605
de landelijke politiek vanaf is gegaan. En begrijp ik het dan goed dat uw oproep dan eigenlijk is
van nou we moeten met het Bredase onderwijsveld wel die verplichting in ere houden? Dat was
mijn eerste vraag.
En mijn tweede vraag zou zijn: u zei in uw bijdrage dat er veel draagvlak is om de
maatschappelijke stage te behouden. Kunt u dat dan wat onderbouwen? Want ik heb ook wel
andere geluiden uit het onderwijsveld gehoord.
DE HEER ELBETRTSE:
Ja, nou ja, wij hebben hier, wat dat betreft, overleg gehad met Breda Actief bijvoorbeeld. En met
een aantal scholen. Dus vanuit die hoek bereiken ons die signalen. En wat betreft de verplichting,
nogmaals het probleem is dat er is voor volgend jaar geld..., Het feit dat het er af gaat, is voor
scholen aanleiding om nu al te zeggen aan het begin van het schooljaar 2014-2015 van nou ja
goed dan gaan we die maatschappelijke stage gewoon niet meer doen want straks valt het geld
weg. Dus daar proberen we wel op een andere manier budget te zoeken.
DE HEER DE BEER:
Kleine vervolgvraag dan. Want zegt dat dan in uw beleving niet ook dat de scholen het wel best
vinden zo, als ze wel subsidie krijgen tot 1 januari 2015 maar eigenlijk in het najaar 2014 al
zeggen: dan stoppen we er al mee en dan vullen we dat al niet in. Geeft dat dan in uw beleving
ook niet aan dat zij het zelf niet prioriteren?
DE HEER ELBERTSE:
Ja, nou ja goed, wat zo is. Die scholen staan natuurlijk nog voor meer vraagstukken. Dus je moet
daar inderdaad keuzes in maken. Maar ik kan me wel voorstellen dat juist in een nieuwe manier
van financieren, je kunt ook als gemeente een soort van vliegwielfunctie vervullen waarin je zegt:
nou, we nemen een stukje en de scholen de rest. Nu doen we dus niks meer en dan houdt het op.
DE VOORZITTER:
Goed. Ik stel voor dat u gaat afronden, mijnheer Elbertse.
DE HEER ELBERTSE:
Ja, even kijken hoor waar...,
Want ik was nog even bezig met het Bredaas Museum. O ja, eerder gezegd, het college en de raad
zullen onze zorgen begrijpen. Eerder hebben wij met de behandeling van de Begroting in de
commissie Maatschappij aan het college gevraagd, de directeur van het Noord Brabants Museum,
uit te nodigen in deze commissie. Hij kan ons dan zelf vertellen over zijn bedoelingen en
overwegingen. Het college ging toen niet op ons verzoek in. In deze raad willen wij nogmaals dit
verzoek doen. Wij willen graag van het college horen of ons verzoek nu wel wordt gehonoreerd.
DE VOORZITTER:
Ik dank u wel.
Dan geef ik het woord aan mijnheer De Beer, D66.
DE HEER DE BEER:
Dank u wel, voorzitter.
Ik heb een vrij korte bijdrage maar ik reken er eigenlijk wel op dat er wat vragen komen.
Voorzitter, berichten van collega's op Twitter en Face-book dat de gemeente Breda weer genoeg
geld heeft, stapels moties en amendementen over zaken waarover we eigenlijk weinig hebben
gehoord in de commissievergaderingen, stapels moties en amendementen die niet voortborduren
op de bespreking van de Voorjaarsnota waar deze Begroting een uitwerking van is. En wat D66
betreft, is de bespreking van de Begroting van onze mooie gemeente, juist die uitwerking van de
kaders die we het college bij de Voorjaarsnota hebben meegegeven. Maar het lijkt er toch wel een
beetje op dat de zenuwen overal toeslaan. En naderende verkiezingen mogen echter, wat ons
betreft, geen bedreiging vormen voor de financiële huishouding van onze gemeente. Er is namelijk
ongelooflijk veel werk verzet om te komen tot belangrijke verbeteringen van de financiën. De
beheersing van de uitgaven is terug gekeerd. Het college is beter in control. En de gemeenteraad is
ook beter in control. We hebben veel scherper dan voorheen zicht op de risico's die de gemeente
kent. En we sparen om weer tot een grotere reserve te komen, een reserve die op dit moment
voldoende omvang heeft om de risico's, mochten die zich voordoen, te ondervangen. Maar
collega's nogmaals, daar is het verwachte exploitatie overschot dan al wel bij opgeteld. Iedere euro
die u vandaag uitgeeft, vormt een bedreiging voor onze reservepositie. Het kan Breda een tik op de
vingers van de Provincie opleveren. Dat heeft de Provincie in haar eerste reactie op deze Begroting
al aangegeven.