599
DE VOORZITTER:
Nog anderen?
Mijnheer Van Lunteren, SP.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja voorzitter, als mijnheer Ernst van de VVD het niet kan zeggen, dan zal ik het zeggen:
complimenten voor dit stuk. Een hoop passie spreekt er uit. Dat miste ik net wel in het verhaal van
de VVD zelf. Dus zo zou het ook kunnen, zou ik nog even via de band willen zeggen. Een beetje
passie voor de stad kan nooit kwaad. U heeft ook wel wat goed te maken natuurlijk met wat in Den
Haag gebeurt. Laat ik dan ook de kritische noot er wel even op gooien. Ik bedoel: je hebt het als
lokale fractievoorzitter ook niet makkelijk als je Samson in Den Haag bezig ziet. En dan snap ik wel
dat jullie er een tandje bij zetten.
Maar ik heb vooral een inhoudelijke vraag over die WMO gelden. U dekt nogal veel van uw motie,
of veel van een aantal van uw moties, met WMO gelden. Bent u niet van mening dat geld wat voor
de Zorg is, van de Zorg is en gewoon naar de Zorg moet en het geld wat voor de
armoedebestrijding zou zijn, naar de armoedebestrijding moet? En in uw moties dekt u nogal eens
wat geld weg met die middelen. En dat vind ik eigenlijk zonde van dat geld. Waarom doe u dat?
MEVROUW HAAGH
Ik ben het helemaal met u eens. Geld voor armoedebestrijding moet naar armoedebestrijding en
geld voor de Zorg moet naar de Zorg. En daarom ben ik ook blij dat in de Voorjaarsnota stond die
2 miljoen reserve voor de WMO, ging terug naar de algemene middelen. En ik ben blij dat het
college, wat dat betreft, geluisterd heeft naar de raad en nu gezegd heeft: die 2 miljoen moeten
niet terug naar de algemene middelen maar moeten we bewaren voor de Zorg. De voorstellen waar
wij ze voor inzetten, zijn wel echt op Zorg gericht. Die Sociale Wijkteams zullen zo dadelijk, als we
in 2015 verantwoordelijk worden voor de dagbesteding bijvoorbeeld, in alle wijken en buurten een
rol gaan spelen. Dus daar willen we het voor inzetten. Het is de vraag hoeveel daarvoor nodig is.
Dat is ook iets wat verder uitgezocht moet worden. Want andere steden kunnen dat zonder extra
middelen en dan houden we het mooi beschikbaar voor andere dingen. Maar de moties waarvoor
we het inzetten, zijn echt gericht op Zorg en op toekomstgerichte taken van ons. Want dat vinden
we, daar zijn we het wel met u eens.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Maar u sorteert in uw Voorzitter, Mevrouw Haagh sorteert dus voor op toekomstige wetgeving
die in Den Haag nog moet worden vastgesteld.
Jeugdwet, Participatiewet,
MEVROUW HAAGH:
U zit veel in Den Haag en u weet ook dat er inmiddels wel veel is vastgesteld en dat er gewoon ook
echt een hele hoop onze kant op komt. En daar kun je blij mee zijn of niet. Je moet de
verantwoordelijkheid wel nemen. En volgens mij zijn we daar allemaal wel van overtuigd dat hoe
dichter je de zorg naar mensen toe kunt brengen, - daarvan bent u ook overtuigd -, hoe beter dat
is. En vandaar bijvoorbeeld ook een voorstel van ons, laat nou niet de grote zorginstellingen
bepalen zo dadelijk wie welke zorg krijgt, want dan weet ik wel wat ze gaan bepalen welke zorg
nodig is, maar probeer dat nou eens buurt- en wijkgericht te bekijken naar die mogelijkheden. Ja,
en regeren is wel vooruitzien. Laten we dat dan vooral in 2014 met elkaar doen.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, helemaal met mevrouw Haagh eens. Aan de andere kant zie je ook al anderen
voorsorteren op die wetgeving, iedereen alvast preventief te ontslaan, dus ik ben altijd een beetje
huiverig voor preventieve maatregelen. Dus ik zal zo in de schorsing nog even goed nadenken over
hoe we dit nu uit moeten leggen. Maar ik ben het helemaal met u eens, kleinschalig, dicht bij de
mensen, dat is wel de oplossing.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Goed.
Nog anderen?
Mijnheer Elbertse, CDA.
En dan de heer Van den Berg.
DE HEER ELBERTSE: