538
te zijn met het inzetten van politie omdat wij uiteraard vinden dat er ook andere zaken in deze
stad zijn die prioriteit verdienen wat betreft politie inzet.
Dus de Partij van de Arbeid is tevreden over deze verordening en geeft steun aan het amendement
van de SP en ondertekent mede de motie van D66.
Dank u wel.
DE HEER ADANK:
Voorzitter, mag ik een verduidelijkende vraag stellen aan de heer Szablewski?
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
De heer Adank.
DE HEER ADANK:
Bent u zich er van bewust dat door het steunen van het amendement van de SP, u de weg volledig
vrij geeft om juist de beperking waarvan u zegt dat het in de verordening in balans is, volledig vrij
geeft om oneerlijke concurrentie aan te gaan met de reguliere commerciële bedrijven?
DE HEER SZABLEWSKI:
Nee dat ben ik niet met u eens. Kijk, het gaat hier om instellingen en inrichtingen die te maken
hebben met een bezuiniging die opgelegd is waardoor ze de exploitatie niet meer rond krijgen en
waar zij zeg maar horeca activiteiten organiseren om hun exploitatie rond te krijgen en dat is wel
een consequentie van uw eigen beleid. U kiest er voor aan de ene kant om een bezuiniging op te
leggen waardoor ze hun exploitatie niet rond krijgen. Dan vindt de Partij van de Arbeid het terecht
datje hen aan de ene kant ook de ruimte biedt binnen grenzen, - de verordening geeft dan
grenzen aan -, dit geldt voornamelijk voor buurthuizen, dat wij die grenzen voor de buurthuizen
oprekken. En dat vinden wij volkomen logisch nogmaals in de richting en in de lijn van uw eigen
beleid.
DE HEER ADANK:
Ons eigen beleid staat in de verordening genoemd. En u geeft de weg volledig vrij om juist die
beperking die er in staat, die juist opgenomen is om de oneerlijke concurrentie tegen te gaan,
haalt u er hier nu juist weer mee uit. Dus de verordening is daarmee helemaal niet meer in balans.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed.
DE HEER SZABLEWSKI:
Misschien dan toch nog even een korte opmerking.
Kijk als de buurthuizen zo commercieel aantrekkelijk waren geweest, dan snapt de Partij van de
Arbeid niet dat toen er buurthuizen gesloten werden, de Koninklijke Horeca Nederland of
horecabedrijven niet in de rij hebben gestaan om die horecavoorzieningen in de buurthuizen over
te nemen. Dus blijkbaar is het geen concurrentie. En daarom achten wij het toch goed dat we die
ruimte bieden voor de buurthuizen en niet voor alles, als u het goed gelezen heeft.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Ik geef het woord aan de heer Ügerler.
DE HEER ÜgERLER:
Dank u wel, voorzitter.
Ik zal het niet lang maken.
Het voorstel is uitgebreid in de commissie Bestuur besproken. Wij kunnen de insteek
onderschrijven van het college om de verantwoordelijkheid vooral bij de uitbaters te laten. Wel
onderschrijven we dat de gemeente verantwoordelijkheid heeft voor handhaving en toezicht, of
toezicht of handhaving.
In de commissie heeft het CDA een aantal vragen en suggesties voorgelegd aan het college. Het
college, of de burgemeester, heeft instemmend onze verzoeken beantwoord. Ik zal die nog een
keer noemen. Dus waarvoor ook mijn dank.
Wij hebben voorgesteld om een 0 meting te maken over de beschrijving van de situatie nu om
inderdaad straks te kijken hoe het beleid werkt, om de voortgang te volgen.
Een 2e punt was een evaluatie over een jaar. De burgemeester heeft dat ook toegezegd.
En wij hebben ook gevraagd ook de alcoholverkoop vanuit de supermarkten in hoeverre dat
maatregelen daarvoor kunnen en welke mogelijkheden dat de gemeente heeft. De burgemeester