MEVROUW HAAGH:
Wethouder, als ik dan even mag. Het le dictum behelst dat plan namelijk. Dat staat in het le
dictum.
WETHOUDER BOELEMA:
Ik heb collega Meeuwis daar ook iets over horen zeggen, en aangezien ik het niet mooier kon
verwoorden dan de heer Akinci in zijn le termijn, en we spreken hier met een mond dus ik heb de
heer Meeuwis daar ook wat kritisch over gezien dus ik denk dat dat toch wat meer uitwerking
behoeft. En ik zou u willen adviseren dat richting de Begroting beter uit te werken wanneer we ook
wat beter zicht op de financiën hebben en u ook wat meer kunt aangeven over wat u daar dan
precies mee zou willen en hoe het dan komt dat u daar dat budget voor wilt aanwenden. Want ik
heb u ook in de le termijn een compliment gegeven voor het feit dat u niet iedere keer meer geld
vraagt maar daar ook prudent mee omgaat. Als je dan ergens meer toe aanwendt, moet je ook
weten welk probleem je daarmee zou willen oplossen.
Goed, dan is er nog een motie rondom, ja de SP legt iets uit over onze ambtelijke organisatie. Ik
wil u wel wijzen op het feit dat u zelf een keer een takendiscussie gevoerd heeft, er ook duidelijke
afspraken zijn gemaakt over de bezuinigingen op onze ambtelijke organisatie. Ja, en dat dat niet
zonder slag of stoot gaat, dat moge duidelijk zijn. Je kunt niet zomaar 13 miljoen uit een
organisatie halen zonder dat daar ook gevoeligheden gaan liggen op afdelingen. Die mensen die
hier uiteindelijk, zeg maar waren hier de taken anders georganiseerd, ja het was niet zo dat die de