410 Mag ik dan nog een vraag stellen? DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik bedoel: er wordt nou heel makkelijk over de motie gezegd van die relatie is er niet. Maar de optelsom van de hoeveelheid retail oppervlakte, als je die bij elkaar optelt, dan is dat de doodssteek voor alle retail en detailhandel in de stad, voor de komende tijd. Dus zo staat het, in andere woorden uiteraard, maar daar komt het wel op neer, in de Structuurvisie. Dus wellicht dat er niet een zakelijke relatie is maar wel de optelsom en het effect op de stad. Die is er wel degelijk. DE VOORZITTER: Goed. Dat is gewisseld. Ik dank de wethouder. Wethouder Arbouw? Ik dacht net niet. Wethouder Bergkamp. WETHOUDER BERGKAMP: Voorzitter, naar mevrouw Koger wil ik helder zijn over wat we nu wel en niet toegezegd hebben. Wat er komt in september, is een overzicht, een globale verkenning van wat het betekent als we die dubbele bomenrij zouden aanleggen. Niet meer en niet minder dan dat. Ik durf dat ook niet een plan te noemen. Want anders kan ik niet voldoen aan de verwachtingen. En B, er is niet gespaard want de opdracht die er lag rondom het omvormen van de haagjes naar gras,' was vooral bedoeld als onderdeel van de 1,5 miljoen bezuinigingsopdracht die er lag waarvan een miljoen terug moest komen in onderhoud van wegen en fietspaden. En die motie hebben we uitgevoerd. Maar dat betekent dat we het bedrag wat we in dat kader hebben vrijgespeeld, hard nodig hadden om het financieel effect van die motie te bereiken. De heer Ernst MEVROUW SCHOKKER: Voorzitter, zou ik daarop mogen reageren? DE VOORZITTER: Mevrouw Schokker. MEVROUW SCHOKKER: In het voorstel wat we in november 2011 hebben gehad is duidelijk aangegeven wat de besparing zou zijn voor het weghalen van de haagjes aan de ene kant van de singel. En nadien, in september 2012 hebben we dat geëvalueerd en dan zie je dus dat er dus in plaats van aan een zijde, twee zijden, en dan betekent dat dat de besparing verdubbeld is, en dat er dus eigenlijk een extra stuk bezuinigd is. En in het stuk van november 2011 gaat het dus over 60.000,--. Het zou toch een mooi bedrag zijn om het groen, het cultuurhistorische groen in de stad, te herstellen en daar dus dat bedrag te sparen zodat we dus de economische waarde van het cultuurhistorische groen ook weer terug zouden kunnen laten komen. Dat is dus eigenlijk wat wij vragen van wat er is gebeurd met die extra bezuiniging. Kan die eventueel nog vrij gespeeld worden. Anders komen wij daar op terug bij de Begroting. DE VOORZITTER: Wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: Het zou mooi zijn maar het is niet zo. Want we hebben het bedrag hard nodig gehad om die 1,5 miljoen bezuiniging te realiseren. Dus helaas is er niet nog een potje met geld beschikbaar om de doelstelling zoals mevrouw Schokker die nu verwoordt, ook te financieren. Dus als daar andere Ideeën en gedachten bij zijn, dan zal het college die van u horen bij de Begrotingsbehandeling. De heren Ernst en De Beer corrigeren nadrukkelijk, terecht ook, mijn voorstel waar het gaat, het voorstel van het college om in een interactief proces vooral met bewoners van de stad te kijken van waar je in het kader van regelgeving, houding en gedrag nog een of twee tandjes verder kunt. Dus dat klopt. Mijn oriëntatie naar onze medewerkers was dat het gewoon slim is om die erbij te hebben, ook om invulling te geven aan de kanttekening die de heer Van Lunteren maakte, dat een aantal van die regels, de meeste, bijna allemaal, natuurlijk ooit voortgekomen zijn uit het feit dat wij iets wilden reguleren. Maar terecht, het zwaartepunt ligt op de oriëntatie en de stad en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 83