517 deze pilot tot een geslaagd succes te maken. Dus daar voelen we in eerste instantie wat minder voor. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER AKINCI: Voorzitter, het is door een aantal van de fracties al gezegd en we hebben het er ook in de commissie al uitgebreid over gehad. Het doel wat we hier inderdaad proberen te bereiken, is niet het ontslakken op zich, - rotwoord, daar zal ik zo nog even op terug komen -, maar vooral kijken of door een andere houding van de gemeente, en door op een andere manier om te gaan met al die wetten en regels die we hebben en beleidkaders enzovoorts, door daar op een andere manier mee om te gaan, of we iets kunnen bereiken in een gebied wat anders voor 10 jaar stil zou staan. Het is grond van de gemeente, er zitten nog een tweetal bedrijven, voor de rest staat dat schiereiland leeg. En kun je daar nu iets van maatschappelijke meerwaarde creëren in plaats van datje dat gebied iaat verpauperen en datje dat een beetje een unheimisch gebied van de stad laat worden? Lukt dat door daar gewoon mensen uit de stad met hun initiatieven de ruimte te geven? Dat is een beetje het experiment. En ja mevrouw De Bie, dat vraagt absoluut een andere houding van het hele overheidsapparaat, van ons, van de bestuurders, van u als raad, - want u moet ook durven loslaten -, en ook van de ambtenaren, van de medewerkers van de gemeente. En sommigen pakken dat heel enthousiast op en functioneren bijna als een soort doorbraakambtenaren die zo enthousiast bezig zijn dat ze niet alleen de tussenschotten van de organisatie maar bijna de buitenmuren doorbroken hebben, en andere mensen zijn ietwat voorzichtiger nadat ze natuurlijk 10, 20, 30, 40 jaar de opdracht hebben gehad om regels te handhaven en nu ineens de opdracht krijgen om op bepaalde plekken gecontroleerd regels los te laten. Dus het is voor iedereen heel spannend. Maar het leuke is wel dat je daardoor ook medewerkers binnen de gemeentelijke organisatie hebt die weer meer zien waar andere mensen mee bezig zijn en hoe je om kunt gaan met dynamiek en hoe je dat hanteerbaar kunt houden. Ja, wat als hier een bedrijf komt? De heer Quaars stelde die vraag ook. En hij gaf in zekere zin het antwoord ook al. We vragen niet alleen om ruimtelijke ontwikkeling, we vragen ook om een ontwikkeling in de hoofden van mensen. Als hier een bedrijf komt, commercieel of niet commercieel, wat een bijdrage levert aan de dynamiek van dat gebied, waarvan een aantal van de huidige gebruikers misschien ook wel zegt dat het een enorme meerwaarde voor ons is, voor de stad en de hele omgeving, ja waarom zou je zo'n bedrijf dan weg houden omdat het toevallig commercieel is? Nee, die zijn dan van harte welkom. En misschien dat een partyboot wel zo'n ondernemer is. Maar op het moment dat het een wederzijdse meerwaarde oplevert, moet je daar vooral niet bang voor zijn. Je moet natuurlijk wel uitkijken dat er geen dingen gebeuren die absoluut niet de bedoeling waren en dat regelen we als eigenaar van de grond in huurovereenkomsten of gebruikersovereenkomsten. En daar kun je ook altijd zeggen: dit hebben we afgesproken, dit was uw plan, daar krijgt u de ruimte voor. En op het moment dat het zich verder ontwikkelt, of een andere kant op ontwikkelt, ja dan zult u toch altijd weer het gesprek aan moeten gaan met de gemeente als eigenaar, - dan wordt het dus privaatrechtelijk -, en met de buren om te zorgen dat er niet allerlei juridische procedures komen en datje samen gaat kijken nou hoe je zo'n initiatief weer kunt laten doorontwikkelen. En dat is eigenlijk ook een beetje het doel, met elkaar praten en samen ontwikkelen in plaats van allerlei papieren procedures heen en weer. Daar gaan we dus samen naar kijken. Ruimte zoals mevrouw Haagh het noemde en ook mevrouw Groeneweg en ook de heer Scheltens. Gezamenlijk vorm geven dus aan het algemene belang, organisch ontwikkelen, geen kader of in ieder geval een beperkt kader. En als het dan gaat om de evaluatiepunten die we eruit moeten leren, - want we proberen ook te leren -, nou wat vraagt dit nu van houding en gedrag? Niet alleen van de medewerkers van de organisatie en van ons als politiek bestuur, maar ook van de initiatiefnemers, ook van de omwonenden, de hele stad wellicht. Welke regels blijken uiteindelijk toch van belang te zijn en welke regels niet? Want het is een experiment. Misschien zijn we met een regeltje wel iets te soepel in dit ontslakkingstraject maar denken we naderhand toch dat we dat ene regeltje eigenlijk toch wel nodig hadden. Dat is ook leren. Het is ook een beetje risico durven nemen maar dat wel heel goed managen en beheersbaar houden. Hoe komen plannen tot bloei? En helpt dit nou om processen sneller te laten gaan en om de kosten beheersbaar te houden? In plaats van dat we dure procedures moeten voeren, helpt deze flexibiliteit ons ook om de kosten beheersbaar te maken. Dat zijn een aantal van die punten die vooral in de evaluatie terug moeten komen. Ontslakken, voorzitter tot slot, ik was er ook geen fan van. De landelijke pilot heet nu eenmaal zo. Ik heb nog even geprobeerd in het college om het de boel ontregelen te noemen. Dat vonden ze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 16