613
Mijnheer Ernst, VVD.
DE HEER ERNST:
Ja mijnheer Van Lunteren, ik ben blij dat u in ieder geval nu weet wat MKB betekent en wat ze ook
voor de Nederlandse economie betekenen.
Maar ik hoor u helemaal niet over financiële degelijkheid. Dat kan ik ook inderdaad in uw verhaal
niet ontdekken. Want u leeft volgens mij inderdaad van het ene moment in het andere moment.
Want u heeft volgens mij altijd alle bezuinigingen die deze coalitie heeft doorgevoerd om de boel
op orde te krijgen, altijd afgewezen, u heeft nooit alternatieven aangeboden...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Nou
DE HEER ERNST:
die in ieder geval genoeg waren om de opgaven namelijk te bereiken. En nu zegt u ook weer dat
het bijna failliet was en u knoopt eigenlijk niks aan elkaar. Volgens mij, als u het namelijk voor het
zeggen had gehad, dan waren we en failliet geweest en hadden we namelijk een heel wat slechter
beleid gehad.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, er is er maar een die van moment naar moment leeft want als u een beetje historisch
besef had gehad, dan had hij nog geweten mijnheer Ernst, dat er vorig jaar nog door de SP hier bij
de begrotingsbehandeling heel groot met een goed document een tegenbegroting waar de
wethouder een compliment voor gaf, die door de ambtenaren bevestigd werd dat dat allemaal kon.
Dus wij hebben wel degelijk een alternatief. En dat wij hele andere keuzes maken dan u, dat mag
duidelijk zijn. Wij kiezen voor mensen, wij kiezen voor goede zorg voor mensen, wij willen mensen
uit de armoede halen, wij willen sociale maatschappelijke voorzieningen in de wijk hebben waar
mensen hun kaartje kunnen leggen en hun biljartje kunnen doen en een biertje kunnen drinken.
Daar staat de SP voor. En dat u kiest voor stenen, geld en Trambruggen, ja dat is uw keuze. Daar
zullen we elkaar nooit op vinden. Maar ook met andere keuzes kunnen wij deze stad goed
financieel op orde houden. Ik ben wel blij dat u net bevestigt dat we er heel fragiel voor staan. En
dat geeft mij wel hoop dat er de volgende ronde weer een hele normale realistische begroting ligt.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Anderen nog?
Dan dank ik u zeer mijnheer Van Lunteren.
Ik geef het woord aan Breda'97.
Mijnheer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Ik ben net toch wel een klein beetje geschrokken van uw optreden jegens BOB want ik had mijn
inbreng toch wel een beetje technisch ingestoken. Maar ik zal u beloven dat dat meer een
wandelpad is om wat actuele vragen te stellen links en rechts die wel zeker politieke grondslag
hebben en ook uiteindelijk tot een politieke conclusie komen. Dus we kijken wel tot hoever we
komen.
Want als eerste moet ik bekennen dat ik eigenlijk toch wel wat moeite heb gehad om een initiële
aanvliegrichting te bepalen met betrekking tot deze Begroting. Uiteindelijk moet het natuurlijk
gaan over meerdere zaken, inhoud, techniek, inderdaad, ambitie, de toekomst, maar waar nou
precies de zwaartepunten te leggen, ja dat was de vraag dus. En daarom heb ik ook gekozen om
toch, en ik heb ondertussen van technisch oog maar klinisch oog gemaakt, om het een en ander
met een klinisch oog te gaan bekijken en naar aanleiding daarvan te beginnen met wat voorstellen.
Te beginnen met het raadsvoorstel onder andere. Wat valt ons op in het raadsvoorstel als zodanig?
Nou, wat Breda'97 allereerst opvalt, is dat geen van de voorgestelde bedragen genoemd in de 6
punten voorgesteld in het besluit, ais zodanig eigenlijk terug te vinden zijn in de Begroting. En nu
begrijpen we wel dat we met afrondingen van doen hebben en ik wil ook best een dagje of wat met
mijn rekenmachine door de Begroting heen spitten maar ik heb nog steeds niet als hobby het
deelcertificaten verzamelen van SPD II. Dus ik heb begrip voor de ruimte die gemaakt is in de
Begroting om het een en ander natuurlijk flexibel te houden naar de toekomst toe maar het is wel
lastig om te controleren.