het mogelijk was, we hebben ook afgeboekt als gemeente, om die tijd te nemen om dat te
beoordelen. Het belang van de gemeente is niet anders dan het belang van de bewoners als het
gaat over de kwaliteit in het gebied. Helaas kan ik niet anders dan concluderen, ook na de laatste
gesprekken van afgelopen vrijdag, dat een aanpassing van het plan geen zin heeft. Dan heeft dus
ook een extra maand pakken ook geen zin, naast misschien nog het laatste argument voorzitter, -
om af te ronden -, dat je in 6 weken tijd geen ander beeld zult krijgen. Als je een andere
investeerder zou willen benaderen met de vraag of die bereid is het risico te pakken, zal zo'n
investeerder tenminste 3 maanden tijd nodig hebben om die analyse opnieuw te gaan maken, als
hij onbekend is met dit gebied. Alle partijen die bekend zijn met het gebied, zijn in ieder geval niet
bereid om het risico te pakken.
En dan het laatste punt misschien dan nog, namelijk dat op het moment dat men zo'n investeerder
zou gevonden hebben, blijft het risico en de verantwoordelijkheid bij de gemeente zitten tot de
verkoop van de grond. Want partijen gaan het pas oppakken op het moment dat men het
voldoende verkocht heeft op de markt. En mijn inschatting is dat als je dat traject zou ingaan, dat
je pakweg over 2 jaar concludeert dat het plan dus inderdaad niet realistisch is. En volgens mij
moeten we dat als raad niet willen. Volgens mij moet je als raad nu met de informatie die we
hebben, de beste keuze maken. En dat is namelijk afbouwen van het plan. Want het faillissement
van Heja heeft in die zin al voldoende schade toegebracht.
DE VOORZITTER:
Goed.
Wie heeft behoefte aan het afleggen van een stemverklaring en daarmee aan het ventileren van
zijn opvattingen? Over het ordevoorstel.
De opvatting van de wethouder is geleverd.
Mijnheer Van der Horst.
Mijnheer Hendrickx, CDA.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, moet ik dit nou duiden als een soort stemverklaring voor de motie? Of moet ik nou
zeggen dat het een ordevoorstel is? Dat is me niet helemaal duidelijk.
DE VOORZITTER:
Het is een ordevoorstel.
Nee, het is niet onduidelijk.
Het is een ordevoorstel om een maand te verdagen. De wethouder heeft zijn reactie daarop
gegeven. En het is aan u om middels een stemverklaring aan te geven of u voor uitstel bent met
een behandeling van een maand of niet.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Of ik voor de motie ben of niet. Dat is dan...,
DE VOORZITTER:
Zo kunt u het Het is aangemerkt als een ordevoorstel.
Mijnheer Hendrickx, CDA.
DE HEER HENDRICKX:
Voorzitter, naar aanleiding van de commissievergadering hadden wij eigenlijk geen vragen meer,
gezien ook de raadsbrief die wethouder Arbouw net toelichtte. En wij vonden eigenlijk dat het
bestemmingsplan Waterdonken uitgevoerd moest gaan worden. Wij steunen dan deze motie ook
niet.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Vuijk, Breda'97.
DE HEER VUIJK:
Dank u wel, voorzitter.
Ik had me eigenlijk aangemeld voor behandeling.
DE VOORZITTER:
Nee, dit ordevoorstel, dat is heel helder.
Het is een ordevoorstel.
DE HEER VUIJK:
Nee geen uitstel. Behandelen vanavond.