409
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van den Berg had een vraag.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u voorzitter.
Ja ik wilde eigenlijk een vraag stellen aan mijnheer Szablewski. Want even voor de duidelijkheid:
hoe ziet hij dat dan? Want elke functionaliteit als zodanig, of het nou gaat over een buurthuis, een
tennisbaan, een
DE VOORZITTER:
Even voor de orde. Ik denk dat dit nu weer een interruptie op een interruptie is. Er is al veel over
dit vraagstuk gewisseld. Ook ter wille van de tijd, zou ik u willen vragen om daar nu van af te zien
en wil ik de wethouder vragen haar verhaal af te ronden.
WETHOUDER BOELEMA:
Ja dan ligt er nog een vraag open van D66 rondom Onderwijs. De vraag eigenlijk van in het Breda
Denkt mee stuk wat u gedaan heeft. Daar lag een vraag vanuit het onderwijs van de aansluiting
van het primair onderwijs op het voortgezet onderwijs. Een belangrijk brugmoment. We zetten in
als kinderen van de Peutertuin of kinderopvang naar groep 1 gaan. Daar hebben we wel van alles
voor geregeld inmiddels in Breda. Maar eigenlijk hebben we dat nog in mindere mate geregeld in
de aansluiting primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Daarover ben ik met het onderwijs in
gesprek. En mochten daar natuurlijk landelijke middelen voor zijn, dan willen we die natuurlijk
graag benutten. Een van de dingen is ook het wennen zeg maar bijvoorbeeld met al lessen volgen
in groep 8 op de middelbare school van de keuze. Dat zijn allemaal dingen waar we nu wel naar
kijken. En nou ja die landelijke middelen zijn er in die zin wel omdat er ook een potje Verlengde
schooltijd is. Dus ik zeg ik u toe dat ik me daarvoor inzet om dat op een goede manier te proberen
ook te organiseren richting Breda.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Dan is het woord aan wethouder Meeuwis.
Met name ligt daar nog een terechte opmerking een vraag over De Lange Stallen door de heer Van
Lunteren.
Wethouder Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, dank u wel.
Vraag van de heer Van Lunteren inderdaad hoe de relatie met de Lange Stallen met de Bavelse
Berg is. Die relatie is er niet. En voor de behandeling van de situatie rondom de Lange Stallen
verwijs ik naar het procedurevoorstel dat we met elkaar hebben afgesproken.
Dan voor wat betreft de motie rondom de Startersbeurs. Als ik de indiener of de indieners goed
begrijp dat het dictum veranderd wordt, dat we ons best moeten doen om de zaak bij de partners
in te brengen en hen in overweging te geven om dit ook mee te nemen in de inzet van de beperkte
middelen. Dan lijkt wat dat betreft dat dat haalbaar en is dat akkoord. Ik wil in dat verband,
misschien wat oppassen met grappen hier, maar in dat verband ook nog uit 2010 de moties
Spekman/Meeuwis onder uw aandacht brengen waarin de verantwoordelijkheden voor een sociaal
akkoord, of sociale partners, voor jeugdwerkloosheid onder de aandacht zijn gebracht en de motie
Meeuwis/Cosun Kaja over de effectiviteit van re-integratie.
DE VOORZITTER:
Ik vrees dat de heer Meeuwis nu doorgaat met het opsommen van zijn waardevolle inbreng in de
Tweede Kamer. Maar gaat u verder met de beantwoording hier, mijnheer Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ik googelde mezelf net en ik zag dat het nog 2 openstaande punten waren.
Laat ik het zo even formuleren.
De aangepaste motie van D66, de motie De Beer, over het NAC kwartier, met het
inspanningsverzoek wat daar ligt, is ook wat het college betreft akkoord.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
DE HEER VAN LUNTEREN: