568 te werken en wordt gelijk het buitengebied aantrekkelijker voor de recreatie van onze burgers. Dat is nou precies wat we in de Structuurvisie 2030 beoogd hebben. Een groen en aantrekkelijk buitengebied hoort nu nog tot de kernkwaliteiten van Breda maar dat kan met dit plan niet gegarandeerd worden dat dat zo blijft. Uit de reactie op de ingediende zienswijze blijkt dat juist in de besluitvormende fase vooral economische aanpassingen hebben plaatsgevonden. Van de goed onderbouwde argumenten van de gezamenlijke Natuur- en Milieuorganisaties is nauwelijks iets gehonoreerd. Wij verwachten dat het gewenste evenwicht tussen people, planet en profit zo niet dichterbij komt. Daarom wil onze fractie, samen met D66, proberen met 3 amendementen hier nog iets aan te veranderen. Om te beginnen bij de kwaliteitsverbetering van het landschap. Voor ruimtelijke ontwikkeling hadden we een goede regeling opgenomen in de Landschapsinvesteringsregeling Breda waarnaar ook de Structuurvisie 2030 verwijst. Met de vaststelling van dit bestemmingsplan is dit na net een maand al weer achterhaald, omdat er in de Regio een handreiking beschikbaar is gekomen waarvan wij als raad de definitieve tekst nog niet hebben gezien. Naar onze mening is dat wat er nu in het bestemmingsplan is opgenomen, juridisch niet bruikbaar omdat het niet compleet is. Zo ontbreken er tabellen en bijlagen en er ontbreekt een verwijzing naar het Groenfonds. Hoe denkt de wethouder dit te repareren? En omdat voor een aantal ontwikkelingen geen kwaliteitsverbetering nu meer nodig is, dreigt de landschappelijke inpassing van het glastuinbouwgebied uit beeld te raken terwijl de meerderheid van de commissie Ruimte in 2011 er van uit ging dat het advies van bureau BRO om het glastuinbouwgebied met een eigen besloten Groene Kamer in te passen, gerealiseerd zou worden. Wij hebben samen met D66 een amendement voorbereid om deze Groene Kamer alsnog op de bestemmingsplankaart DE HEER HENDRICKX: Voorzitter, mag ik even een vraag stellen aan mevrouw Schokker? DE VOORZITTER: Mijnheer Hendrickx, gaat uw gang. DE HEER HENDRICKX: U sprak over een landschappelijke inpassing. Wij hebben er altijd over gesproken en wij hebben nooit gezegd dat er iemand op tegen was. Maar u vergeet een regel. Die landschappelijke inpassing zou er komen als iemand ging uitbreiden, ging vernieuwen, of een nieuw bedrijf vestigen. En niet als een Groene Kamer door heel het gebied. En dat wilt u nu. Dat ben ik niet met u eens. MEVROUW SCHOKKER: Nou, dan verschillen wij van mening. Er is wel degelijk gesproken in het kader van de beleidslijn glastuinbouw dat we dus niet de individuele ondernemer de landschappelijke inpassing zouden laten doen maar dat we er voor kozen, zouden kiezen, om het hele gebied zoals het in de beleidslijn opgenomen is, in te kaderen in de Groene Kamer. En dat was ook op advies van het bureau BRO. En daar hebben we dus met z'n allen gezegd: dat is een goede zaak, dat moeten we doen. En daar kom ik dus nu op terug. DE HEER HENDRICKX: Mits de mogelijkheid er is om landschappelijke inpassing in te vullen naar aanleiding van uitbreiding of nieuwvestiging van een glastuinbouwbedrijf. En niet anders. DE VOORZITTER: Goed. U krijgt dadelijk uw termijn, mijnheer Hendrickx. Mevrouw Schokker, gaat u verder, ook gezien de tijd. MEVROUW SCHOKKER: Ik was bezig het amendement aan te reiken. Het dictum is enigszins aangepast ten opzichte van de versie die u op tafel hebt liggen omdat de nummering niet zo handig was. Maar de strekking is ongewijzigd. Het 2e amendement gaat over de ruime uitbreiding van DE VOORZITTER: Ik zal het even voorlezen. MEVROUW SCHOKKER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 43