483
483
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, even een vraag.
Ik wil me best inhouden met interrupties maar dit begrijp ik toch niet hoor.
We hebben zoveel braakliggende terreinen. Een ander deel Bavel-Zuid hebben we al in
ontwikkeling. We hebben het hele Ritmeesterpark. Daar ontstaat Dat is meer een punt van
natuurontwikkeling aan het worden dan van economische ontwikkeling. Dus hoe kunt u nou zeggen
dat een logistieke dienstverlener niet kan landen in Breda? Daar snap ik echt helemaal niks va
WETHOUDER MEEUWIS:
Nou deze logistieke dienstverlener had 3 ha aaneengesloten grond nodig. Toen was het
Ritmeesterpark nog bedoeld voor de Dinalog campus. Maar daarmee was het overigens ook een
van de uitgangspunten voor dat gebied dat daar een bepaalde hoogwaardigheid ,n kwabteit moest
verschijnen. Dat waren uitgangspunten die we hanteerden. En een grote aluminium bak paste daar
niet in, zoals we die op andere terreinen wel neerzetten. Dus watje ziet en wat ik bedoel te
zegqen en dat geldt ook voor je acquisitieactiviteiten, je kunt het nooit helemaal precies op de
vierkante meter sturen. Je moet die ruimte dus hebben dat je dus en natuurlijk kun je daar
randvoorwaarden aan verbinden en natuurlijk ga je niet lukraak de mooiste stukken lukraak als
eerste weg geven. Natuurlijk probeer je dat te plannen. Maar uiteindelijk wil je in je
structuurdenken de ruimte open kunnen houden om als de nood aan de man komt en als die
opportunity zich voordoet, datje in ieder geval de raad in overweging kunt geven zonderdajedat
buiten je Structuurvisie houdt, en dus hele lange termijnen, vaak te lang om een paritiI te kunnen
faciliteren. We hebben deze partij ook niet kunnen faciliteren, die is naar elders vertrokken omdat
we de ruimte op dat moment niet hadden, hoewel we hem binnen een enkel jaar, 2, 3 jaar wel tot
ontwikkeling zouden kunnen brengen. Dus ik wil u dat toch in overweging geven. En daarmee wil ik
deze motie namens het college ook bij u ontraden.
Dank u zeer.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Welke portefeuillehouder mag ik nu verwelkomen?
Zegt u het maar hoor.
De heer Akinci. Die gaat ons laten zien hoe het kort en bondig kan.
WETHOUDER AKINCI:
Volqens mij is mijn tijd al weer voorbij, voorzitter.
Ja mevrouw Van Hasselt, ik moest natuurlijk wel heel even zorgen dat er iets in de krant kwam
over Mobiliteit waarop u aan zou slaan want om het met u niet over Mobiliteit te hebben als we het
over de Structuurvisie hebben, dat kan natuurlijk niet. ^oa,itnak
Uw vraag: wordt de stad onbereikbaar voor de auto? Nee, hij wordt onbereikbaar voor de auto als
we niks doen. En dat is volgens mij allebei onze ambitie niet. Dus de stad blijft bereikbaar voor de
auto, op de plek waar we die faciliteren; de stad wordt ook bereikbaar voor andere
verkeersmobiliteiten. Ik ben er overigens van overtuigd mijnheer Van Lunteren dat ze in Ch
ook interesse in onze mobiliteitsaanpak zouden kunnen hebben. Sterker nog, als mevrouw Van
Hasselt de route van haar woning naar het station uitdrukt in 8 minuten bus of 15 minuten fiets, -
en hoe lang het met de auto duurt, dat weten we nog steeds geen van allen dan zijn we volgens
mii al een heel eind op weg met de mobiliteitsaanpak. 20 Pagina's van de Structuurvisie gaan
daarover Komt ér nog een aparte integrale visie op Mobiliteit? Nee, wat mij betreft met. Juist d,e
20 pagina's hier in de Structuurvisie zijn de integrale visie omdat de link wordt gelegd met andere
beleidsterreinen op het gebied van Ruimtelijke Ordening, Ontwikkeling, enzovoorts. Dat is die
integrale visie. Wat wij wel gaan doen, - en ja mijnheer Lips, die worden ook besproken in de
commissie -, is die visie, die integrale visie zoals die staat in de Structuurvisie, in meerjaren
uitvoeringsprogramma's, - het scrabble woord van de heer Bergkamp - met.uw comm'ssie
bespreken. Maar dan hebben we het niet meer over visie en beleid, dat hebben we al. Nee, dan
hebben we het over waar we allemaal op zitten te wachten: uitvoering.
De heer De Beer vroeg in zijn bijdrage naar de Aa of Weerijs. Dit prachtige stukje, een van de
bronnen van onze stad, ooit ontstaan in het Pleistoceen, zo'n 11000 jaar geleden. En ookal is die
er al heel lang, hij is nog net niet af, nietwaar als ik uw bijdrage hoor. Ik snap die ambitie om naast
het Markdal ook de Aa of Weerijs als een belangrijk historisch en recreatief toeristisch gebied aan
te wijzen Dat past ook bij de ambities van Breda. Dat past ook bij de ambities van bijvoorbeeld
zo'n samenwerkingsproject Landstad De Baronie waarin we met meerdere gemeenten kijken naar
wat er in ons buitengebied allemaal te doen is en hoe we dat kunnen versterken, de oude
revitalisering, zowel economisch, landbouw alsook toeristisch en recreatief en qua natuurwaarde.
Maar ik zeg er ook meteen bij: hij heeft zowel als het gaat om de natuurontwikkeling als om de