476
476
Het college is aardig uitgedund.
Het woord aan wethouder Bergkamp?
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, er zijn een aantal onderwerpen in de portefeuilles waar ik voor sta om het maar zo te
zeggen. Daar ga ik ook graag op reageren.
Het eerste waarop ik wil reageren, is de motie die door de Partij van de Arbeid is ingediend als het
gaat om het maatschappelijk vastgoed. Kijk, ik begrijp dat punt goed omdat met name in de
decentralisatieopgave van de AWBZ naar de WMO, dat punt gaat spelen. Het college denkt dat dat
op het gebied van de participatie en de Jeugdzorg wat minder speelt. Daar is het maatschappelijk
vastgoed een wat minder pregnant onderwerp. Maar zeker in die 3e decentralisatie speelt dat
Alleen naar mijn stellige overtuiging is die motie echt te vroeg, tenminste de opdracht daarin
omdat we volop met organisaties in de stad, en u bent daar actief bij betrokken, in een heel ópen
en transparant proces met hen aan de slag zijn over wat die decentralisatie betekent. Wat
betekenen die decentralisaties, en hoe kunnen we daar vanuit de mogelijkheden en de
infrastructuur in de stad op de beste manier op inspelen. Dus het is op dit moment echt te vroeg
om nu vooruitlopend op dat beleidsproces wat we met de stad aan het voeren zijn waar u als het
ware zelf actief een rol in vervult, om dit ene thema, wat voortvloeit uit de inhoudelijke oriëntatie
om dat er versneld uit te halen. Ik denk dat dat ook naar de partijen in de stad echt een verkeerd'
signaal is en ik denk ook dat we op dit moment die goede informatie niet hebben omdat nog niet
elemaal helder is wat in het kader van de dagbesteding of wat er bijvoorbeeld gaat gebeuren als
et gaat om de samenwerking. We hebben de zorginstellingen, zorgorganisaties met de corporaties
afgelopen week gevraagd om zelf een visie uit te werken als het gaat om het verdwijnen van heel
veel intramurale plaatsen, zo'n 500 de komende 5 jaar. Wat betekent dat nou. Kom met een
voorste!. En ook op het gebied van de organisaties zelf verwacht ik door de forse bezuinigingen die
landelijk zijn ingezet, nog wel wat veranderingen en ook nog wel wat leegstand in vastgoed. Dus ik
begrijp de vraag, ik denk ook dat het een relevant punt is. Alleen nu nog niet, niet in deze
volgorde. Dus wij ontraden de motie.
MEVROUW BIJLSMA:
Voorzitter, zou ik daar een vraag over mogen stellen?
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Bijlsma, gaat uw gang.
MEVROUW BIJLSMA:
Als ik de wethouder goed begrijp, zegt hij: u komt eigenlijk te vroeg met uw motie. Tegelijkertijd
zet u hier een stip op de horizon voor 2030. U kent allemaal de ontwikkeling rondom vergrijzing. U
noemt dat vanmorgen zelf nog in de krant. Ook die ontwikkelingen die gaan spelen zeer
binnenkort. U zegt: die visie moeten we niet alleen ontwikkelen, dat doen we samen met partners
Dat kunnen we alleen maar onderstrepen. Maar op het moment dat we nu een visie maken voor
die toekomst, zou het dan ook niet een logische stap zijn om juist met die partners in het proces
rondom de Structuurvisie daar de kaders voor te schetsen?
WETHOUDER BERGKAMP:
Ja mevrouw Bijlsma, u zegt op een andere manier wat ik ook zeg volgens mij. Dat zijn we namelijk
volop aan het doen. Volgens mij bent u daar zelf ook regelmatig bij. Dus we zijn dat juist aan het
doen. En het punt wat u in die motie aanstipt, is absoluut een relevant punt, alleen nu nog niet. Nu
nog niet. Het zou heel gek zijn in de volgorde der dingen en in het proces wat we aan het
organiseren zijn om dit ene element rondom dat maatschappelijk vastgoed er nu uit te halen en
geforceerd voor 1 januari daarop een visie te ontwikkelen terwijl we op die beleidsterreinen met
partners in de stad juist volop aan het zoeken zijn wat de beste aanpak is en hoe je die
bezuinigingen oplost die daar natuurlijk nog doorheen lopen. En dat thema wat u aanstipt, komt
absoluut aan de orde. Alleen niet voor 1 januari. Dus vandaar het ontraden om de motie aan te
nemen. Daarmee is wat mij betreft het onderwerp niet van tafel. Integendeel.
MEVROUW BIJLSMA:
Nog een korte reactie, als u mij toestaat.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Als hij kort is, graag.
MEVROUW BIJLSMA:
Ik geloof dat u mij net het woord gaf.