548
landelijk, we op een aangename wijze datgene kunnen doen wat jong en oud willen. En dat is
aangenaam vertoeven in de binnenstad met uitzondering van excessen.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel. Dat was
DE HEER SZABLEWSKI
Mevrouw de voorzitter.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Szablewski.
DE HEER SZABLEWSKI:
Dat heeft de burgemeester wellicht vergeten. Maar ik had nog een vraag over de pilot die gedraaid
wordt door de Directie Ontwikkeling over de mogelijkheden van de paracommerciële bedrijven.
Ik weet niet of u daar nog een antwoord op heeft.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dat is
DE BURGEMEESTER:
Dat zal wethouder Bergkamp doen net als in de commissie, de paracommerciële activiteiten.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Ja.
Ik geef het woord aan wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, er zijn vragen gesteld over het thema paracommercie.
Om de heer Szablewski maar meteen antwoord te geven: ja. Die informatie komt er aan; we
ronden die binnenkort af. En dan zullen we die informatie toesturen.
Ik wil via het antwoord op de heer Szablewski meteen ook reageren op het amendement van de
heer Van Lunteren omdat ik heel goed begrijp vanuit welke achtergrond hij dat amendement
samen met de Partij van de Arbeid indient. Het verdienvermogen van die buurthuizen die niet meer
leunen op de subsidie van de gemeente, moet je wel kunnen faciliteren want anders bind je het op
de rug van mensen en lukt het bijna niet. En we hebben nadrukkelijk ook vanuit dat spanningsveld
ook gekeken naar wat kan er dan. En we hebben ook met de horeca gesproken en ook afspraken
gemaakt. Dus ik begrijp de achtergrond maar toch raad ik de route die u nu voorstelt af. Kijk de
route die het college voorstelt is, en misschien dat we snel, dat hoeft helemaal niet een jaar te
wachten, snel als die evaluatie van die pilot op tafel ligt, dat we dan er nog eens even over kunnen
doorpraten. Want we hebben in die pilot nadrukkelijk gekeken op wat voor manier kun je nou
buurthuizen die in dat proces zitten en die daar verder in willen, faciliteren aan de ene kant en hoe
kun je het spanningsveld met Horeca Nederland, ja de moeilijke concurrentiepositie aan de andere
kant, hoe kun je dat nou oplossen.
En we hebben 2 lijnen afgesproken. In zijn algemeenheid gaan we druk op de buurthuizen op korte
termijn niet verhogen zodat zij niet bijna tegen hun natuurlijke wens in opeens nog meer bier
willen gaan verkopen terwijl dat eigenlijk niet kan. Dat is de ene route. Nou, en de 2e route is die
locaties, en dat zijn er enkele, u heeft er al een genoemd, die die weg wel inslaan, daar gaan we
mee aan de slag om te kijken hoe zij dan ook daadwerkelijk zeg maar als commercieel
horecabedrijf kunnen functioneren. En daar is meer voor nodig dan alleen dit amendement op de
prijs. Want als je daar voor kiest, ja dan kies je ook voor een ander belastingregime, dan kies je
voor een registratie in het Handelsregister, dan kies je voor het niet meer toepassen van de BTW
vrijstelling, dan kies je voor het betalen van vennootschapsbelasting en dan kies je er voor om
geen financiële steun meer van de gemeente te krijgen, ook niet in de huurreductie. Nou, in dat
traject, en we hebben met die buurthuizen, het zijn er maar een paar, die er nu naar neigen om
daar voor te kiezen, hebben we gezegd dan gaan we met jullie samen aan de slag om dat verder te
onderzoeken. En we hebben met Horeca Nederland afgesproken dat zij met een werkgroepje met
een positieve grondhouding mee zoeken naar hoe dat dan mogelijk is. Want als we dat niet doen, -
en dan kom ik op het bestemmingsplan uit -, en dan krijgen collega Arbouw en ik toch een
probleem met de directe omgeving. Want er hoeft maar een partij bezwaar te maken in die
omgeving van dat buurthuis en we schieten met de wijziging van het bestemmingsplan ook niks
op. Dus dan denk je dat je aan de voorkant snelheid gemaakt hebt met dit amendement maar
uiteindelijk help je die partij niet. Dus met laat ik zeggen, een positieve grondhouding van het
college, kijken we nu vanuit die pilot hoe we op die paar plekken waar dat speelt, die exploitanten