479
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
479
Mijnheer Van Lunteren, korte vraag.
Deze motie heb ik natuurlijk niet zo maar op een achternamiddag zitten bedenken. Die wordt
ingegeven door een hele hoop adviezen, inclusief van de Provincie. Die adviseert ons als raad van
ga nou eens goed kijken naar de grondposities en laat die nog eens goed doorrekenen en
doorkijken door een onafhankelijk accountant.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren, dit is een betoog. Dit is geen vraag. Zo komen we nooit aan het einde van
dit
Toehchtingf de^'wethouder zegt dat dit dus nou gebeurt. Maar dat gebeurt dus niet want anders
krijgen we niet al die adviezen van de Provincie. Waarom legt u dit advies van onder andere de
Provincie, verwoord in deze motie, naast u neer?
WETHOUDER BERGKAMP: t
Voorzitter het college legt niks naast zich neer. Het college doet precies dat wat met u
afgesproken, zorgt namelijk voor een kritische onafhankelijke toets van de grondexploitaties. En in
die zin is de suggestie die de Provincie zal geven, die past precies in het beleid wat we met elkaar
hebben afgesproken en nu aan het uitvoeren zijn. Dus we zijn nu ai bezig. Als u bij de burelen
het Grondbedrijf komt, dan ziet u dat. We zijn bezig om die grondexploitaties te herzieri en de
accountant toetst elke grondexploitatie op uitgangspunten keuzes en rlchtJ^en^Dusdatwatu
vraagt, gebeurt al. En in die zin ontraden we de motie omdat dat een signaal geeft alsowe
niet doen. En het college vindt dat een verkeerd signaal op het verkeerde moment en ook helemaal
niet nodig. En daarom het advies om hem te ontraden.
Voorz^tteD de wethouder ontkent dus dat hij niet doet wat de Provincie zegt. Hij zegt dus: we doen
het wel. Maar als iedereen zegt dat hij het niet doet, dat is dan in de Perceptie van heeveel
mensen met goed verstand ervan althans, wordt gezegd dat u het niet doet. Hoe kunt u dan
volhouden dat u het wel doet? Dat is ongelooflijk ongeloofwaardig.
HeUsvolgens^.Tk'weet het niet maar is het 28 september vandaag? 26 September. Nou ik
vertel wat wij op 26 september aan het doen zijn en de dagen hiervoor. Dus u heeft enige tijd
geleden met elkaar een afspraak gemaakt, nog eens herbevestigd in de raad, in he^öHeges nogj
eens aangegeven in een uitgebreide brief en een debat hier wat we samen gaan doen Dat zijn w
nu aan het doen En vervolgens gaat u kritiek leveren op het feit dat we dat aan het doen zijn. Dus
ik stel voor dat u uw beeld bepaalt op dat wat we vandaag aan het doen zijn en niet wat enige tijd
qeleden als suggestie is gesuggereerd en inmiddels is overgenomen. Want anders maken we
natuurlijk ook geen meters. En zijn we inderdaad achteruit aan het ploegen. En volgens mij...,
voorzitter^met^aHe respect maar dit is voor het eerst dat dit hier op tafel ligt. Dus dat dit eerder
al gewisseld is, is niet waar.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Laten we dit onderwerp nu afronden want ik heb niet het idee dat u nader tot elkaar komt.
Hoe ver was u met uw betoog?
WETHOUDER BERGKAMP:
Er "ag^nog'een^ótle'^van Breda'97 over de wijk- en dorpsraden. Wij hebben u gisteren een
uitgebreide evaluatie toegestuurd die we samen met, ja bijna zelf gemaakt maar samen met de
wijk- en dorpsraden hebben opgesteld, en daarin leest u, ik citeer bijna, dat we op een 9°ede
manier aan de slag zijn. Dus het beeld wat geschetst wordt en wat gevraagd zou worden in een
soort status aparte, is op dit moment helemaal niet relevant. Wij zijn in goed overleg met wijk- en
dorpsraden. Die wijk- en dorpsraden die op onderwerpen inbreng leveren, ja die worden meer dan
serieus gehoord. Degenen die dat niet doen, doen dat niet. Dus op basis van inhoud en
daadwerkelijke manier van werken, is er naar stellige overtuiging van het college geen behoefte