448
448
heeft uw collega Arbouw dat heel netjes via het Rewin ook weer recht getrokken. Dat noem ik hier
ook nog maar eens om aan te strepen dat het Rewin een andere visie lijkt te hebben over hoe je
hectares inzet voor economische ontwikkeling dan op dit moment de politieke realiteit is. En de
politieke realiteit is dat we zuinig met onze ruimte omgaan en zorgvuldige besluitvorming doen,
wat D66 betreft, en uitvoerende organisaties democratisch gelegitimeerde besluiten meekrijqen
Dank u wel.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Zijn er nog andere fracties die een korte aanvullende vraag hebben?
Heeft wethouder Meeuwis nog behoefte om te reageren?
WETHOUDER MEEUWIS:
Nee voorzitter. Ik deel de opvatting, of het college deelt de opvatting en ook de argumentatie zoals
die door de heer De Beer is aangegeven.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed. Dank u wel.
Dan zouden we eigenlijk nu overgaan naar de vraag over de Jeugdzorg van de heer Koniuszek.
Maar wethouder Boelema is nog niet aanwezig. En de vraag van de heer Koniuszek is of u er
bezwaar tegen heeft om dit punt naar achteren te schuiven totdat wethouder Boelema aanwezig is.
Kunt u daarmee instemmen?
Nou dan
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, ik wil
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Ja, ik wil niet de lastigste zijn. Maar we hebben een Actualiteitenuur en we hebben een collegiaal
bestuur in de vorm van het college. Dus ik vraag me af of iemand anders niet de vragen kan
beantwoorden. Want als mevrouw Boelema later komt, dan neem ik aan dat het college dat
besproken heeft met elkaar. En zo niet, dan is het misschien ook een overweging, gezien de
vragen en ook de landelijke strekking die erin zit en de cijfermaterialen, om het anders schriftelijk
te laten beantwoorden. Ik vind ook dat we op een gegeven moment ook gewoon de onderwerpen
moeten kunnen behandelen die verder op de agenda staan. Dat zal tijd genoeg van ons allen
vragen en aandacht.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Ja, maar de fractie GroenLinks heeft gekozen voor het Actualiteitenuur en dat is natuurlijk niet
schriftelijk.
Maar zijn er nog andere partijen, fracties, die hierop een reactie willen geven? Want als u geen
reactie geeft, dan neem ik aan dat u instemt met het voorstel van de heer Koniuszek. Of van
mevrouw Haagh?
Nee, ik stel voor, ik wil even vragen: mijnheer Koniuszek doet een voorstel en als u het daarmee
eens bent, hoeft u niet te reageren. Als u het er niet mee eens bent, dan hoor ik dat graag.
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, ik kan me wel vinden in de argumenten van mevrouw Haagh. Het is ook niet zo actueel
dat morgen de wereld vergaat als we die cijfers nu niet krijgen. Dus waarom niet schriftelijk? Als
we die over 2 weken hebben, is het ook goed.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer Aartsen.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, wat ons betreft kan het college het ook gewoon nu beantwoorden. Geen enkel
probleem.