534
Dus ik denk toch, - en dan kijk ik even naar mijn mede indiener dat we graag willen kijken of
toch de intentie van die moties en de doelen van die moties nog eens nader bekeken kunnen
worden. En daarom dien ik namens ons een motie in.
DE VOORZITTER:
Draagt het college op aan beide moties Startersbeurs en Innovatief Re-Integratieproject uitvoering
te geven conform het door de raad besloten dictum.
Daarbij de verloren tijd tot een minimum te beperken door er naar te streven dat de uitvoering in
2013 van start gaat.
De gemeenteraad op de hoogte te houden over deze ontwikkelingen.
Is ondertekend door de Partij van de Arbeid, D66, Leefbaar Breda, BOB, SP, Breda'97, Trots op
Nederland.
Het woord is aan wethouder Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, dank u wel.
Het college vindt het prettig dat deze raad ook de prioriteiten en het belang van een goede aanpak
van de jeugdwerkeloosheid ondersteunt. De motie behandelt 2 vragen die aan de orde zijn gesteld
en waarop het college ook een antwoord heeft gegeven. Ik zal u niet het antwoord van het college
nog een keer geven. Dat heeft u op papier. Ik wil u wel misschien nog wat overwegingen
meegeven waarom de motie in deze vorm misschien niet vanuit het perspectief van het college in
ieder geval de meest wenselijke vorm heeft aangenomen.
In de eerste plaats denk ik dat de raad het met mij eens zal zijn, of met het college eens zal zijn,
dat deze raad niet het platform is waarop wij individuele subsidieaanvragen moeten beoordelen.
Daar worden subsidieaanvragen toegekend, er worden subsidieaanvragen afgewezen. Daar zit een
zorgvuldig proces onder wat conform verordeningen die u vaststelt, tot stand komt, dat proces. En
ik denk dat u dus voorzichtig moet zijn als u daar zelf, los van de criteria waarmee u het college op
pad stuurt, een andere lijn in voert.
Als het gaat over de vragen die u stelt, om de Baanbonus in relatie tot de Startersbeurs, wil ik daar
het volgende over zeggen. Ik weet het niet zeker maar het gevoel dat ik heb is dat u een aantal
zaken door elkaar haalt. Wij hebben..., En ik denk dat de verwarring deels veroorzaakt is door
mijzelf, doordat wij de Baanbonus in Breda en de Baanbonus in de Regio allebei Baanbonus hebben
genoemd. Maar dat zijn feitelijk totaal andere instrumenten die een ander doel nastreven, anders
gefinancierd worden en andere doelgroepen bedienen.
De Baanbonus in de Regio is een Baanbonus die, ver voor dit college aantrad, onder bezielende
leiding van mijn voorganger als zeer succesvol arbeidsmarktinstrument is ingezet in de regio. En
op basis van dat succes heeft dit college op een later moment besloten dat dat misschien
omgevormd een prima instrument ook zou kunnen zijn om in te zetten voor andere doelgroepen,
mensen langdurig in de Bijstand. Dat gaat dus niet om jongeren. Dat gaat om mensen die
langdurig in de Bijstand zitten. Dat wordt ook gefinancierd uit de Participatiemiddelen. En ik hoef u
geen college te geven als ik u uitleg dat participatiemiddelen niet bedoeld zijn voor voortijdig
schoolverlaters. De wet omschrijft namelijk wat wij met die middelen doen. Die zijn bedoeld voor
mensen die een WWB uitkering genieten of andere aan de zorg van de gemeente toevertrouwde te
integreren doelgroepen. En dat worden er steeds meer. Deze groepen waar we het nu over hebben
vallen daar niet onder. Die vallen wel onder de middelen die door Provincie en Rijk beschikbaar zijn
gesteld om het sterk groeiende vraagstuk van de jeugdwerkeloosheid aan te pakken. En met volle
meerderheid op basis van de eerdere ervaringen heeft die regio dat besluit genomen. We hebben
daar een deel uitgehaald als gemeente. Maar als wij meer geld uit die regeling halen, dan trekken
we als centrumgemeente en voorzitter van het Arbeidsmarktplatform de stekker uit de regionale
samenwerking, iets wat mevrouw Van Maanen zojuist ook al aangaf. En dat vindt het college
onverantwoord om dat te doen en dat zullen wij dus ook niet doen, althans ik zou u dat niet willen
adviseren om dat te doen.
De middelen die we, - en dat gaat om 120.000,- die we beschikbaar hebben gesteld -, geven
wel een deel invulling aan die de intentie die u heeft. Dus voor zover u meestuurt op die intentie
om mensen met coaching en begeleiding, die jongeren, te begeleiden en te ondersteunen naar dat
werk, dat coachingselement zit in die 120.000,—. En ik denk ook dat we het daar mee moeten
doen. Tot die middelen zeg maar anders worden verdeeld en wij als gemeente ook voor die andere
doelgroepen beleid mogen maken en middelen beschikbaar krijgen, kunnen we dat altijd wijzigen.
Op dit moment zullen we het dus moeten doen met de terecht aangehaalde middelen die we van
het Rijk krijgen om dit probleem op te lossen, naar wel met de keus dat daar een meerderheid in
de Regio voor nodig is om de manier waarop we dat doen te veranderen.
En daarmee zou ik u in overweging willen geven voorzitter, om als u zegt ja, in b het le punt,
want het zijn een beetje onvergelijkbare vragen die u aan het college stelt, maar als u ten aanzien