482 482 MEVROUW HAAGH: Voorzitter..., WETHOUDER MEEUWIS: Om nu in de Structuurvisie te zeggen, ja die richting vinden we goed maar zonder daar uitspraken over te doen hoe dat er precies uit moet zien. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Kort graag, mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Dan kunt u het amendement overnemen want er zijn meerdere richtingen die naar Rome leiden en dat gebied kan op verschillende manieren ontwikkeld worden. En harde kaders maak je volgens mij, die afweging maak je in de raad met een besluit. Dus het idee om al in vierkante meters DVO in een Structuurvisie te zetten is wat dat betreft voorbarig als je die richting nog niet bepaald hebt en de kaders nog niet bepaald hebt. Dus waar bent u bang voor om dat amendement over te nemen en de raad zijn werk te laten doen zoals dat ook bedoeld is en in november gewoon een goede afweging te maken. Dat er iets aan het gebied moet gebeuren en wat mij betreft niet terug naar die historische tijd die u net schetste, maar dat er iets anders moet gebeuren, dat is helder. Dat staat ook in het amendement. Maar u legt zich al vast op onderdelen uit een project waar nog geen besluit over genomen is. Volgens mij is dat niet de juiste volgorde. WETHOUDER MEEUWIS: Ja kijk, de Structuurvisie moet natuurlijk wel ook voldoende concreet zijn van welke functies je dan daar wenselijk acht. En dat is wat door het op te tillen in abstractie op deze manier is gebeurd, dus dat gebied De Lange Stallen aan te duiden als een gebied ik bedoel: het is niet dat er helemaal niets besproken is, het is niet dat we het er nooit met eikaar over gehad hebben. Het is niet zo dat we in een soort greenfield situatie zitten en dat we eens kunnen gaan bedenken wat we met dit gebied gaan doen. Het voorstel van het college is om het in algemene termen te benoemen dat het onderdeel moet zijn van de opgave die, met programmatische randvoorwaarden zoals het ook in de Structuurvisie staat. Dus het moet allemaal wel mogelijk zijn. Maar wel op die functies zoals die in diverse besprekingen die we met elkaar daarover gehad hebben en ook wenselijk achten, ook door de stad ook als wenselijk worden En dan verwijs ik toch weer even naar die Nota van commentaar, waarin we dat met elkaar gewisseld hebben en daar ruimte in willen geven in dat stuk binnenstad. En niet op andere plekken in de stad. Want dat is dan natuurlijk waar het dan om gaat. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Laten we dit onderwerp ook afronden. Misschien kunt u uw bijdrage ook afronden? WETHOUDER MEEUWIS: Nou, ik heb nog een motie voorzitter. Dank u zeer. Even kijken, de motie gaat over Bavel-Zuid en Het Hout. Het college wil hierop graag toezeggen dat ze de ontwikkeling van Het Hout en/of Bavel-Zuid pas aan de orde wil laten zijn na positieve besluitvorming door u daartoe in de raad, uiteraard. En het college kan instemmen met de gestelde voorwaarde dat daarbij marktomstandigheden altijd de aanleiding moeten zijn. Het college wil u echter in overweging geven dat wij niet akkoord wensen te gaan met de voorwaarde dat nieuwe bedrijfslocaties eerst moeten zijn uitgenut en dat de mogelijkheden voor herstructurering, revitalisering van bestaande terreinen volledig zijn uitgenut. De redenen hiervoor zijn datje namelijk met revitalisering en herstructurering nooit klaar bent. Herstructurering en revitalisering zijn complexe processen die lang duren en slechts mondjesmaat bouwpercelen opleveren, mede ook omdat die percelen van de te herstructureren gebieden vaak of bijna altijd in particuliere handen zijn en je dus ook de medewerking van die particulieren daarbij nodig hebt. Daarmee maak je de ontwikkeling van de economische dynamiek afhankelijk van mogelijke partijen die andere belangen hebben dan wij als gemeenschap en als gemeente. Daarnaast is de doorlooptijd van nieuw te ontwikkelen terreinen dermate lang, dat daardoor een situatie kan of zal ontstaan dat Breda geen courante bedrijfskavels meer beschikbaar heeft waardoor vraag en aanbod niet meer op elkaar aansluiten. Ik wil u een voorbeeld geven. We hebben nog niet zo lang geleden overleg gehad met een grote logistieke dienstverlener die met 300 arbeidsplaatsen kwam, die wij geen plek konden bieden in de huidige terreinen, wel mogelijkerwijs op een terrein wat ooit misschien beschikbaar komt maar waar wij op dit moment de ruimte niet konden bieden. En die is wel ooit opgenomen in de hoeveelheid vierkante meters die we nodig dachten te hebben in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 44