515
Mevrouw Groeneweg, CDA.
MEVROUW GROENEWEG:
Dank u wel, voorzitter.
Als CDA fractie steken we wel eens de loftrompet. Maar waar Breda Broeit, pakken we liever de
jazz trompet want dat past daar beter. Het is een impuls voor de wijk. We verwachten dat het
daardoor makkelijker zal worden om investeerders te vinden voor de definitieve ontwikkeling. De
manier van ontwikkeling juichen wij toe. Minder overheid, meer samenleving. De omliggende
bedrijven en woonbootbewoners en inwoners van de Belcrum zijn betrokken bij de plannen en zijn
enthousiast.
Bij de behandeling in de commissie hebben wij voldoende zekerheid gekregen over de financiële
gevolgen. In het bestemmingsplan, wat hierna op de agenda staat, is de legitimiteit van de nu
bekende initiatieven en de wijzigingsbevoegdheid voor Breda Broeit in de verdere transitieperiode
geregeld en zijn juridische risico's beperkt. Ook zijn er zekerheden rond waterbeheersing en
milieubescherming.
De zorgen van de SP, - ik kan er nu wel over gaan, want hij is ingediend -, over ongewenste
activiteiten, delen wij niet. De zekerheid dat er niets ongewenst gebeurt, is gelegen in het proces.
Het doel van Breda Broeit is helder vastgelegd en bevestigd in de commissievergadering. Het gaat
om initiatieven op het gebied van cultuur, recreatie en ontspanning. Dat geeft al een afbakening.
Daarnaast hebben omwonenden een belangrijke stem. Hoe het besluitvormingsproces precies vorm
gaat krijgen, wordt nog uitgewerkt. In de commissie is op onze vraag bevestigd dat de gemeente
als grondeigenaar, en dus altijd belanghebbende, om de tafel zit bij alle initiatieven en als
grondeigenaar het laatste woord heeft. Dat geeft voldoende zekerheid.
Wij hebben, in tegenstelling tot de SP, niet de behoefte om bestaande ondernemers uit te sluiten.
Het CDA Breda heeft niets tegen het scheppen van reguliere banen, integendeel.
Tot slot. Het is een traject met risico's. Daarom is het ook een pilot en gaan we er van leren. Het is
echter vooral een traject met heel veel kansen op een snelle en swingende invulling van het
gebied. Wij gaan het experiment Breda Broeit dan ook graag aan.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik dan een vraag stellen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Want als er dan toch nu op mijn moties gereageerd wordt, wanneer acht u dan de pilot geslaagd,
op welk moment, wat zijn voor u de higlights wanneer u zegt van nou dit was goed, dit is
geslaagd?
MEVROUW GROENEWEG:
Ja, naar aanleiding van uw motie heb ik daar ook over na zitten denken. Maar ik denk dat het geen
wetenschappelijk experiment is in de zin dat je het ene geval van we doen het niet en we doen het
wel kunt vergelijken. Dus je kunt nooit precies exact meten wanneer het geslaagd is. Maar ik kan
me zo voorstellen dat hier al wat ik nu al heb gezegd, dat dat daar al voldoende in zit, namelijk dat
het een bestemming heeft gekregen waarin cultuurzaken, ontspanningszaken zijn gerealiseerd, dat
de bewoners het leuk vinden, dat het een heel goed proces is geweest, dat we geleerd hebben.
Dus er zijn allerlei hele makkelijke dingen die naar mijn idee zo op een papier kunnen staan maar
die we niet exact kunnen meten met een 0 meting, een halve meting en een eindmeting.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter
MEVROUW GROENEWEG:
Maar ik hoop
DE HEER VAN LUNTEREN:
Mag ik dan nog voor de verduidelijking? Want de pilot gaat om U heeft de onzalige term, of in
ieder geval het college heeft die onzalige term ontslakken daarin gelegd. Juist om te kijken welke
regels er weg kunnen. Dat lijkt mij het hele doel van deze pilot, niet