615
DE HEER VAN DEN BERG:
Daar heb ik alle begrip voor, voorzitter. Ik zal het ook doen. Maar kijk, de burgers van Breda zijn
natuurlijk niet aanwezig bij een Cyclische Producten. Of die zijn niet aanwezig bij andere
commissies die plaats vinden.
DE VOORZITTER:
Nee, maar u heeft in uw taak als volksvertegenwoordiger de ruimte en alle mogelijkheden in het
voortraject u dusdanig te prepareren dat u met cijfers en beleidsmatige visies uw opvattingen kunt
delen. En nu vindt er iets plaats wat, dat weten we allemaal, dat dat in de voorbereidingen, in de
opmaat naar de Begrotingsbehandeling dient plaats te vinden. Ik vind dat u daarmee ook in uw
verhaal rekening mee moet houden. Want anders doe ik ook anderen tekort.
DE HEER VAN DEN BERG:
Oké, dan probeer ik de vraag inderdaad in het algemeen te stellen. Als dan deze Begroting nu
inderdaad zoals ook al door de SP is opgemerkt, toch een aanmerkelijk verschil laat zien met de
vorige, met andere woorden, het lijkt eigenlijk nog niet helemaal hosanna maar toch behoorlijk
goed te gaan, was dan eigenlijk de hele stelselwijziging exercitie van afgelopen tijd wel
noodzakelijk met bijbehorende reuring richting de Provincie?
Goed, dan wil ik nog even iets zeggen over de getoonde ambitie in deze begroting.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, mogen we al vragen gaan stellen?
DE VOORZITTER:
Nog niet.
DE HEER VAN DEN BERG:
Die getoonde ambitie mag toch ook wel wat omhoog. En ondanks dat ik nu weer het risico loop om
misschien een beetje technisch te worden, maar er worden een x aantal streefwaarden in
percentages genoemd in de begrotingen. En het lijkt mij nou zo mooi om die gewoon, als we die
nou omhoog krikken, misschien 98 of 99% bijvoorbeeld in zaken waar we ook al over gesproken
hebben de laatste paar weken, onder andere de Bijzondere Bijstand. Dan snijdt dat toch aan
meerdere kanten. Want normaliter heb je dan ook je controlefunctie beter in de plaats. Want als
dat dan niet gehaald wordt, die streefwaarden, dan komt dat vanzelf in de bestuursrapportage naar
voren en dan lopen wij niet elke keer achter de feiten aan. En dat is eigenlijk mijn grootste zorg.
Dus samenvattend in le termijn. Als lekenbestuurder, want dat zijn wij toch nog steeds, ik denk
dat sommige dat wel eens vergeten, heb ik toch nog steeds een beetje moeite met hoe plaats ik
nou mijn controlerende en kaderstellende rol in de begroting die zo vrij is, zoals hij nu ligt, en ik
denk dat we misschien toch wel wat beter kunnen doorpakken in deze zaken.
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Ja dank u wel, voorzitter.
Een vraag aan de heer Van den Berg en ik wilde het eigenlijk ook bij de heer Van Lunteren doen
maar dat ben ik eigenlijk een beetje vergeten, maar een beetje van hetzelfde laken een pak,
eigenlijk als het gaat om het betitelen van deze Begroting, waar ziet u dat deze begroting hosanna
is? Dat het dus heel erg goed gaat, dat we geld genoeg hebben, waar ziet u dat?
DE HEER VAN DEN BERG:
Ik zei net niet helemaal hosanna. Maar als je het nu vergelijkt met een x aantal maanden geleden,
dat we 10 miljoen extra investeringsruimte hebben, we hebben het weerstandsvermogen eigenlijk
in principe weer op de rit, er worden links en rechts allemaal kredieten op de rol gevoteerd, dan is
er natuurlijk een aanmerkelijk verschil met de afgelopen jaren.
DE HEER DE BEER:
Maar ik zie nergens hosanna staan. En u zegt het nu zelf ook. Dus dan constateer ik toch dat u, en
mijnheer Van Lunteren doet dat ook, eerst zegt: ja in de Begroting staat dat hij hosanna is maar
dat is helemaal niet waar. Maar eigenlijk wordt dan dan een soort retorische truc want het staat
dus nergens dat het hosanna is. Maar er zijn slagen gemaakt. Dus dat is mijn constatering dan
toch.