601
Ja. Het bezwaar zit hem niet wat mij betreft, in de constatering als alleen in de oplossing. We
hebben te maken met landelijk beleid en we hebben een organisatie, Atea, die daar heel goed op
voorsorteert, die daar al een jaar of 2 mee bezig is. En vervolgens zegt u: Atea, ga dat oplossen,
want je loopt een risico en we moeten van alles gaan doen...,
DE VOORZITTER:
Goed.
Korte reactie.
En dan heer Van den Bergh.
MEVROUW HAAGH:
Ik zeg niet: Atea, ga dat oplossen. Breda moet dit heel goed aanpakken. En Atea, en dat weet u
ook, daar zijn ook heel veel klachten over. We hebben hier in de commissie Economie heel veel
gesproken over wettelijke termijnen die niet gehaald worden, cliënten die heel erg ontevreden zijn,
het maatwerk wat nog steeds niet geleverd wordt en het geen gebruik maken van de capaciteit van
de mensen die er wel is. Dus wat dat betreft, valt er ook nog een hoop te verbeteren. En daar
werken we graag aan mee. Maar uiteindelijk moet het wel allemaal samen komen. En dat is waar
het op gericht is.
DE VOORZITTER:
De heer Van den Berg, Breda'97.
En dan wil ik afronden.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Het betreft een concreet vraagje over motie 12, De Bieb in Breda Noord. Zou u er wat voor voelen
om de motie wat breder te trekken? Dus na die eerste bullit point een punt te zetten achter Breda
en Breda Noord weg te strepen. Dus gewoon kijken naar een algeheel nieuw filialenplan?
MEVROUW HAAGH:
Dat vinden we een hele moeilijke. Want we hebben het Bieb plan besproken en ook wij zien dat het
niet mogelijk is om alles bij het oude te laten want dan kun je ook niet doorontwikkelen. Alleen in
Breda Noord vinden we de situatie wel anders. We hebben het hier in de commissie besproken. U
weet dat die er net op de 4e plek viel. En als je de Wijkmonitor ziet en de enorme laaggeletterdheid
en de behoefte die daar is voor doorontwikkeling van de mensen daar om juist wel te lezen, vinden
wij dat we ons specifiek nu voor Breda Noord wel hard moeten maken.
DE VOORZITTER:
Goed.
Ik rond het nu af en geef het woord aan de heer Elbertse, CDA.
DE HEER ELBERTSE:
Ja voorzitter, dank u wel.
Met het aantreden van dit college in 2010 woedde de crisis in alle hevigheid. Snel en doordacht
handelen was noodzakelijk om de meest fundamentele voorzieningen op een goed niveau in stand
te kunnen houden. In het gesloten coalitieakkoord was de lat hoog gelegd. De wil tot noodzakelijke
veranderingen en aan te pakken groot en uiterst realistisch betreffende de toekomstverwachtingen.
Een citaat uit dit akkoord is: de gemeente Breda staat de komende jaren voor bestuurlijke en
financiële opgaven van historische omvang. Deze zullen grote maatschappelijke gevolgen hebben.
Dat vraagt om een solide en moedige aanpak en een realistische benadering. Einde citaat.
Voorzitter, deze veronderstelling gedaan bij de presentatie van het akkoord, is een juiste
veronderstelling gebleken. Om het huishoudboekje op orde te krijgen waren bezuinigingen
noodzakelijk, bezuinigingen die niet onopgemerkt konden blijven. Gelukkig is er niet alleen
bezuinigd maar ook geïnvesteerd en gebruik gemaakt van de verdiencapaciteit. Ook is er gezocht
naar de balans tussen versoberen en bezuinigen, naast innoveren en verbinden. Dit heeft ook een
nieuwe manier van kijken naar kansen, problemen, eigenaarschap en oplossingen opgeleverd. Er
zijn tal van nieuwe initiatieven in de stad die tot ontplooiing komen, initiatieven die een nieuwe
manier van ontmoeten, verbinden en bewonerskracht laten zien.
Voorzitter, onze fractie vindt dat dit college met gedurfd beleid de doelstellingen uit de coalitie voor
het overgrote deel heeft gehaald. Sterker, er is voor de nieuwe periode zelfs 10 miljoen extra
investeringsruimte beschikbaar terwijl ook de weerstandsreserve op orde is. Dit college heeft er
voor gekozen om het nu gelegde fundament het nieuwe bestuur de eigen keuzes te laten maken.
Dat getuigt volgens onze fractie van grote klasse. Onze fractie wil het college dan ook
complimenteren met de behaalde resultaten.