580
Het is jammer dat de wethouder niet ingegaan is op waarom het zo belangrijk is dat wij het gebied
geen vestigingsgebied meer willen noemen maar doorgroeigebied. Want dat is met name dus het
belang wat ik genoemd heb in mijn le termijn, namelijk dat dat gebied niet direct zou gaan vol
stromen met ondernemers die helemaal geen binding hebben met Breda. Daarvan had ik graag
gehoopt dat de wethouder daar op inging. En wij vinden eigenlijk dat we niet in moeten gaan op
het feit van dat wij misschien een aanwijzing van de Provincie zouden krijgen. Ik wijs er nogmaals
op hoe de gemeenteraad in Oosterhout het opgelost heeft. Het zou voor de Provincie ook een
stimulans kunnen zijn om nu te zeggen van we gaan dat gebied inderdaad veranderen in een
doorgroeigebied. Die vraag zou na dit besluit Daarmee zou de wethouder op pad kunnen gaan.
Over de landschapsinvesteringsregelingen het volgende. We hadden in de Structuurvisie Groen en
Rood een goede regeling. Deze is komen te vervallen bij de Structuurvisie 2030. In wat er nu voor
ligt, is er niets geregeld over vergoeding in het Groenfonds. Bovendien is onduidelijk waar nu de
Structuurvisie naar verwijst. Wat er nu ligt, is goed voor een retourtje Raad van State. En we
mogen toch wel hopen dat het met dit plan beter gaat dan met het vorige Bestemmingsplan
Buitengebied. Dus daarom wilden we aan het college vragen het resultaat van de Regio openbaar
te maken en met de Groene Tafel te bespreken en ook met de commissie Ruimte om toch tot een
complete landschapsinvesteringsregeling te komen waar wij dus van uit waren gegaan. Ik wil dus
vooral betogen dat ik niet zeg: die landschapsinvesteringsregeling die we in de regio hebben
afgesproken is niets, maar het gaat erom hoe u dat opgenomen heeft nu in het bestemmingsplan.
Dat is niet goed gegaan.
Dan over de teeltondersteunende voorzieningen. Daar willen we dus het amendement inruilen voor
een motie en in die motie willen we het college verzoeken om een toetsingskader te ontwikkelen
voor de landschappelijke kwaliteit voor ontwikkelingen in het buitengebied zoals
teeltondersteunende kassen en dat samen met de commissie Ruimte bespreken. Wij denken dat
zo'n toetsingskader aansluit bij de visie voor het buitengebied uit de Structuurvisie en daarmee
wordt het dan mogelijk om in het buitengebied meer integraal te sturen.
En over de landschappelijke inpassing van het glastuinbouwgebied
DE VOORZITTER:
Dient u de motie dan nu in mevrouw Schokker?
MEVROUW SCHOKKER:
Ja.
DE VOORZITTER:
Dat betekent een motie.
Ingetrokken wordt amendement 3.
En de motie: Verzoekt het college voor ontwikkeling in het buitengebied zoals teeltondersteunende
voorzieningen, uitbreiding van kassen, paardenbakken, huisvesting voor arbeidsmigranten, en
andere niet agrarische bedrijfsgebouwen, een toetsingskader te ontwikkelen voor de
landschappelijke kwaliteit en daarbij de commissie Ruimte te betrekken.
Is ondertekend door GroenLinks en D66.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Dat was het mevrouw Schokker?
MEVROUW SCHOKKER:
Nee, ik wilde nog een klein woord
DE VOORZITTER:
Wilt u dan proberen tot een afronding te komen?
MEVROUW SCHOKKER:
zeggen over de landschappelijke inpassing van dat glastuinbouwgebied...,
DE VOORZITTER:
Heel kort, gezien de tijd.
MEVROUW SCHOKKER:
We hebben daar wel degelijk in het kader van de beleidslijn over gesproken. En clustering van
bedrijven moet wel degelijk mogelijk zijn. En wij handhaven ons amendement omdat wij vinden
dat het college, hoe het adviesbureau BRO dat heeft vastgesteld, daar liggen zeker kaarten aan ten
grondslag, dit op deze manier best op kan nemen op de kaart van het bestemmingsplan.