600
Ja mevrouw Haagh, een stuk waar veel werk in is gaan zitten, denk ik. Maar goed, ik kan me toch
niet helemaal aan de indruk onttrekken dat het toch wel degelijk iets met het
verkiezingsprogramma te maken heeft. En wat dat betreft, gun ik natuurlijk iedereen zijn feestje
maar zet ik nog even mijn feestmuts niet op. Want ik wil eens met u kijken naar Atea. Want u
geeft aan dat er maar heel weinig gebeurd is of in ieder geval dat er veel meer zou kunnen
gebeuren. Maar als we nu eens naar Atea kijken, dan ziet u, en dat hebben wij ook zo voor ogen,
een risico van 18,5 miljoen. Wij noemen dat dan tussen de 16 en 22, die bandbreedte. Maar een
groot deel van die risico's worden veroorzaakt door landelijk beleid. En wat ik nu zo opvallend vind,
en daarom wil ik hem ook noemen, 1,5 jaar geleden is Atea al met een herstructureringsvoorstel
gekomen. Daar hebben we in de commissie over gesproken, daar hebben we in de raad over
gesproken en dat zijn ze gewoon aan het uitvoeren nu. Zij worden wel geconfronteerd met het feit
van ja, wat moeten wij nu voor de komende jaren doen. Dus dan ben ik toch benieuwd hoe u aan
de ene kant zegt dat het risico 18 miljoen is en vervolgens: Atea, ga het bedrijfsmatig maar
oplossen. Dus dan ben ik toch wel heel benieuwd hoe u dat dan ziet.
DE VOORZITTER:
Reactie mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Ja voorzitter, nou allereerst over ons stuk. U ziet dat er een hele duidelijke focus zit. En de focus,
als dit een verkiezingsprogramma zou zijn, dan zou dat wel een hele enge Partij van de Arbeid zijn
want er is meer dan werk en zorg en wijken, ook voor de Partij van de Arbeid. Dus het verhaal wat
we geschreven hebben, is echt gericht op het gebrek aan ambities dat we zien in deze Begroting.
En daar dragen we extra dingen voor aan. Atea is een leerwerkbedrijf waar we hartstikke trots en
blij mee zijn in Breda; ze verrichten voor een groot deel heel goed werk. Maar u kunt ook de
discussies die wij hier de afgelopen weken hebben gehad over Atea en over de financiële cijfers
maar vooral over de lijnen naar de toekomst, niet ontkennen dat daar een hele hoop verandert en
dat het toch apart is, - en die vergelijking hebben we ook gevraagd -, dat er in alle plaatsen
verschillend mee wordt omgegaan en ook naar de toekomst toe verschillend wordt gewerkt. Wat
eerst de Wet Werken naar Vermogen, nou daar maakte u zelf deel van uit in het Haagse zeg maar,
daar waren andere cijfers dan dat er nu zijn. En ik denk dat het belangrijk is om up to date alles
neer te zetten en wat dat betreft heldere lijnen te hebben waar wij met ons leerwerkbedrijf naar
toe gaan. En daar kunt u ook niet op tegen zijn. Dat kan ik me niet voorstellen.
DE VOORZITTER:
Goed.
Korte reactie.
DE HEER ELBERTSE:
Ja dat is dan zo maar u kunt er toch niet omheen als er 30.000..., Ik bedoel, we hebben nu
100.000 mensen in de beschutte werksfeer zitten en dat moet terug naar 30.000. Eventueel, want
dat is nog allemaal niet duidelijk. Dat betekent voor Breda van 1500 terug naar 500. Als je dat niet
weet als organisatie watje daar nu mee moet gaan doen, dan begrijp ik nog steeds niet dat u wel
inzet op de bedrijfsvoering maar niet inzet op het landelijk beleid. Want u zit toch in die regering
om dat verschil te kunnen maken, volgens mij.
MEVROUW HAAGH:
Maar gelukkig sta ik hier vandaag in Breda. En daar heb ik heel bewust voor gekozen, om niet in
de regering in Den Haag te zitten maar in Breda te staan. En u, ja ik zit persoonlijk hier omdat ik
dicht bij die mensen wil zitten. En u weet ook, en daar verwijs ik net al even naar, dat de Wet
Werken naar Vermogen niet veel anders betekende dan de Participatiewet als het gaat om de
mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dus die tendens is al zo lang ingezet, die komt
niet opeens en daar is niet nu ineens onduidelijkheid over. En vandaar bijvoorbeeld ons voorstel, -
dat zult u dan zeker interessant vinden -, van de reshoring, dat je echt kijkt, van wat zijn de
mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld in Arnhem, waar ze grote productiedelen terug weten te halen
naar hun stad en waar ze mensen zo dadelijk met een arbeidsbeperking in het reguliere werk
kunnen zetten. Dat is de manier waarop wij er mee willen omgaan en hoe wij heel graag naar de
toekomst willen kijken.
DE VOORZITTER:
Goed. En dan echt afronden want dan wil ik mijnheer Van den Berg..., Want we moeten een klein
beetje de tijd ook volgen.
DE HEER ELBERTSE: