603
De bestuurders van de organisaties waar de zorg- en hulpverleners in het gezin dat vertrouwen te
geven om de zorg in deze gezinnen opnieuw vorm te laten geven, met hoge kwaliteit,
doeltreffendheid en doelmatigheid.
Daarbij de 8 leidende principes vastgelegd in raadsbrief met kenmerk BRD 2012.5481, hanterend,
geen onnodige belemmeringen op te werpen als creatieve en gedurfde oplossingen worden
gevonden.
De bestuurders te vragen de leerpunten te rapporteren zodat die ook in minder complexe gevallen
kunnen worden toegepast.
DE HEER ELBERTSE:
Ja voorzitter, dan het laatste punt.
De redding van het Bredaas Museum kent inmiddels een lange historie. Medio dit voorjaar is er een
plan van aanpak gepresenteerd door het college waar onze fractie vertrouwen in had. De kern van
het reddingsplan was de samenwerking met het Noord Brabants Museum. Daarop vooruitlopend is
de verzelfstandiging van het museum nu al ingezet. Het is al weer even geleden dat wij informatie
over de voortgang van het proces van het college hebben gekregen. Intussen bereiken onze fractie
verontrustende berichten dat de gesprekken over mogelijke samenwerking verre van soepel
verlopen. Ergo. Wij horen dat de directeur van het Noord Brabants Museum aan het college te
kennen heeft gegeven dat door het ontbreken van een museale visie van de gemeente Breda en
het beperkte budget er vrijwel geen mogelijkheden zijn voor samenwerking. Verder is de
ondernemingsraad om advies gevraagd met betrekking tot de interne verzelfstandiging van het
Bredaas Museum. En ook hier is onze fractie ter ore gekomen dat de ondernemingsraad, mede
vanwege het ontbreken van een museale visie, haar goedkeuring heeft opgeschort.
DE VOORZITTER:
Er kan geïnterrumpeerd worden.
Gaat uw gang.
DE HEER ELBERTSE:
Het college en ook de raad zullen onze zorgen begrijpen.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dan wil ik wel, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Misschien, want ik vind van zo'n experimenteermotie waarmee geëxperimenteerd kan worden met
mensen, dat ziet u zo wel in mijn stemgedrag, want dat is natuurlijk schokbarend.
Maar mijn vraag gaat meer over die Participatiewet. Want u zegt eigenlijk tegen de wethouder:
maak stampij, want we krijgen niet genoeg geld. Maar die Participatiewet heeft ook nog een
heleboel maatschappelijke gevolgen voor de mensen die het betreft. Bent u nu tegen die wet en
moet de wethouder nou tegen die hele wet stemmen, weg met die PvdA plannen en VVD plannen
in Den Haag, of moet hij alleen maar zeggen: ik wil er een zak geld bij want ik vind die ideeën
eigenlijk best goed.
DE HEER ELBERTSE:
Nou ja goed, waar wij vooral naar kijken is Atea. En we zien gewoon dat Atea in de problemen gaat
komen als we langer op deze manier zo doorgaan. En Stea is niet alleen. Ik bedoel, als je kijkt wat
daar..., Er zijn heel veel mensen van afhankelijk. Dus het is voor ons heel belangrijk dat we hier de
bedrijfsvoering op een hele goede manier kunnen blijven doen. En wij zien, en wij stellen vast dat
met name juist op dat punt vanuit Den Haag onvoldoende duidelijk wordt gemaakt hoe het nou
verder gaat.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, nou heb ik nog geen antwoord op mijn vraag. Gaat het nu om het geld? En als er
genoeg geld is, dan vindt u het uitvoeren van die Participatiewet prima. Of zegt u: nou wethouder,
zeg maar die hele Participatiewet moet weg want dat is heel slecht voor de mensen die het betreft?
DE HEER ELBERTSE:
Nee. Er moet gewoon geld komen om dat onderdeel van wat wij nu dus zeggen dat dat in
uitvoering kan komen.